Het polderhuis is opgetrokken omstreeks 1930 in opdracht van Frans Van Wijck-Averens, grondwerker te Zandvliet. Omstreeks 1941 is een vrijstaande achtergebouw opgericht.

Dit kleine woonhuis is twee traveeën breed en één bouwlaag hoog onder pannen zadeldak. Vóór de gevel is een hardstenen boord aangebracht. Het betreft een bakstenen lijstgevel uitgevoerd met knipvoeg, gecementeerde plint, getoogd venster en cementtegelfriezen onder de kroonlijst. Het venster heeft een hardstenen dorpel. Het schrijnwerk is vernieuwd en de kroonlijst, dakgoot en pannen zadeldak zijn vervangen, met inbreng van een dakvlaklicht. De verankerde rechter zijgevel is voorzien van een zoldervenster, huidig ingevuld met glasstenen, en een recent ingebracht venster op het gelijkvloers.

Nummers 14, 162 en 220 zijn intact bewaarde, typische polderhuisjes, uit het tweede kwart 20ste eeuw: nummer 14 van rond 1934, 162 van rond 1935 en 220 van rond 1930.

Enkelhuisjes van twee (14, 220) of dubbelhuisje van drie traveeën (162) en één bouwlaag onder zadeldak (nok parallel met straat, mechanische pannen). Bakstenen lijstgevels gemarkeerd door getoogde muuropeningen, bekroond door kleurige tegelpaneeltjes met florale motieven. Sobere houten kroonlijst. 14 en 162 geritmeerd door kleine, bakstenen lisenen.