erfgoedobject

Hoeve met losse bestanddelen

bouwkundig element
ID
10825
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/10825

Juridische gevolgen

Beschrijving

Hoeve met losse bestanddelen, in kern 19de-eeuws, maar grotendeels heropgebouwd omstreeks 1939.

Op dit perceel was reeds voor 1819 een hoeve met bijgebouw gelegen. In eigendom van de Antwerpse koopman Jan Frans Hendrik Vanderlinden-Delloye en zijn vrouw is het hoevecomplex omstreeks 1850 aangepast en uitgebreid. Circa 1860 is een dieper op het perceel gelegen schuur gesloopt en vervangen door een nieuw dwarsgebouw. Omstreeks 1928 is onder de erfgenamen het woon(stal)huis aan de straat uitgebreid, waarna rond 1939 behoudens de dwarsschuur uit 1860 alle bestaande volumes gesloopt of sterk aangepast zijn.

Het hoevecomplex bestaat uit een woonhuis met recent aangelegde voortuin, met ten oosten daarvan de hoevegebouwen gelegen langsheen een centrale, onverharde rijweg. Ten westen van deze toegangsweg bevinden zich twee achter elkaar gesitueerde stallen met nok evenwijdig aan de straat. Aan de andere zijde van de weg is een dwarsschuur gelegen. Helemaal achterin het perceel zijn omstreeks 1984 twee gekoppelde dwarsstructuren met houten gevels opgetrokken. Het geheel is van de straat gescheiden met acht, eertijds geknotte lindebomen. De toegang naar het woonhuis is gemarkeerd door hekwerk met door Franse lelies bekroonde spijlen.

Het woonhuis dateert van omstreeks 1939 en bestaat uit een bouwlaag en drie traveeën waarboven met pannen bekleed zadeldak, waarvan de nok evenwijdig aan de straat gesitueerd is. De ruime zolderverdieping heeft aan elke zijde twee gekoppelde dakkapellen. De bakstenen gevel heeft een plint en verdiepte vensteromlijstingen in donkere baksteen. De brede bakstenen deuromlijsting van de centrale toegang is benadrukt met hoek- en kettingstenen in witte hardsteen. De vensterdorpels zijn uitgewerkt als doorlopende waterlijsten in geglazuurde tegels.

De ten oosten van het woonhuis en tegen de straat gelegen stal dateert eveneens uit 1939. Aansluitend bij de vormgeving van het woonhuis zijn de rechthoekige vensterpartijen uitgewerkt in verdiepte velden van donkere baksteen. Deze zijn afgewisseld door halfronde openingen met omlijstingen in bruine baksteen, met een sluitsteen in rode baksteen. De dorpels zijn uitgevoerd in gebakken tegels. Boven de dubbele muurankers is het zadeldak met pannen bekleed. In de zijgevel met muurvlechtingen zijn de centrale rechthoekige poortopening en de rondbogige, deels beluikte openingen eveneens versierd met sluitstenen in rode baksteen of witte natuursteen, en omlijstingen in bruine baksteen. Het behouden houten deurschrijnwerk en de luiken in deze gevel zijn zoals ook in de omringende gebouwen lichtblauw geschilderd.

Te oordelen aan de bouwsporen in de gevels betreft het evenwijdig daaraan gesitueerde, verankerde langsgebouw waarboven een met pannen bekleed zadeldak, een omstreeks 1939 verbouwde kern uit 1860. In de noordelijke gevel zijn de rondboogopeningen vervangen door een centrale, rechthoekige poorttoegang, geflankeerd door een met bruine baksteen omlijste raamopening uit 1939. Op de hoek is een houten nis met Mariabeeld bevestigd. In de westelijke zijgevel zijn in 1939 twee rondboogvormige staldeuren toegevoegd, waarboven een door twee halfronde openingen geflankeerde, beluikte en later verkleinde centrale opening op de verdieping.

De zesbeukige bakstenen dwarsschuur ten oosten van de toegangsweg dateert nog van 1860 en heeft een met pannen bekleed zadeldak. De straatgevel heeft twee omstreeks 1939 aangepaste of toegevoegde rondboogopeningen met sluitstenen uit witte hardsteen, met in de kleine opening tegen de houten poortvleugels nog de 19de-eeuwse, mogelijk hergebruikte hengsels. Ter hoogte van de hoge zolderverdieping zijn in deze gevel verder twee kleine beluikte openingen aanwezig, met bovenaan nog eens twee halfronde ventilatieopeningen. In de zijgevel langs de toegangsweg zijn de beluikte halfronde openingen zoals in de voorgevel omlijst met gesmoorde baksteen. Tegen de deurvleugel van de toegang is nog een deurkruk uit de late 19de of vroege 20ste eeuw bewaard. Tegen de muurdammen, waartussen een baksteenfries, bevinden zich onder de dakrand de ankers voor de zoldervloer. De oostgevel is gekenmerkt door smalle verluchtingsgaten met dorpels en rondboogopeningen in gesmoorde baksteen, en door kloeke dubbele muurankers onder een getrapte bakstenen kroonlijst. Tegen de achtergevel van de dwarsschuur bevindt zich een smaller bakstenen volume met nok dwars op de straat, en een met pannen bekleed zadeldak.

  • Kadasterarchief Antwerpen, 212: Kadastrale legger, Berendrecht, artikelnummer 701, 387.
  • Kadasterarchief Antwerpen, 207: Mutatieschetsen, Berendrecht, 1850/4, 1860/3, 1928/13, 1939/3.

Auteurs: Van den Borne, Steven; Van Severen, Elke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve met losse bestanddelen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/10825 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.