is aangeduid als beschermd monument Parochiekerk Sint-Jan de Doper
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Jan-de-Doper, Oosterweel
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Jan-de-Doper, Oosterweel
Deze vaststelling was geldig van tot
Voormalige parochiekerk en enig als getuigenis en referentiepunt behouden gebouw van het sedert 1958 verdwenen polderdorp Oosterweel, heden gelegen in een 6 meter diepe put, door de opgespoten gronden rondom. Enkele linden in de aslijn van het portaal zijn resten van de vroegere dreef naar de Dorpstraat.
De kapel van Oosterweel was reeds in de 13de eeuw als parochie erkend; circa 1450 werd ze vervangen door een driebeukige kerk waarvan nu alleen de toren nog overeind staat. Het oude schip, herhaalde malen verwoest en herbouwd, werd in 1712 vervangen door het huidige en voorzien van een noordelijke sacristie. De zuidelijke sacristie opgetrokken in 1894 werd in 1952 herbouwd.
In 1898 werd de kerk vergroot met een dwarse aanbouw. In 1952 werd laatstgenoemde terug afgebroken en het koor gereconstrueerd.
Georiënteerde zaalkerk met éénbeukig schip van drie traveeën in classicistische stijl (1712) en gereconstrueerde driezijdige koorsluiting (1952), afgedekt met leien zadeldak. Bakstenen lijstgevels met X-vormige verankeringen en segmentboogvensters, de platte bandomlijstingen met oren en waterlijst in 1953 vernieuwd in geperste kunststeen; in 1955 werd besloten tralies te plaatsen voor vensters en portaal. Vierkante, heden aanleunende westtoren in gotische stijl van de 15de eeuw, voorgevel en bovenbouw bekleed met witte natuursteen, onder ingesnoerde leien spits. Bovenste geleding gemarkeerd door spitse galmgaten, kordons en steigergaten onder tandlijst. Rondboogdeur onder spits leien afdakje waarboven oeil-de-boeuf dat het hoogzaal verlicht.
Interieur: eenvoudige bepleisterde en beschilderde wanden; tongewelf met caissondecoratie van 1712 op omlopende gekorniste lijst ondersteund door kraagstukken. Toren met kruisribgewelf. Vloer van witte marmeren en zwarte natuurstenen tegels van 1844.
Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Himler, Albert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)