Teksten van Groepsbebouwing Carolus Magnus

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/11092

Groepsbebouwing Carolus Magnus ()

Het opvallende eclectische ensemble "Carolus Magnus" werd ontworpen in 1897 door J. Bilmeyer en J. Van Riel. Ze tekenden het ontwerp in opdracht van de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen in het Oostkwartier.

Deze maatschappij was opgericht met als doel de nieuwe wijk Zurenborg te ontwikkelen. De maatschappij bouwde talrijke ensembles voor eigen rekening, die ze verhuurde of verkocht sleutel-op-de-deur. Het is duidelijk dat de maatschappij een stedenbouwkundige en architecturale stempel op de nieuwe wijk wilde drukken. Door hun investering in grote, opvallende ensembles in de centrale as door de wijk, bouwde de maatschappij de Cogels-Osylei uit tot het pronkstuk van Zurenborg.

Bilmeyer en Van Riel voerden belangrijke opdrachten uit voor de maatschappij en bepaalden op die manier mee het beeld van de wijk. Ze tekenden onder meer groepen stadsvilla's in cottagestijl in de Transvaalstraat en twee symmetrische reeksen kleine burgerhuizen in de Dolfijn- en de Tweelingenstraat, beide een mengeling van neoclassicisme en neo-Vlaamseneorenaissance.

De huizengroep Carolus Magnus aan de Cogels-Osylei, in een zelfbedachte eclectische combinatie van elementen uit de neo-Karolingische stijl, wordt gezien als hun meest originele realisatie. De opname van het pand in het tijdschrift l'Emulation in 1902 getuigt van de appreciatie door de eigentijdse architectuurcritici.

Carolus Magnus is een symmetrisch opgebouwde, vrijstaande huizengroep, bestaande uit vier woningen van twee tot drie traveeën en drie bouwlagen onder een groot leien schilddak. De compositie bestaat uit twee centrale woningen met lijstgevels, geflankeerd door de twee hoekhuizen met ingebouwde polygonale torens, stompe zijvleugels en smeedijzeren poorten, geïnspireerd op Karolingisch-romaanse voorbeelden. De stoere vormen en het ruw gehakt parement contrasteren met de fijne mozaïeken en het ijl smeedwerk. Er wordt een klassieke gevelopbouw toegepast, met neo-romaanse bogengalerij bovenaan de middelste gevels en in de torentransen. Centrale sokkelvormende liseen met natuurstenen Carolusbeeld door beeldhouwer Jules Weyns.

  • Archief Engetrim, plannen, sneden.
  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1897#1878.
  • ELAUT A. & POSSEMIERS J. 1988: Op wandel door de belle époque, Brussel, 54-55.
  • L'Emulation, 1902, XXVII, plaat 30.

Auteurs:  Plomteux, Greet; Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Groepsbebouwing Carolus Magnus [online], https://id.erfgoed.net/teksten/169931 (geraadpleegd op ).


Groepsbebouwing Carolus Magnus ()

Zogenaamd "Carolus Magnus". Symmetrisch opgebouwde, vrijstaande huizengroep, waarvoor bouwaanvraag van 1897, naar ontwerp van J. Bilmeyer en J. Van Riel. Compositie met centrale lijstgevels, geflankeerd door ingebouwde polygonale torens, stompe zijvleugels en smeedijzeren poorten, geïnspireerd op Karolingisch-romaanse voorbeelden. Stoere vormen en ruw gehakt parement contrasterend met fijne mozaïeken en ijl smeedwerk. Klassieke gevelopbouw met neoromaanse bogengalerij bovenaan de middelste gevels en in de torentransen. Centrale sokkelvormende liseen met gehavend witstenen Carolusbeeld door J. Weyns.

  • Archief Engetrim, plannen, sneden.
  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1897#1878.
  • ELAUT A. & POSSEMIERS J. 1988: Op wandel door de belle époque, Brussel, 54-55.
  • L'Emulation, 1902, XXVII, plaat 30.

Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Groepsbebouwing Carolus Magnus [online], https://id.erfgoed.net/teksten/11092 (geraadpleegd op ).