Burgerhuis in art-nouveaustijl gebouwd in opdracht van de heer V. Neutgens, naar een ontwerp door Jan De Vroey (gevelinscriptie) uit 1905. Het gebouw behoort tot het vroege oeuvre van de architect, wiens loopbaan midden jaren 1890 van start was gegaan. In deze periode bediende hij zich voor zijn residentiële architectuur zowel van het conventionele neoclassicisme, het eclecticisme, als de art nouveau. Kort vóór de Eerste Wereldoorlog bracht De Vroey de neogotische Sint-Hubertuskerk te Berchem tot stand. Actief tot zijn overlijden in 1935, ontwierp hij tijdens het interbellum zowel in de klassieke beaux-artsstijl, als de meer eigentijdse art deco.
Met een gevelbreedte van drie ongelijke traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en twee bouwlagen onder een complex zadeldak met dakkapel. De lijstgevel heeft een verzorgd parement uit witte Silezische brikken in kruisverband, met overvloedig gebruik van witte natuursteen voor de pui, speklagen, waterlijsten, dekstenen, balustraden, topstukken, het balkon en de erkerconsole, en blauwe hardsteen voor de hoge, geprofileerde plint. Asymmetrisch van opzet legt de compositie de klemtoon op het brede zijrisaliet, dat doorloopt in een puntgevel met schouderstukken, waarvan het topstuk de vorm aanneemt van een palmet. De rondboogdeur met oculus als bovenlicht, wordt op de begane grond geflankeerd door een rondboogdrielicht en –venster. Driezijdige, houten erker met leien afdak en afgerond balkon met balustrade in de uiterste traveeën van de eerste verdieping; de luifel uit ijzer en glas die oorspronkelijk het balkon beschermde is verdwenen. Dakbalustrade als gevelbekroning, de postamenten bekroond met een vaas en een palmet. Bewaard houten vensterschrijnwerk met typische roeden, fraai smeedwerk van de inkomdeur, waaier en souterraintralies, en gietijzeren voetschraper.
Volgens de bouwplannen wordt de begane grond over de volledige diepte opgedeeld door de inkom- en traphal, met in de linkerflank de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda, en in de rechterflank de spreekkamer en een dienstvertrek. Oorspronkelijk bevond de keuken zich in het souterrain. Van de bovenverdieping ontbreekt de plattegrond in het bouwdossier.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 961#4641.