Van de in 1235 opgerichte abdij, die in 1247 naar de Nazaretdreef verhuisde, blijft enkel nog het in 1762 opgerichte poortgebouw over. Na de Franse Revolutie werd de abdij openbaar verkocht.
De voormalige cisterciënzerinnenabdij werd in 1235 gesticht door Bartholomeus van Tienen op gronden ten zuiden van Lier, geschonken door Hendrik I, hertog van Brabant in 1225. In 1247 verhuisde de abdij naar de huidige Nazaretdreef. Het klooster werd volledig vernield in 1579 tijdens de godsdienstoorlogen. De zusters verbleven toen in hun refugium in de Blokstraat tot begin 17de eeuw. Tussen 1610 en circa 1652 werd de abdij heropgebouwd in barokstijl onder de abdissen Joanna van Goerle en Gertrudis de Greef. Abdis Carola Butkens (1646-1668) startte de wederopbouw van de kerk, gewijd in september 1652. Midden 17de eeuw volgde de toevoeging van het gastenkwartier en de abdiswoning. De muur rond de moestuin dateert van 1757, de door brand grotendeels verbrande schuur van 1762. Bij een archeologische opgraving werden meerdere graven aangetroffen, overbouwd door de koorfundering.
De kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) geeft de abdij weer binnen een onregelmatige omgrachting die aansluit op de Kleine Nete. De abdijgebouwen bevinden zich verspreid over het domein, de abdijkerk ligt in het westen. Omhaagde moestuinen liggen rond de gebouwen. De abdij is bereikbaar vanuit het noordoosten via een dreef.
Het klooster werd opgeheven en op 2 september 1797 verkocht aan Le Coutteux de Canteleu, de inboedel werd verkocht op 3 februari 1798. De abdijgebouwen, met uitzondering van de schuur en het poortgebouw, werden gesloopt. Op het terrein zouden nog funderingen van deze gebouwen aanwezig zijn. In het begin van de 19de eeuw kwam de abdij in het bezit van Van Gend, die in de noordwestelijke hoek op oude funderingen een laatclassicistische woning met toren liet oprichten. Deze werd in het begin van de Eerste Wereldoorlog vernield. De kaart van Vandermaelen (1846-1854) geeft de kerk niet meer weer, de gebouwen bevinden zich voornamelijk in het oostelijk deel van het abdijdomein. In 1860 werd een hoeve bij poortgebouw gebouwd, bestaande uit vier gebouwen waarvan op het moment van de bescherming (1986) de schuur ontbreekt. De bewaarde ingangspoort vertoont de datering 1616 van gesinterde steen, maar werd volgens de literatuur pas voltooid in 1699.
De abdij bevindt ten noordoosten van Lier en is bereikbaar via de Nazaretdreef. Deze dreef van opgaande bomen leidt naar het poortgebouw in het noordoosten van het abdijdomein. Het domein wordt begrensd door de spoorweg ten noorden, de Nazaretdreef in het oosten, een dreef in het zuiden en de Kleine Nete in het westen. Een deel van de oorspronkelijke omgrachting van de abdij is nog bewaard gebleven.
Het uit baksteen opgetrokken verankerd poortgebouw, het enige relict van de oude abdijgebouwen, onder gecombineerde leien bedaking omvat aan de straatzijde een trapgevel (zes treden plus top) met een centrale gevelsteen, namelijk het wapen van abdis Maria Van Caverson (1699-1724) met afbeelding van een dolfijn en vermelding "IN DOMINO CONFIDO"; links bevinden zich een gedichte korfbogige voetgangerspoort en sporen van zandstenen hoekblokken. De centrale korfboogdoorgang omvat bewaarde moer- en kinderbalken. De binnenplaatszijde werd sterk aangepast met twee trapgevels (zes treden plus overhoeks topstuk) in combinatie met een lijstgevel. In eerstgenoemde zijn een wapenschild van abdis Joanna van Goerle en een gevelsteen met afbeelding van landbouwwerktuigen zichtbaar. De overige hoevegebouwen uit 1860 werden ofwel aangepast of zijn leegstaand en vervallen: ze werden opgericht in baksteenarchitectuur met gestrekte of klimmende boogfriezen; getoogde of mijtervormige muuropeningen, alle met ijzeren roeden. In het domein bevindt zich nog een zwaar gehavende langsschuur met jaartal 1762.
