Meergezinswoning met twee flats een praktijkruimte en negen garageboxen, gebouwd in opdracht van vader en zoon Walther en Jan Vanbeselaere, naar een ontwerp door de architect Jul De Roover uit 1963. De werken uitgevoerd door de aannemer Frans Regnier uit Deurne gingen van start op 17 april 1964. Het bouwterrein werd afgesplitst van het oorspronkelijk L-vormige perceel van de privé-woning van Walther Vanbeselaere, Grotesteenweg 628, dat doorliep tot de Karmelietenstraat. Deze bel-etagewoning was in 1941 in opdracht van G. Burssens opgetrokken, naar een ontwerp van architect J. Scheffer uit 1940.

Walther Vanbeselaere (Zevekote, 1908-Antwerpen, 1988) was doctor in de kunstgeschiedenis, professor aan de Rijksuniversiteit Gent vanaf 1941, conservator en hoofdconservator van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen van 1948 tot 1973.

Rijwoning van drie traveeën en drie bouwlagen onder een plat dak. Lijstgevel uit rood baksteenmetselwerk met een veruitwendigd betonskelet. Gevelcompositie met bakstenen muurvlakken en variërende aluminium ramen.

Volgen de bouwplannen wordt de begane grond ingenomen door de inkom- en traphal, de garage en een medische praktijkruimte bestaande uit een wachtplaats, kantoor en een behandelkamer met vier cabines. In de linker travee doorrij naar de garageboxen op de binnenplaats. Beide flats hebben een identieke L-vormige plattegrond, en bestaan aan straatzijde uit een gevelbrede woonkamer met open haard, en aan tuinzijde uit de keuken met eethoek en terras, de badkamer en drie compact geschakelde slaapkamers.

Woning J. Vanbeselaere, 1963, naar ontwerp van Jul De Roover; betonskelet; gevelcompositie met bakstenen muurvlakken en variërende aluminium ramen.