Vrijstaand herenhuis in eclectische stijl op de hoek van De Merodelei en Le Grellelei, naar een ontwerp door de architect Jean Baptiste Vereecken uit 1889. Opdrachtgever was Constance Govaerts (1820-1895), weduwe van Félix Gabriel Grisar (1811-1887). Als tweede zoon van Jean Martin Grisar (1779-1853) behoorde deze laatste tot de oudere tak van het handelaars- en scheepsmakelaarsgeslacht Grisar, dat zich in 1804 vanuit het Duitse Nievern (Rheinland-Pfalz) in Antwerpen gevestigd had. Gelijktijdig met het hotel in de De Merodelei, liet de weduwe Felix Grisar door de architect op de hoek van Prins Albertlei en Le Grellelei een monumentaal geheel van vier burgerhuizen optrekken. Ook haar zoon Ernest Paul Grisar en diens weduwe zouden in de jaren 1890-1900 nog beroep doen op vader en zoon Jean Baptiste en Emile Vereecken, voor het ontwerp van een herenhuis en drie burgerhuizen in de Maarschalk Gérardstraat, en een ensemble winkelpanden in de Leysstraat. Het imposante hotel Grisar-Govaerts, in 1892 uitgebreid met een vandaag verdwenen koetshuis zijde Le Grellelei, vormt het pendant van het even monumentale herenhuis dat kleinzoon Albert Kreglinger (1874-1953) in 1899 op de tegenoverliggende hoek liet optrekken door de architect Michel De Braey.
Jean Baptiste Vereecken bouwde vanaf midden jaren 1860 een succesvolle carrière uit in dienst van de belangrijkste Antwerpse makelaars- en bankiersfamilies, zoals Havenith, Grisar, Pecher, Bunge, Meeûs, Kreglinger, Good en Nottebohm. Hij ontwierp talrijke voorname herenhuizen op de meest prestigieuze locaties van Antwerpen en Berchem zoals het Stadspark en het Prins Albertpark, naast grote aantallen burgerhuizen in nieuwe wijken als het Zuid, onder meer ook voor eigen rekening. Daarbij bleef hij trouw aan een conventioneel eclecticisme van neoclassicistische inspiratie, of zoals het hotel Grisar-Govaerts beïnvloed door de neo-Vlaamserenaissancestijl. Vanaf midden jaren 1890 evolueerde de architectuurproductie van het bureau Vereecken, mogelijk door toedoen van zoon Emile, naar een rijker geornamenteerde neorenaissance- of neobarokidioom. Deze laatste zette de praktijk vanaf 1906 in eigen naam voort, tot midden jaren 1920.
Met een gevelbreedte van negen traveeën, omvat het herenhuis een souterrain en drie bouwlagen onder een schilddak. Het pand is ingeplant op de hoek van het perceel, dat verder wordt ingenomen door een ruime tuin, aan De Merodelei en Le Grellelei afgesloten door tuinmuren. De lijstgevels hebben een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, in de traditie van de neo-Vlaamserenaissancestijl contrastrijk verwerkt met witte natuursteen voor onder meer platte banden, speklagen, waterlijsten, hoekblokken en kraagstenen, op een plint uit blauwe hardsteen. Asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op de driekwartronde hoektoren, bekroond door een polygonale topgeleding op korbelen en ontlastingsbogen, een attiek, en een leien spits met lantaarn. De hoektoren wordt links geflankeerd door het hoofdportaal en rechts door de als traphal gemarkeerde travee met dienstingang. Horizontaal geleed door de puilijst en de houten kroonlijst op klossen, beantwoordt de opstand verder aan een regelmatig schema, met registers van rechthoekige vensters – drielichten in de linker travee, op de bovenverdiepingen onder een entablement. Opmerkelijke details zijn de decoratieve friezen uit baksteenmozaïek, tegels of met diamantkoppen. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2015: Herenhuis in eclectische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/172481 (geraadpleegd op ).
Voormalig herenhuis op hoek met Le Grellelei; eclectische stijl waarvoor bouwaanvraag van 1889 naar ontwerp van J.B. Vereecken, in opdracht van mevrouw F. Grisar. Heden ingericht als privé-school. Imposante bak- en zandsteenbouw gemarkeerd door driekwartronde hoektoren met spits, zware kordons voor de begane grond, speklagen en sierbanden van faïencetegels voor de bovenbouw; aflijnende houten kroonlijst op klossen.
Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. 1992: Herenhuis in eclectische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/10900 (geraadpleegd op ).