Dokterswoning in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van de arts V. Marinus, naar een ontwerp door Léopold De Coninck en Maurice Potié uit 1912. Het gebouw behoort tot de vroege gezamenlijke realisaties van de architecten, geassocieerd sinds 1 februari 1909 en bijna drie decennia lang in bedrijf, tot het terugtreden van De Coninck wegens gezondheidredenen in oktober 1937. Vóór de Eerste Wereldoorlog legden zij zich zowel toe op het klassieke burgerhuis in beaux-artsstijl, als op de pittoreske cottagevilla, die in de jaren 1920 zowat hun handelsmerk zou worden.
Rijhuis met dubbelhuisopstand van vier traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met een sokkel en puilijst uit blauwe hardsteen. Begane grond met schijnvoegen, op de bovenverdieping geblokte hoekpilasters, afgezet met een rolwerkcartouche. Balkon met smeedijzeren borstwering op stafwerkconsoles in de inkomtravee; bekroning van de bovenvensters met entablementen. Klassiek hoofdgestel met neo-Lodewijk XVI-medaillons in de fries. Houten vleugeldeur met glas-in-loodraam in het bovenlicht.
Volgens de bouwplannen is de brede en diepe plattegrond georganiseerd rond de centraal ingeplante, ruime traphal met bovenlicht en vestiaire. Aan straatzijde strekt zich de dokterspraktijk uit, de inkom geflankeerd door de 'spreekkamer' en de 'voorkamer', waarop de 'werkkamer' en een 'kabinet' aansluiten. Aan de tuinzijde de suite van salon en eetkamer die via de office in verbinding staat met de keuken annex pomphuis, en centraal de woonkamer die trapezoïdaal uitspringt op het terras. Op de bovenverdieping vijf slaapkamers en de badkamer, onder het dak drie mansardes en een zolder.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 956#3446 (18 juni 1912).