De art-nouveau-woning "De Roos" werd in 1898 ontworpen door architect Jules Hofman. Hij realiseerde het ontwerp in opdracht van Edouard Myin, die toen in de Pretoriastraat 10 woonde, ook in Zurenborg.
Myin behoorde tot een notarisfamilie in Antwerpen. Vermoedelijk kunnen we de bouwheer echter identificeren als de schutter die op de Olympische Zomerspelen in Parijs van 1900 ons land vertegenwoordigde in vijf verschillende schietwedstrijden, zonder evenwel een medaille te winnen. De naam van de woning en de versiering van zijn monogram boven het smalle venster op de bel etage wijzen alleszins in die richting.
De rijwoning telt drie bouwlagen onder een zadeldak en heeft een gaaf bewaarde voortuin die met een smeedijzeren hek van de straat afgescheiden is. De woning heeft een lijstgevel van gele bak- en natuursteen gemarkeerd door zware erker en licht balkon, laatstgenoemde onder segmentbogig beglaasde luifel omkranst door smeedijzeren roosjes. Het burgerhuis is ontworpen in florale art nouveau, met golvende lijnen in de geest van Victor Horta, die de tekening vormen van in natuursteen uitgewerkte omlijstingen, leuningen en consoles, smeedijzeren serpentinekronkels, constructieve ijzermodules en decoratieve glasmozaïeken. De strakke gevelbeëindiging is echter eerder in de stijl van Paul Hankar. Het gesculpteerde boogveld boven het linker bel-etagevenster draagt het monogram van de bouwheer, waarin ook een schuttersroos is verwerkt.
Het schrijnwerk van kroonlijst, vensters, voorzetrolluiken en voordeur is origineel; de oorspronkelijke luifel boven de deur is verdwenen. Salon in neorococo.
Auteurs: Plomteux, Greet; Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Hooft E. 2015: Burgerhuis De Roos [online], https://id.erfgoed.net/teksten/171169 (geraadpleegd op ).
Zogenaamd "De Roos"; burgerhuis in florale art nouveau, waarvoor bouwaanvraag van 1898 naar ontwerp van J. Hofman; lijstgevel van gele bak- en natuursteen gemarkeerd door zware erker en licht balkon, laatstgenoemde onder segmentbogig beglaasde luifel omkranst door smeedijzeren roosjes. Golvende lijnen in de geest van V. Horta vormen de tekening van in natuursteen uitgewerkte omlijstingen, leuningen en consoles, smeedijzeren serpentinekronkels, constructieve ijzermodules en decoratieve glasmozaïeken; strakke gevelbeëindiging eerder in de stijl van P. Hankar; gesculpteerd boogveld boven bel-etagevenster met monogram van de bouwheer, notaris Eduard Myin; originele houten deur, waarvan de vroegere luifel verdwenen is. Salon in neorococo.
Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. 1992: Burgerhuis De Roos [online], https://id.erfgoed.net/teksten/11098 (geraadpleegd op ).