Vrijstaand herenhuis in eclectische stijl met neoromaanse inslag, oorspronkelijk de kern van een ensemble dat verder uit twee flankerende burgerhuizen in half open bebouwing bestond, naar een ontwerp door de architect Michel De Braey uit 1899. Beide burgerhuizen in eclectische stijl met neorenaissance-inslag (Le Grellelei 7 en De Merodelei 2), werden respectievelijk in 1990 en 1963 gesloopt voor nieuwbouwflats.
Opdrachtgever was Albert Kreglinger (1874-1953), die het bouwproject ten uitvoer bracht kort na zijn huwelijk met Elena Tewes (1876-1963) in 1898. Hij behoorde tot de vierde generatie van dit in oorsprong Duitse handelaars- en bankiersgeslacht te Antwerpen. De broers Georg Friedrich (1765-1821) en Christian Emmanuel Kreglinger (1770-1813), afkomstig uit Karlsruhe, richtten in 1797 de handelsfirma G. & C. Kreglinger op, gevestigd in het vroegere gildehuis "Spaengien" op de Grote Markt. Actief in de import en handel van wol, schaapsleder, tabak en koffie, kende het bedrijf naar het einde van de 19de eeuw toe een wereldwijde expansie met vestigingen in Latijns-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland. In 1935 werd de financiële activiteiten ondergebracht in de Bank Kreglinger. Albert Kreglinger volgde zijn vader Eugène Kreglinger (1840-1914) op, en kwam na het overlijden van twee van zijn achterneven en zijn eigen zoon Eugène (1899-1933), alleen aan het hoofd van het bedrijf, dat hij tot aan zijn dood in 1953 zou leiden. Langs moederskant was Albert Kreglinger een kleinzoon van de weduwe Constance Grisar-Govaerts, die in 1889 op de tegenoverliggende hoek van Le Grellelei en De Merodelei een al even imposant herenhuis had laten bouwen door de architect Jean Baptiste Vereecken. Beide hotels vormen pendants in eclectische stijl als monumentale toegang tot de De Merodelei.
Actief vanaf eind jaren 1880, maakte Michel De Braey omstreeks de eeuwwisseling naam met prestigieuze hotels in diverse neostijlen of landhuizen in cottagestijl. Tot de belangrijkste werken uit deze rijpe fase van zijn loopbaan behoren de neogotische Anglicaanse kerk Sint-Bonifacius in de Grétrystraat en het in neorenaissancestijl ontworpen Gemeentehuis van Wijnegem. Het hotel Kreglinger vertoont een zekere verwantschap met het "Pharazijnshof" uit 1893 in Kapellen, daar waar de flankerende burgerhuizen van hetzelfde type waren als het hotel Coppens uit 1900 aan de Cogels-Osylei. Na de Eerste Wereldoorlog was De Braey nog een vijftal jaar geassocieerd met zijn zoon Jan, alvorens omstreeks 1925 een punt achter zijn carrière te zetten.
Met een gevelbreedte van zeven bij drie traveeën, omvat het gebouw een souterrain en drie bouwlagen onder een schilddak. Het statige gevelfront is opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk, overvloedig verwerkt met witte natuursteen voor onder meer speklagen, waterlijsten, balustraden, korbelen, kolommen, dekstenen en topstukken, met gebruik van ijzeren lateien met rozetten, blauwe hardsteen voor de plint, en leien als dakbedekking. Pittoresk van karakter vormt de rijk geornamenteerde architectuur een mengeling van elementen in neoromaanse, neorenaissance, neotraditionele en cottagestijl. Het gevelfront beantwoordt aan een symmetrisch opzet, gemarkeerd door overkragende zijrisalieten met een puntgevel en topstuk, rustend op een halfzuil, korbelen en pilasters. Een bow-window met gebogen terras, een topgeleding opgevat als loggia en een opvallende dakkapel bepalen de middenpartij van de opstand, die verder is opgebouwd uit regelmatige registers van steek- of rondboogopeningen, veelal gekoppeld tot twee- en drielichten, met borstweringen in ajour. In de oksel van de zuidelijke zijgevel bevindt zich een traptoren onder een leien spits bekroond door een smeedijzeren vorstkam met spiraalmotieven; het aanleunende portaal met ijzeren latei, wordt omlijst door colonettes en een puntgevel met boogveld. Eenvoudiger van vormgeving is de tuingevel, met een terras, registers van rondboogtweelichten, en een attiek met twee dakvensters. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard, evenals het smeedijzer van het traliewerk. Links sluit de tuinmuur met postamenten aan, opgetrokken uit baksteenmetselwerk op een breukstenen sokkel (grès de la Gileppe), en bekroond door een gesmeed ijzeren hek met spiraalmotieven.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2015: Herenhuis in eclectische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/172565 (geraadpleegd op ).
Voormalige herenwoning, eclectische stijl met neoromaanse inslag, waarvoor bouwaanvraag van 1899 naar ontwerp van M. De Braey, in opdracht van A. Kreglinger; sedert circa 1950 kantoren van het Bestuur der Waterwegen en van het Zeewezen. Vrijstaand hoekhuis met De Merodelei, zeven traveeën en drie bouwlagen onder schilddak (leien).
Baksteenbouw met constructief gebruik van natuursteen. Begane grond met gevelbreed gebogen terras en aflijnende gietijzeren puilijst. Bovenbouw met risalietvormende zijtraveeën met puntgevel links en rechts van loggia. Verschillende venstervormen. Zijportaal in neoromaanse stijl voor torenvormig verhoogde traphal.
Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. 1992: Herenhuis in eclectische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/10980 (geraadpleegd op ).