Het polderhuis op nummer 20, met mogelijk tot 1840 opklimmende kern, is volgens de kadastrale gegevens omstreeks 1883 heropgebouwd voor timmerman Leopold De Swerts-Bogaert. Circa 1907 is het achteraan uitgebreid en is in de tuin een bijgebouw opgetrokken. Dit bijgebouw is samen met een in 1921-1922 toegevoegd volume met rechthoekige plattegrond omstreeks 1968 gesloopt en vervangen. Begin 21ste eeuw is de woning sterk aangepast.

Het dubbelhuis bestaat uit één bouwlaag en vijf traveeën waarboven een zadeldak (nok evenwijdig aan de straat). In de wit geschilderde bakstenen gevel met cementpleisteren plint zijn de openingen na 1991 verlaagd. Onder de tegelfriezen met verwijderde invullingen, zijn in het metselwerk de oorspronkelijke openingen onder gestrekte boog nog leesbaar. Het zeker tot 1991 bewaarde, laat-19de-eeuwse vensterschrijnwerk met als lambrekijnen uitgewerkte rolluikkasten en bovenlicht in de toegang zijn vervangen door recent schrijnwerk met een afwijkende vormgeving. Ook de houten kroonlijst op klossen en de Boomse dakpannen zijn vervangen waarbij twee dakvlakvensters zijn toegevoegd. Tegen de noordelijke, blinde zijgevel is deels de rotsbepleistering bewaard; de zuidelijke zijgevel met gedichte opening (begane grond) en vervangen schrijnwerk (verdieping) is bezet met een similipleister.

Dorpswoningen van het dubbelhuistype, drie tot vijf traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok parallel met de straat), uit het laatste kwart van de 19de eeuw; nummers 10 en 63 van rond 1884 met voortuintje en ijzeren hek; nummer 20 van rond 1883.

Bakstenen lijstgevels (nummer 20 witgeschilderd) met rechthoekige muuropeningen, bekroond door paneeltjes, witgeschilderd of met geometrische motieven; nummer 20 met bewaard houtwerk. Houten kroonlijst op klossen of modillons en tandlijst; nummer 9 met meanderfries. Muurvlechtingen in de zijgevels van nummers 10 en 63.