Oostelijke uitvalsweg naar Zwevegem. Gebogen tracé. In 1770 vermeld als Strate van Cortryck nar Sweveghem. Vanaf nummer 133, terugwijkende rooilijn. Het straatbeeld wordt bepaald door arbeidershuizen en kleine burgerwoningen voornamelijk uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Overwegend enkelhuizen van twee traveeën en één à drie bouwlagen onder platte of pannen (al dan niet geknikte) zadeldaken. Naast de overwegende woonfunctie, heeft de straat ook een commerciële functie met tal van herbergen onder meer nummer 190/ Elf Julistraat, herberg-woonhuis gebouwd in opdracht van Maatschappij Brasserij Lust, in 1931. Hoekpand getypeerd door de afgeschuinde hoektravee, de lisenen op de bovenverdieping en het gebruik van gele sierbaksteen. Nummer 258, zogenaamd "in de plas" zie casement met typerende belettering; volgens bouwplan van 1928 cementeren van de voorgevel en plaatsen van dakvenster en nieuwe ramen.
Naar het straateinde toe verschillende grotere handelszaken eigen aan een steenweg. Ook vestigingsplaats van verscheidene scholen: het Vrij Technisch Instituut (tussen 166 en 168 a), St.-Theresiainstituut (nummer 204), HIEPSO (tussen nummer 207 en 213), Buso Kortrijk (nummer 234).
Ook tal van typische interbellumwoningen voornamelijk getypeerd door de erkers al dan niet doorgetrokken over de twee verdiepingen en het frequent gebruik van geglazuurde baksteen en/of tegels onder meer nummer 285 van 1939, naar ontwerp van C. Delobelee (Kortrijk); nummer 287 van 1938, naar ontwerp van C. Allafait; nummer 289 van 1938, naar ontwerp van G. Beyls (Kortrijk). Verscheidene woningen aansluitend bij het modernisme met typerende platte daken en kleurrijk gevelparement onder meer nummer 5, nummer 243-245, van 1936, naar ontwerp van J. Roose (Kortrijk). Voorts tal van eenvoudige arbeidershuizen met bakstenen parement verlevendigd door het gebruik van siermetselwerk zoals overhoekse muizentandfriezen of witte/gele sierbaksteen: nummers 3, 11, 65, 71-77, 180 (1928), 192 en 198. Nummer 315, arbeidershuisje van twee traveeën en één bouwlaag onder zadeldak; witgeschilderde, verankerde, baksteenbouw. Nummer 317-325, arbeidershuizen getypeerd door de met schijnvoegen gecementeerde bakstenen lijstgevels; nummers 223 en 325 met decoratieve sluitsteen.
Ook enkele arbeidershuizen met een neoclassicistisch gevelparement getypeerd door de met schijnvoegen gecementeerde en beschilderde lijstgevel en rechthoekige of licht getoogde vensters met uitgewerkte sluitsteen onder meer nummer 213. Nummer 169-207. Reeks van eenvoudige arbeiderswoningen van elk twee traveeën en één bouwlaag onder geknikt zadeldak. Opgetrokken in 1928, in opdracht van de maatschappij "De Goedkope Woning". Eenheid evenwel doorbroken door vernieuwde parementen en het verhogen met één bouwlaag. Nummer 134 van 1927, naar ontwerp van Ch. D'Huyvetter (Stasegem). Ook enkele woningen onder meer nummers 12 en 14 uit de jaren 1940 opgevat als grotere stadsvilla met typerende puntgevel en torenachtige uitgewerkte hoektravee. Nummer 188, met parement van witgeglazuurde tegels. Nummer 219-225. Eenheidsbebouwing van vier enkelhuizen van 1935, naar ontwerp van J.R. Van Hoenacker (Kortrijk). Ook woningen met vernieuwd of aangepaste parement en nieuwbouw.