Hoeve met losstaande bestanddelen, in kern opklimmend tot de 18de eeuw, met bewaarde omgrachting, inplanting en volume.
De sterk verbouwde kern van deze omwalde hoeve klimt zeker op tot 1771-1778 (zoals te zien op de Ferrariskaart). Op het vroegste kadasterplan (1819) is achter het woonstalhuis een ondertussen volledig verdwenen stal of schuur weergegeven, welke samen met een perceel tuin en weiland volledig door een gracht omsloten zijn. Het is dan in eigendom van landbouwer Jacobus Stuyts, die ook het noordoostelijk van de hoeve gelegen perceel dennebosch bezit. Het woonstalhuis is omstreeks 1874, 1885 en 1928 uitgebreid. Bij deze laatste aanpassing is ten noorden van het woonstalhuis een omstreeks 1931 vergroot bijgebouw toegevoegd. Circa 1963 is de oude schuur achter het woonstalhuis gesloopt en vervangen door de huidige, tegen het woonhuis aan gesitueerde dwarsbouw. Zeker tot dan blijft het in bezit en gebruik van de familie Stuyts.
Het huidige hoevecomplex bestaat uit een woonhuis en aansluitende stal met nok evenwijdig aan de straat, waarachter een ruime schuur en ten noorden daarvan een klein, sterk verbouwd bakstenen bijgebouw, beide met nok dwars op de straat. Voor het woonhuis is de bakstenen, gecementeerde waterput en de houten en metalen haal bewaard. Naast de toegangsweg is een moestuin ingericht. De zeker tot de late achttiende eeuw opklimmende gracht rond het hoevedomein is bewaard. Aan de straat is achter deze gracht een rij bomen ingeplant.
Het woonhuis bestaat uit drie traveeën en één bouwlaag onder zadeldak, gedekt met mechanisch vervaardigde pannen. Omstreeks 1963 is het woonhuis voorzien van een nieuwe voorgevel. De oudere kern is nog zichtbaar in de in verschillende fasen verbouwde, laat-19de-eeuwse zijgevel met beluikte openingen en twee oculi op de verdieping. Omstreeks 1928 is achteraan een wellicht als stal opgetrokken aanbouw toegevoegd met smalle vensteropening en toegang.
Tegen het woonhuis bevindt zich de stal of schuur van één bouwlaag, waarboven een afgewolfd zadeldak bekleed met vezelcementen golfplaten. De verbouwde of deels heropgebouwde straatgevel, waarin nog de kloeke ankers, heeft een centrale rondboogpoort met meer recente poortvleugels, geflankeerd door kleine rechthoekige en halfronde openingen waarin nog het oudere schijnwerk met kleinroedeverdeling. De vrijstaande zijgevel is bezet met cementpleister.
Auteurs: Van den Borne, Steven; Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Van den Borne S. & Van Severen E. 2015: Hoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/184800 (geraadpleegd op ).
Sterk aangepaste hoeve met losstaande bestanddelen, in kern opklimmend tot 18de eeuw, zie Ferrariskaart, bewaarde omgrachting, inplanting en volume. Behouden waterput ten zuiden van woning.
Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Kennes H. 1992: Hoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/10807 (geraadpleegd op ).