Teksten van Belgische militaire begraafplaats

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/10568

Belgische militaire begraafplaats ()

Op de militaire begraafplaats liggen vooral Belgische militairen die omgekomen zijn tijdens de gevechten rond Antwerpen in september en oktober 1914. Oorspronkelijk lagen hier ook Duitse soldaten begraven, maar in de jaren 1950 werden die naar elders overgebracht. Behalve de 450 Belgen uit de Eerste Wereldoorlog, liggen hier ook 42 soldaten van het Britse Gemenebest uit de Tweede Wereldoorlog.

Historiek

Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hier een Duitse begraafplaats aangelegd. In 1938 telde dit Duits gedeelte 217 Duitse doden, waarvan velen behoorden tot het 1ste en 2de Marine Infanterieregiment. Ze waren vooral omgekomen tijdens de gevechten bij Antwerpen in september-oktober 1914. De meeste Duitse graven stonden in twee rijen opgesteld achteraan de begraafplaats, met taxushaagjes gescheiden van het veel grotere Belgische gedeelte. Ook het merendeel van de Belgische doden, die hier begraven liggen, kwamen om ten gevolge van de gevechten bij Antwerpen, vooral tussen 28 september en 10 oktober 1914. Het Belgische gedeelte werd aangelegd naar ontwerp van provinciaal bouwmeester E. Careels. De bouwaanvraag voor de afsluitingsmuur dateert van 1924.

Het Duitse gedenkteken achteraan op de begraafplaats is van de hand van de Duitse kunstenaar Georg Kolbe (1877-1947). Het werd volgens het bijhorende informatiebord in 1916 gebeeldhouwd voor de Duits-Belgische begraafplaats van Eppegem. In juni 1918 werd het ‘Ehren-Friedhof’ in Eppegem ingewijd, getuige hiervan een brochure die op 26 juni 1918 naar aanleiding van die plechtigheid werd uitgegeven. In Eppegem lagen Duitse en Belgische doden, die hoofdzakelijk in augustus en september 1914 waren omgekomen ten gevolge van gevechten bij Eppegem, Elewijt, Perk, Kapellen-op-de-bos en Melsbroek. De begraafplaats zelf was ontworpen door architect Kühnen, met vooraan een indrukwekkende toegangspoort naar ontwerp van Hauptmann Rehorst. Maar vooral het gedenkteken van Kolbe zou de begraafplaats beheerst hebben. Toen het Duitse gedeelte van deze begraafplaats werd opgedoekt, werd het gedenkteken van Kolbe in 1939 overgebracht naar de begraafplaats te Lier, waar wel nog Duitsers begraven lagen. Deze Duitse graven werden op hun beurt in 1956 overgebracht naar Vladslo. Het beeldhouwwerk is in Lier gebleven.

Nu kunnen er nog 450 graven geteld worden, waarvan 137 voor doden die niet meer geïdentificeerd konden worden. Eén militair, die zelfmoord gepleegd had in oktober 1914, had geen recht op een grafsteen op kosten van de staat, aldus het handgeschreven register.

De 42 graven van de ‘Commonwealth War Graves Commission’ (32 uit Verenigd Koninkrijk, negen uit Canada en één onbekende dode) dateren uit de Tweede Wereldoorlog. Zij liggen begraven onder een typische Britse ‘head-stone’ (witte grafsteen). Na de bevrijding van de stad op 4 september 1944 werd in de stad een militair hospitaal opgericht in een school, waar onder meer gewonden werden binnengebracht van de gevechten bij Arnhem (Nederland).

Beschrijving

De begraafplaats heeft een rechthoekig grondplan en een oppervlakte van circa 50 are. Aan straatzijde wordt de site voorafgegaan door twee grasperkjes, omgeven door hagen en lage bakstenen muurtjes, een balusterafsluiting tussen pijlers met siervazen, uitgewerkt in baksteen en natuursteen, met centraal een smeedijzeren hekken. Rechts vooraan is een bakstenen schuilhuisje gesitueerd met grondplan, register en bezoekersboek. Achteraan op de begraafplaats is een halfronde pseudo-arcade met wingerd begroeid. Helemaal centraal achteraan staat een groot gedenkteken in grijze natuursteen van uitvoerder Georg Kolbe met informatiebordje. Het is een neoclassicistische aedicula met rechthoekige nis waarin een beschermengel met dode militair in hoogreliëf is uitgebeeld. Bovenaan staat “PAX”. Centraal vooraan op de begraafplaats situeert zich de vlaggenmast en meer naar achteren een houten kruis.

De begraafplaats is opgedeeld in grasperkjes met graven, die van mekaar onderscheiden worden door paadjes uit grijze steenslag. De rijen graven zijn symmetrisch, rug aan rug, aangelegd, in het tweede deel van de begraafplaats in een halve cirkel rond het houten kruis (.conform de halfronde vorm van de pseudo-arcade). Vooraan op de begraafplaats staan de typische Britse witte grafstenen. Behalve de voormuur wordt de begraafplaats omgeven door een afsluiting en een groenscherm, grotendeels bestaande uit ceders, sparren, taxus en laurierkers.

Bibliografie

  • Archief Dienst Oorlogsgraven, Brochure Ehren-Friedhof in Eppeghem – Zur Erinnerung an die Einweihung im Juni 1918, onuitgegeven document, 1918. (Archief Dienst Oorlogsgraven).
  • Archief Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge Lompret, Deutsche Kriegsgräberstätten in Belgien. Amtl. Deutschen Kriegsgräberdienst in Belgien, onuitgegeven document, 1938.
  • Informatie afkomstig van de Dienst Oorlogsgraven (Algemene Directie Material Resources – Divisie CIS en Infrastructur uur – Sectie Infrastructuur – Bureau Real Estate)

Bron: Onroerend Erfgoed Antwerpen, Beschermingsdossier DA002461, Belgische militaire begraafplaatsen (DECOODT H., 2008)
Auteurs:  Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2014: Belgische militaire begraafplaats [online], https://id.erfgoed.net/teksten/432957 (geraadpleegd op ).


Militaire begraafplaats naar ontwerp van E. Careels ()

Militaire begraafplaats voor de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen. Ontstaan uit een voorlopige begraafplaats voor soldaten, aangelegd in 1915, naar ontwerp van E. Careels. Bouwaanvraag voor afsluitingsmuur van 1924.

Graven halfcirkelvormig opgesteld rondom een houten kruis te midden van een grasperk. Achteraan: met wingerd begroeide pseudo-arcade en gedenkteken van de hand van Georg Kolbe (1877-1947): neoclassicistische aedicula met rechthoekige nis waarin hoogreliëf van moederfiguur met dode zoon, in 1916 gebeeldhouwd voor het Duits-Belgisch soldatenkerkhof te Eppegem, in 1939 overgebracht naar Lier (zie gedenkplaat rechts van het monument). Aan straatzijde: balusterafsluiting tussen pijlers met siervazen, uitgewerkt in bak- en natuursteen; centraal ijzeren hek.

  • Openbare Werken Lier, Bouwingen, 1924, januari-april.
  • LENS A., Lier voorheen en nu, Antwerpen - Roeselare, 1986, p. 60.

Bron: KENNES H. & WYLLEMAN L. 1990: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Lier, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Kennes H. 1990: Belgische militaire begraafplaats [online], https://id.erfgoed.net/teksten/10568 (geraadpleegd op ).