Modernistisch burgerhuis gebouwd in opdracht van de handelsvertegenwoordiger Alfons De Winter (°Vorselaar, 1888) naar een ontwerp door de architect Urbain De Meyer uit 1934. De werken gingen op 1 juni 1934 van start. Aanvankelijk telde het gebouw slechts twee bouwlagen onder een plat dak. Na oorlogsschade liet De Winter in 1945-1946 de tweede verdieping optrekken naar ontwerp van architect Antoine Van Gastel, uitgevoerd door aannemer Leo Smits.
Rijwoning van drie bouwlagen onder een plat dak. Lijstgevel met een parement uit witte natuursteenplaten op een hardstenen plint, gekenmerkt door afgeronde glaspartijen naast inspringende doorgang en loggia's. Oorspronkelijk bakstenen voortuinmuurtje met ijzeren buisleuning en poortje.
Volgens de bouwplannen leidt de terugwijkende doorrij/garage in de rechter travee naar een magazijn van één bouwlaag achteraan op het perceel, dat samen met de woning werd opgetrokken. Verder wordt de begane grond ingenomen door de doorlopende woon- en eetplaats met terras, de zijdelings ingeplante inkom- en traphal aan de doorrij, en de keuken annex wc daarachter. Op de bovenverdieping zijn vier slaapkamers en een badkamer gegroepeerd rond de traphal. In het bouwdossier van de toegevoegde tweede verdieping ontbreekt de plattegrond.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1275#2673 (9 mei 1934) en 961#5216 (27 juli 1945).
- SERNEELS Ch. 1936: Un jeune architecte anversois Urbain De Meyer, Bâtir 44, 775.