Teksten van Kasteel Reigershof

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/10809

Kasteel Reigershof (herinventarisatie 2015) ()

Kasteel Sterrenhof of Reigershof, ook Hof van Delft of Hof Le Grelle genoemd respectievelijk naar de familie die het sinds eeuwen in bezit heeft, of naar zijn huidige bewoner Daniël Legrelle, weduwnaar van Maisy van Delft.

Historiek

De familie van Delft bezit in Berendrecht zeker vanaf de 17de eeuw verschillende eigendommen in de Kempenhoek. Er is niet geweten of Jan van Delft (°1592 - † 1662), zoon van Gerard van Delft en van Madeleine Gysbrechts, deze eigendommen gekocht of geërfd heeft. Zeker is dat ze via erfenis in handen komen van zijn zoon Gerard van Delft, kanunnik te Kamerijk. Oorspronkelijk zou op het buitengoed een jachtpaviljoen opgetrokken zijn. De toren en de zuidelijke zijvleugel, worden aan Jan of Gerard van Delft toegeschreven. Op de kaart van Ferraris (1771-1778) is op de huidige locatie van het kasteel en bijhorende kasteelhoeve, tegen de Reigersbosdreef één volume met vierkante plattegrond aangegeven, waarachter twee door bijgebouwen onderbroken L-vormige constructies.

Nadat Gerards broer Jean-Baptist, raadslid en buitengewoon schatmeester van Antwerpen, het domein in 1792 erft laat hij een noordelijke vleugel aanbouwen. Omstreeks 1824 behoort het goed toe aan de in Brussel gevestigde baron Josephus Gaspar van Delft. In 1846 gaan de eigendommen over naar Joseph Gerard van Delft-Lunden, en in 1855 naar Carolus Joseph Van Delft.

Omstreeks 1934 laat Louis Jozef Marie van Delft tegen de zuidelijke vleugel een bijkomend volume optrekken.

Beschrijving

Het domein is aan zijde van de Reigersbosdreef omgeven door een met baksteenfries en met betonnen dekstenen beklede muur, en omvat een tuin met vijver, met ten westen langs de Reigersbosdreef de kasteelvleugel, en ten zuiden de voormalige paardenstallen. Oostwaarts van de stallen bevinden zich een bakhuisje en een volière. De hoofdingang was naar verluidt eertijds aan de Sint-Jan Baptiststraat gesitueerd, grenzend aan de voormalige koetsierswoning, en heeft nog het metalen hekwerk en blauwe hardstenen schamppalen. De huidige toegang is gelegen aan de Reigersbosdreef, waarvan het gescheiden is middels hardstenen paaltjes.

Het verankerde en wit gekaleide bakstenen kasteel op rechthoekige plattegrond is één bouwlaag hoog en heeft in zowel oost- als westgevel een door drie venstertraveeën geflankeerde centrale, met blauwe hardsteen omlijste toegang. De constructie heeft een blauwe hardstenen plint en is bekroond door een overkragend, met leien gedekt schilddak (nok parallel met straat) waarin standvensters en dakkapellen, voorzien van een houten kroonlijst op gestileerde klossen. Oude postkaarten en foto’s tonen onbepleisterde en met banden versierde bakstenen gevels, mogelijk teruggaand op de oudere witte hardstenen speklagen. Van de mogelijk tot de 17de eeuw opklimmende kern getuigt in de westgevel nog de centrale vierkante toren van vier geledingen onder overkragende leien peerspits met windwijzer. De toegang in deze travee is bereikbaar langsheen vier hardstenen treden, en een rechthoekige deuropening in een neoclassicistisch getinte, sober geprofileerde 19de-eeuwse blauwe hardstenen omlijsting. De kroonlijst van de omlijsting rust op met guttae en trigliefen versierde consoles en heeft imposten met diamantkoppen. Tegen de zuidgevel van de toren bevindt zich een klok. De toegang in de oostgevel aan tuinzijde heeft een identieke omlijsting maar is bekroond door een beluikt standvenster. De rechthoekige 19de-eeuwse vensteropeningen met blauwe hardstenen lateien en lekdrempels, zijn deels nog ingevuld met het 19de-eeuwse schrijnwerk, spiegels op de borstweringen en de houten luiken met de sikkelvormige luikduimen. Tegen de zuidgevel is omstreeks 1934 een aanbouw van twee bouwlagen en twee traveeën onder plat dak toegevoegd.

In het interieur bleven zeker tot in 1991 in de hal twee kerkgestoeltes (1749) door Johannes Peeters uit Turnhout bewaard, afkomstig uit de parochiekerk.

De twee bouwlagen hoge en zes traveeën brede, gerenoveerde bakstenen paardenstallen op rechthoekige plattegrond zijn bekroond met een afgewolfd zadeldak (nok evenwijdig aan de Reigersbosdreef) waarboven vervangen dakpannen. De gereinigde bakstenen wanden zijn onderbroken door getoogde, deels getraliede openingen. De bouwnaad en muurvlechtingen in de zuidgevel geven aan dat het volume is aangepast en uitgebreid. Te oordelen aan de dubbele muurankers is de westgevel verhoogd, waarin rechthoekige openingen onder houten latei. Het schrijnwerk in de gevels is vervangen.

