Twee burgerhuizen in neo-Vlaamserenaissance-stijl, gebouwd in opdracht van de heer Mennen, naar een ontwerp door Edmond Van Waeterschoodt uit 1896. Het geheel is representatief voor de rijpe oeuvre van de architect, die actief was vanaf omstreeks 1880 tot de eerste jaren van de Eerste Wereldoorlog. Tijdens de jaren 1890 legde hij zich vooral toe op de neo-Vlaamserenaissance, met als belangrijkste realisaties het herenhuis “Brabo” aan de Cogels-Osylei en het pittoreske hoekcomplex van de Transvaalstraat met het Tramplein, beide gelegen in de wijk Zurenborg. Twee woningen die deel uitmaken van een groep van vier in de De Moystraat, in 1892 en 1894 ontworpen in opdracht van de advocaat Polydore Van de Velde, hebben een quasi identiek gevelfront als de woningen Mennen.
Met een gevelbreedte van elk twee ongelijke traveeën, omvatten beide rijwoningen twee bouwlagen onder een zadeldak (leien); enkel het hogere nummer 70 beschikt over een volwaardig souterrain. De lijstgevels zijn opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, overvloedig verwerkt met witte natuursteen voor speklagen, waterlijsten, consoles, korbelen, sluitstenen, kozijnen en de deuromlijsting, op een plint uit blauwe hardsteen. Asymmetrisch van opzet legt de gevelcompositie de klemtoon op het brede zijrisaliet, dat gemarkeerd door een drielicht, een balkon met consoles, een Brugse travee en hoekfialen, respectievelijk doorloopt in een trapgevel en een halsgevel met topstuk, gebogen fronton en smeedijzeren windwijzer. De rondboogdeur van nummer 70 heeft een geboste omlijsting met imposten en sluitsteen, een entablement en een bovenlicht met voluten en gebogen fronton; de rechthoekige deur van nummer 72 wordt omlijst door een entablement op pilasters met wortelmotief, waarboven een eenvoudig bovenlicht. Opvallende stijldetails zijn verder de muurankers, diamantkoppen en bewerkte kroonlijsten. In nummer 70 bleven de houten inkomdeur en dakkapel evenals het smeedwerk van tralies en borstweringen bewaard, maar werden de bekronende fiaal en windwijzer verwijderd. Een storende gevelbeschildering ontsiert nummer 72, waar ook het balkon en de dakkapel verdwenen, en het schrijnwerk werd vernieuwd.
De plattegrond van beide woningen beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een voorbouw en een smalle achterbouw in entresol bestaat. Volgens de bouwplannen wordt de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht, op de begane grond geflankeerd door de vestibule en de traphal. In nummer 70 bevindt de keuken zich in het souterrain, en geeft de veranda met flankerend ‘kabinet’ uit op een terras. In nummer 72 neemt de keuken gelijkvloers de achterbouw in.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1539#874.