Het Klaverblad, een statig burgerhuis in neo-Vlaamserenaissance-stijl, werd in 1903 ontworpen door de 21-jarige architect Daniël Rosseels.

Opdrachtgever voor de bouw van deze grote woning was zijn vader, kunstschilder Jaak Rosseels. Jaak Rosseels woonde tot dan op de Mechelsesteenweg in Antwerpen, en had in Wechelderzande een buitenverblijf, waar hij deel uitmaakte van de kunstenaarskolonie de Wechelse School. De woning die Rosseels in de prestigieuze Cogels-Osylei liet bouwen, werd tot 1906 gebruikt als architectenbureau voor Daniel Rosseels, die zich toen had geassocieerd met zijn schoonbroer J. Coninck-Westenberg. In 1908 bouwde Daniel Rosseels zijn eigen woning in de Bosmanslei.

De half vrijstaande, grote burgerwoning telt vier bouwlagen en vier traveeën onder een hoog zadeldak. Voor- en vrije linker zijgevel zijn opgetrokken in rode baksteen, gecombineerd met witte natuursteen voor negkettingen en decoratie. De lage begane grond is uitgewerkt als sokkelvormende plint, met een parement van witte natuursteen. Hier bevinden zich een eiken, opgeklampte voordeur onder leien luifel, en een laag rechthoekig venster.

Op de bel etage zit centraal een natuurstenen cartouche met als versiering een klaverblad en het opschrift "DIT HUIS IS GENAAMD HET KLAVERBLAD". Rechts en links daarvan, twee vensters met natuurstenen kozijnen waarin kleurrijke glas-in-loodpanelen zijn verwerkt, onder meer met wapenschilden. De houten loggia die de volledige breedte van de tweede verdieping omspant, steelt de show. De constructie bestaat uit vier rondbogen en een houten balustrade, afgedekt door een leien dak. De achterliggende vensters met natuurstenen kozijnen bevatten eveneens verfijnd glas in lood. Bovenverdieping met vier smalle kloosterkozijnen. De woning is bekroond door een halsgevel, met overhoekse lisenen en een natuurstenen topstuk.

De zijgevel is met zorg uitgewerkt, met natuurstenen speklagen en een trapgevel. Een tweede ingang tot de woning bevindt zich in een lagere bakstenen uitbouw, die verder opklimt in een twee verdiepingen tellende aanbouw met bekronend balkon, waarachter zich vestibule en trappenhuis bevinden.

Imposant halfvrijstaand burgerhuis, zowel uit- als inwendig in uitgesproken neo-Vlaamserenaissance-stijl, waarvoor bouwaanvraag van 1903 naar ontwerp van D. Rosseels; tot 1905, architectenbureau D. Rosseels-J. Coninck-Westenberg.

Halsgevel van bak- en natuursteen op sokkelvormende plint met inkomdeur; een tweede toegang bevindt zich in de zijgevel; typerende gevelbrede houten galerij en glas-in-loodramen.