is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Vier burgerhuizen in neorococo
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Burgerhuis in neorococostijl
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Burgerhuis in neorococostijl
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Burgerhuis in neorococostijl
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Burgerhuis in neorococostijl
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Zurenborg: deel Berchem
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Burgerhuizen
Deze vaststelling was geldig van tot
Groepsbebouwing van vier gelijkaardige burgerhuizen in neorococostijl, ontworpen in 1901 door Dieltiëns in opdracht van de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen in het Oostkwartier.
Deze maatschappij werd in 1886 opgericht om Zurenborg als woonwijk uit te bouwen. Architect Dieltiëns is één van de meest bepalende architecten in de wijk, die heel vaak werkte in opdracht van de maatschappij. Hij realiseerde een groot deel van zijn oeuvre in Zurenborg, en is er vooral gekend om zijn monumentale ensembles op de Cogels-Osylei.
Hier realiseerde hij een vrij atypisch ensemble, in neorococostijl, een stijl die niet vaak voorkomt in Zurenborg en ook voor de beginjaren van de 20ste eeuw ongebruikelijk is.
De woningen tellen drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldaken. De klassiek opgebouwde lijstgevels kregen een parement van witte natuursteen op een hardstenen plint. De vrijstaande, grotendeels bakstenen zijgevel van nummer 31 is versierd met motieven in contrasterend metselwerk. De voorgevels van het ensemble wisselen rechte kroonlijsten af met gebogen kroonlijsten: nummers 31 en 35 met rechte kroonlijst en nummers 33 en 37 met een gebogen kroonlijst, die geaccentueerd wordt door de grote rondbogige muurvelden waarin de gevels zijn vervat. De muuropeningen zijn wisselend van vorm, maar zijn allemaal in gesculpteerde omlijstingen gevat. Typisch voor de neorococo zijn het gekrulde smeedwerk van de balkonleuningen en de rocaillevormen in de decoratie.
Grotendeels bewaarde detaillering van de decoratie en van het schrijnwerk dat getypeerd wordt door bovenlichten met kleine roedeverdeling.
Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)