Op de terreinen van de vroegere abdijgebouwen werden een aantal hoeven, schuren en stallen opgericht. Op basis van de constructiewijze (grenen houten planken, met bouten aan elkaar gezet) zijn deze gebouwen te dateren omstreeks het begin van de 20ste eeuw. Bij enkele van deze gebouwen werd gebruikt gemaakt van oudere, mogelijk nog aanwezige structuren die gedeeltelijk door brand vernield werden. Het onbebouwde deel van het domein was op het moment van de bescherming (1986) deels beplant met Canadapopulieren. De west- en zuidzijde van het domein wordt overwegend ingenomen door loofbos.
Auteurs: Cox, Lise; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Cox L. & Kennes H. 2015: Abdijdomein Onze-Lieve-Vrouw van Nazareth [online], https://id.erfgoed.net/teksten/170624 (geraadpleegd op ).
Voormalige cisterciënzerinnenabdij, gesticht in 1235 door Bartholomeus van Tienen op gronden ten zuiden van Lier, geschonken door Hendrik I, hertog van Brabant, in 1225. In 1247 verhuis naar de huidige Nazaretdreef. Klooster volledig vernield in 1579 tijdens de godsdienstoorlogen. De zusters verbleven toen in hun refugium in de Blokstraat tot begin 17de eeuw. Tussen 1610 en circa 1652 heropgebouwd in barokstijl onder de abdissen Joanna van Goerle en Gertrudis de Greef. Abdis Carola Butkens (1646-1668) startte de wederopbouw van de kerk, gewijd in september 1652. Midden 17de eeuw toevoeging gastenkwartier en abdiswoning.
Klooster opgeheven en op 2 september 1797 verkocht aan Le Coutteux de Canteleu, inboedel verkocht op 3 februari 1798. Abdijgebouwen, met uitzondering van schuur en poortgebouw, gesloopt.
In begin 19de eeuw in bezit van Van Gend, die in de noordwestelijke hoek op oude funderingen een laatclassicistische woning met toren liet oprichten, in het begin van de Eerste Wereldoorlog vernield. In 1860 opbouw hoeve bij poortgebouw bestaande uit vier gebouwen waarvan op dit moment de schuur ontbreekt. Bewaarde ingangspoort met datering 1616 van gesinterde steen, doch volgens A. Bergmann pas voltooid in 1699.
Verankerd poortgebouw, opgetrokken uit baksteen, onder gecombineerde leien bedaking. Aan straatzijde: trapgevel (6 treden plus top) met centrale gevelsteen namelijk wapen van abdis Maria Van Caverson (1699-1724) met afbeelding dolfijn en vermelding "in domino confido"; links gedichte korfbogige voetgangerspoort en sporen van zandstenen hoekblokken. Centrale korfboogdoorgang met bewaarde moer- en kinderbalken. Sterk aangepaste binnenplaatszijde: twee trapgevels (6 treden plus overhoeks topstuk) in combinatie met lijstgevel. In eerstgenoemde wapenschild van abdis Joanna van Goerle, en gevelsteen met afbeelding van landbouwwerktuigen. De overige hoevegebouwen uit 1860 werden ofwel aangepast of zijn leegstaand en vervallen: baksteenarchitectuur met gestrekte of klimmende boogfriezen; getoogde of mijtervormige muuropeningen, alle met ijzeren roeden. In domein zwaar gehavende langsschuur met jaartal 1762.
Bron: KENNES H. & WYLLEMAN L. 1990: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Lier, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Kennes H. 1990: Abdijdomein Onze-Lieve-Vrouw van Nazareth [online], https://id.erfgoed.net/teksten/10589 (geraadpleegd op ).