Het bakhuisje met tuitgevel waarboven met Boomse pannen bekleed zadeldak, de bakstenen volière en het konijnenhok, naar verluidt daterend van tussen 1910 en 1920, bleven zeker tot 1991 bewaard.

  • Documentatiecentrum Antwerpse Noorderpolders, Postkaarten, C 5, C 55.
  • Kadasterarchief Antwerpen, Primitief plan, Berendrecht.
  • Kadasterarchief Antwerpen, 212: Kadastrale legger, Berendrecht, artikelnummers 523, 789, 1669.
  • Kadasterarchief Antwerpen, 207: Mutatieschetsen, Berendrecht, 1871/23, 1934/22.
  • ADRIAENSSENS C. 1939: Geschiedenis en merkwaardigheden van Berendrecht, Berendrecht, 36-37.
  • DEGRYSE K. 2005: De Antwerpse fortuinen: kapitaalsaccumulatie, -investering en -rendement te Antwerpen, Antwerpen, bijlage I.
  • DE LATTIN A.1951: De polders ten noorden van Antwerpen: Oosterweel, Ekeren, Wilmarsdonk, Oorderen, Hoevenen, Lillo, Stabroek, Berendrecht, Zandvliet, Merksem, Kapellen, Antwerpen, 43-44.
  • GEERTS G. 1982: "Berendrecht in West-Brabant", Polderheem 17.2, 36-39.
  • LE GRELLE D. 1965: Berendrecht, Reigersdorp, Antwerpen, 10-11.

Auteurs:  Van den Borne, Steven; Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Van den Borne S. & Van Severen E. 2015: Kasteel Reigershof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/185147 (geraadpleegd op ).


Kasteel Reigershof, modo Hof van Delft ()

Kasteel Reigershof of Hof van Delft naar de familie die het bouwde of Hof Le Grelle naar zijn huidige bewoners.

Begin 17de eeuw had de familie van Delft eigendommen in Berendrecht in de zogenaamde Kempenhoek. Zo bezat Gerardus van Delft (° 1624) hier een jachtpaviljoen, waarvan men niet weet of hij het erfde of zelf liet optrekken. Dit buitenverblijf bestond uit de huidige toren en de zuidelijke zijvleugel; in 1692 geërfd door zijn broer Jean-Baptist die de noordelijke vleugel liet optrekken.

Rond 1934 liet de toenmalige eigenaar L. van Delft de zuidelijke zijvleugel uitbreiden. De hoofdingang bevond zich eertijds aan de Sint-Jan Baptiststraat; zie ijzeren hek met arduinen schamppalen en koetsierswoning.

Heden witbeschilderd kasteel, ingeplant in het westen van een ommuurde tuin, met vijver ten oosten van het kasteel, voormalige paardenstallen ten zuidoosten en verder ten zuidoosten bakhuisje en volière. Voormalige koetsierswoning ten noorden.

Verankerde bakstenen constructie op rechthoekige plattegrond van zeven traveeën en één bouwlaag onder overkragend schilddak (nok parallel met straat, leien) met dakkapellen; op oude foto's, waar de beschildering ontbreekt, duidelijk zichtbare zandstenen hoekblokken en speklagen, verwijzend naar de 17de-eeuwse constructie. In 19de eeuw aangepaste muuropeningen. Westgevel met centraal ingebouwde vierkante toren van vier geledingen onder overkragende leien peerspits met windwijzer; steektrap (4 treden) en rechthoekige deur in neoclassicistisch getinte, sober geprofileerde arduinen omlijsting met kroonlijst op diamantkopimposten en gegroefde consoles; klokje tegen zuidgevel. Oostgevel (tuinzijde) met centrale deurtravee uitlopend op puntgevel; gelijkaardige deur. Voorts rechthoekige en beluikte 19de-eeuwse vensters met arduinen lateien en lekdrempels; bewaard 19de-eeuws houtwerk en arduinen spiegels op de borstweringen. Daklijst op modillons. Rechthoekig aanbouwsel tegen zuidgevel, van rond 1934; twee bouwlagen onder plat dak.

Interieur. In de hal kerkgestoelte van 1749 door J. Peeters uit Turnhout, afkomstig uit de parochiekerk.

Sterk aangepaste en vergrote paardenstallen (zie bouwnaad en muurvlechtingen in zuidgevel); rechthoekige bakstenen constructie van zes traveeën en twee bouwlagen onder afgesnuit zadeldak (nok parallel met straat, mechanische pannen). Veelal aangepaste rechthoekige of steekbogige muuropeningen.

Overige bijgebouwtjes, als bakhuisje, volière en konijnenhok, uit eerste kwart 20ste eeuw, naar verluidt tussen 1910 en 1920.

  • Kadasterarchief Antwerpen, mutatieschetsen Berendrecht 1934/2.
  • ARREN P., Van kasteel naar kasteel, deel II, Kapellen, 1987, p. 40-45.

Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Kennes H. 1992: Kasteel Reigershof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/10809 (geraadpleegd op ).