Burgerhuizen in cottagestijl naar ontwerpen van architecten Léopold De Coninck en Maurice Potié, de woning Yseboot-Ricquier (hoek Lysenstraat) uit 1928-1929, de woning Goemans-Rigole uit 1925 en de architectenwoning Léopold De Coninck uit 1926. Pittoreske combinatie van baksteenbouw, witte natuursteen, overkragende vakwerkbouw in houten stijl- en regelwerk met bepleistering en leien dakbedekking. Aan 'Old English'-stijl ontleende erkers, loggia's en tudorbogen.
Nummer 455. Burgerhuis in half open bebouwing (hoek Lysenstraat) van twee bij vier traveeën onder een complex schilddak; voortuintje met bakstenen muurtje en smeedwerk. Ontwerp uit 1928, gebouwd in 1929. Opdrachtgever was R. Yseboot-Ricquier, 'administrateur de société' die op het moment van de bouwaanvraag gedomicilieerd was op nummer 461 (woning Goemans-Rigole) en architect Léopold De Coninck als buur had. Het ontwerp werd licht vereenvoudigd uitgevoerd: aanvankelijk was de garage gepland als annex tegen de achtergevel, waarboven een terrasloggia met arcade. Volgens het bouwplan is de plattegrond georganiseerd rond de monumentale traphal, die het pand centraal over de volledige breedte opdeelt. Gelijkvloers woonkamer vooraan, vestiaire annex wc, keuken annex pomphuis en garage achteraan. Op de eerste verdieping salon vooraan, eetkamer en office met monte-plats achteraan. Op de tweede verdieping grote en twee kleine slaapkamers waartussen de badkamer, bereikbaar via secundair trappanhuis; onder het dak drie mansardes.
Nummer 461. Burgerhuis naar een ontwerp uit 1925. Opdrachtgever was mevrouw Goemans-Rigole, echtgenote van de kleermaker Gustaaf Petrus Maria Goemans (°Antwerpen, 1879). In 1921 had het echtpaar Goemans-Rigole door De Coninck en Potié al een cottagevilla laten optrekken, op de hoek van Vijverlaan en Della Faillelaan. In 1928 volgde nog een tweede cottagevilla op de hoek van Vijverlaan en Sorbenlaan. De woning aan de Grotesteenweg was bestemd voor verhuur. Rijwoning van één/twee traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. Bel-etagewoning georganiseerd rond de traphal die het pand centraal over de volledige breedte opdeelt. Volgens het bouwplan gelijkvloers inkom en garage vooraan, vestiaire annex wc en keuken annex pomphuis achteraan. Op de bel-etage salon vooraan, eetkamer en office met monte-plats achteraan. Op de tweede verdieping grote slaapkamer vooraan, twee kleine slaapkamers en badkamer achteraan. Onder het dak twee slaapkamers en bergkast.
Nummer 463. Eigen woning van architect Léopold De Coninck, echtgenoot van Victorine Steegers, naar een ontwerp uit 1926, voltooid in 1927. Rijwoning van één/twee traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. In het bouwdossier ontbreekt het bouwplan.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 956#5396 (11 januari 1929, nummer 455), 961#7764 (4 juli 1925, nummer 461) en 961#8521 (25 oktober 1926, nummer 463).