Villa De Waterlelies is een art-nouveau-ontwerp van architecten A. Cols & A. Defever uit 1900.

Ze realiseerden het project in opdracht van de de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen in het Oostkwartier. Deze maatschappij was opgericht met als doel de nieuwe wijk Zurenborg te ontwikkelen. De maatschappij bouwde talrijke ensembles voor eigen rekening, die ze verhuurde of verkocht sleutel-op-de-deur. Het is duidelijk dat de maatschappij een stedenbouwkundige en architecturale stempel op de nieuwe wijk wilde drukken. Door hun investering in grote, opvallende ensembles in de centrale as door de wijk, bouwde de maatschappij de Cogels-Osylei uit tot het pronkstuk van Zurenborg.

Cols & Defever waren geliefde architecten bij de maatschappij. Ze konden een groot aantal projecten realiseren in hun opdracht in Zurenborg, in alle gangbare bouwstijlen. Ook mochten ze het ontwerp tekenen van het kantoorgebouw in de Grotehondstraat waar de bouwmaatschappij zich vanaf 1902 vestigde.

Voor deze half vrijstaande, individueel ontworpen burgerwoning kozen de architecten voor de art nouveau. Klassiek opgebouwd woonhuis met lager aansluitende inkompartij en diensten, laatstgenoemde verhoogd met serre en overdekt terras. Voorgevel met breuksteenparement onderbroken door witte natuurstenen lijsten; evenwichtige compositie met hoefijzerboogvormig bel-etagevenster met voorgeplaatste houten erker, de loggia van de derde bouwlaag met spits toelopend houten balkonnetje en onregelmatig gevormde glazen luifel. Art-nouveau-smeedwerk met vegetale motieven aan keldervensters, serre, luifel en consoles, aan de deur samen met het schrijnwerk verenigd tot een prachtig kunstwerk; de sgraffitovoorstellingen op de borstwering van de derde bouwlaag zijn verdwenen.

Zogenaamd "De Waterlelies". Halfvrijstaande, individueel ontworpen villa in art nouveau, waarvoor bouwaanvraag van 1900, naar ontwerp van A. Cols en A. Defever.

Klassiek opgebouwd woonhuis met lager aansluitende inkompartij en diensten, laatstgenoemde verhoogd met serre en overdekt terras. Voorgevel met breuksteenparement onderbroken door witstenen lijsten; evenwichtige compositie met hoefijzerboogvormig bel-etagevenster met voorgeplaatste houten erker, de loggia van de derde bouwlaag met spits toelopend houten balkonnetje en onregelmatig gevormde glazen luifel. Art-nouveau-smeedwerk met vegetale motieven aan keldervensters, serre, luifel en consoles, aan de deur samen met het schrijnwerk verenigd tot een prachtig kunstwerk; de graffiti op de borstwering van de derde bouwlaag zijn verdwenen.