Het huis "Den Salm" was vóór de vernieling in 1914 een witbepleisterde herberg met stallingen. In 1923 kreeg Ch. Cools toelating voor de heropbouw van deze woning naar plannen van architect J. B. Van Bouchout (gedateerd 16 mei 1923) met behoud van volume en ordonnantie maar met parement in bak- en witsteen, en toevoeging van een topgevel.

Interbellum neotraditioneel breedhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (kunstleien) met een lijstgevel, onderbroken door een dakkapel met een halsgevel (boven een risaliet op de eerste verdieping). De lijstgevel is deels voorzien van decoratieve segmentbogen. Het parement bestaat uit baksteen met knipvoegen en gebruik van blauwe hardsteen voor de plint en witsteen voor de omlijsting van de muuropeningen, en voor de neggen, kraagstenen, aflijning van de topgevel, waterlijsten en decoratieve elementen zoals diamantkoppen. De muuropeningen zijn rechthoekig op de eerste verdieping en in de topgevel, en segmentboogvormig op de begane grond. In de meest linkse travee bevindt zich een poortdoorgang naar het Brouwerijstraatje. Centraal wordt de gevel gedecoreerd met een reliëf van een zalm en de vermelding "De Zalm - 1923".