is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Herenhuis in eclectische stijl
Deze vaststelling is geldig sinds
Herenhuis in eclectische stijl, oorspronkelijk het linker pand van een geheel van twee gekoppelde hotels, naar een ontwerp door de architect Jean-Laurent Hasse uit 1884. Opdrachtgevers waren Maximillian Wolfgang Müller voor nummer 19 en de heer W. Engels voor het verdwenen nummer 20. Deze laatste is wellicht te identificeren met de verzekeraar en reder William Engels (Antwerpen, 1849-Berchem, 1926). De koopman Maximillian Wolfgang Müller (°Düsseldorf, 1850), emigreerde in 1868 vanuit Keulen naar Antwerpen. Met zijn echtgenote Elisabeth Clementine Nothwang (°Worms, 1860) en hun drie zonen geboren te Antwerpen tussen 1879 en 1884, betrok hij het herenhuis in de zomer van 1886. Het hotel Müller werd in 1996 opgedeeld in appartementen, het hotel Engels in 1952 gesloopt voor een nieuwbouwflat.
De gekoppelde hotels Müller en Engels behoren tot het vroege oeuvre van Jean-Laurent Hasse, die actief was van 1875 tot zijn overlijden in 1925. Tijdens de eerste decennia van zijn loopbaan bouwde de architect een groot aantal voorname burgerhuizen in eclectische en neo-Vlaamserenaissance-stijl in Antwerpen waaronder zijn eigen woning uit 1880 in de Osystraat. Vanaf de jaren 1900 verplaatste het zwaartepunt van zijn activiteiten zich naar architectuur voor de industrie, zoals de kantoren en werkplaatsen van Bell Telephone Manufacturing Company in de Boudewijnsstraat waarvoor hij al in 1882 de eerste gebouwen ontwierp, de Compagnie Générale des Tramways d’Anvers in de Grotehondstraat uit 1903, en het automerk Minerva waarvan de eerste fabriek in de toenmalige Warandestraat in 1904 tot stand kwam. De hotels Müller en Engels maken deel uit van een reeks constructies uit begin tot midden jaren 1880 waar Hasse naar verluidt voor het eerst in België gebruik maakte van “grès de Bavière et de Bade”. Om deze natuursteen van Zuid-Duitse oorsprong te promoten, bracht hij een foto-album uit met zeven van zijn realisaties. Daartoe behoren ook het hotel Henrard in de Gounodstraat en het hotel Bulcke in de Violierstraat. Aan de Prins Albertlei bouwde Hasse voor de reder Julius Bernhard von der Becke in 1884-1885 nog twee aanpalende hotels waarvan het rechter van een vergelijkbaar type (voorheen nummers 21 en 22) en in 1889 een ensemble van drie burgerhuizen op de hoek van de vroegere Warandestraat (voorheen nummers 27-29).
Beide hotels in pseudo-halfopen bebouwing, vormden oorspronkelijk een symmetrisch ensemble, verbonden door twee gekoppelde inkomportieken. Vermoedelijk identiek qua volume en plattegrond, beantwoordden ook de gevelopstanden aan eenzelfde ordonnantieschema, met slechts varianten in de detailuitvoering van het risaliet. Met een gevelbreedte van vier traveeën omvat het hoofdvolume een souterrain en drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde, rechts geflankeerd door een recent verhoogde portiektravee. De lijstgevel heeft een polychroom parement uit witte en roze natuursteen, in combinatie met blauwe hardsteen voor de geprofileerde plint en geel baksteenmetselwerk in kruisverband met rode voegen voor de bovenbouw van de zijtraveeën. Daarbij is de witte natuursteen gebruikt voor de geboste begane grond en de balustrades en friezen, en de roze natuursteen voor structurerende onderdelen als waterlijsten en pilasters, deur- en vensteromlijstingen en de erker.
Nadrukkelijke geleed in horizontale registers door middel van waterlijsten, kordonvormende lekdrempels en hoekpilasters, legt de compositie de klemtoon op het twee traveeën brede rechter risaliet, dat tot in de bedaking is doorgetrokken. Dit laatste wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een rechthoekige erker met zware voluutconsoles en doorgetrokken balustrade, bekroond door een geajoureerde borstwering met smeedwerk. De gesuperposeerde rondboogdrielichten hebben Ionische colonnetten of composiete pilasters, geprofileerde waterlijsten en bewerkte sluitstenen met maskerkop of rolwerk; houten dakkapel met driehoekig fronton tussen oeils-de-boeuf boven de gekorniste kroonlijst op modillons. Verder regelmatige ordonnantie van korf- en rondboogvensters in oplopende, op de bovenverdiepingen rijk bewerkte omlijstingen, en voorzien van gietijzeren parapetten. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. De portiek met een door colonetten geflankeerde korfboogpoort met sluitsteen, wordt bekroond door een pergola met middenzuil en gietijzeren borstwering uit de bouwperiode. In de bouwplannen werden beide portieken gekoppeld door een bekronend topstuk met voluten, gebroken fronton en obelisk. Het houten schrijnwerk van de bewerkte inkomdeur en de bovenvensters is bewaard, evenals de smeedijzeren tralies van het souterrain.
Oorspronkelijk traditionele indeling met koetspoort naar de achterliggende tuin, georganiseerd rond een centrale traphal. Representatieve ontvangstkamers in neoclassicistische en neo-Vlaamserenaissance-stijl op de gelijkvloerse verdieping, eenvoudiger, doch eveneens verzorgde vertrekken op de bovenverdieping.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Prins Albertlei
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Herenhuis in eclectische stijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/11011 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.