In dit bepleisterd, onopvallend neoclassicistisch rijhuis van drie traveeën met brede rechterpoort was oorspronkelijk een "koeiboerderij" gevestigd.
De bouwaanvraag voor de woning met achterliggende stallingen dateert van 1893, naar ontwerp van de Mortselse bouwmeester Joseph De Backer, in opdracht van Petrus Van Havere, een landbouwer uit Mortsel. Tot voor de aanleg van de Singel waren stadsboerderijen in de nabijheid van de groene vestinggronden niet ongewoon. Ondanks de wijzigingen aan het gebouw, blijft het een interessante getuige van de aanwezigheid van landbouw binnen de stadsmuren tot in de eerste helft van de 20ste eeuw.
De boerderij bestond uit een woning aan de straatkant en een grote koestal die in L-vorm achter de woning was gebouwd, daarbij doorlopend achter de twee rechts aansluitende percelen. De stal, een laag bakstenen gebouw onder een zadeldak, met rechthoekige staldeuren, vensters en een poort in de vrije puntgevel, werd in 1940 afgebroken.
Het woonhuis staat er nog, zij het met een later toegevoegde tweede verdieping. Het is een woning van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. De bepleisterde lijstgevel heeft een plint in blauwe hardsteen, kordonlijsten en doorlopende onderdorpels en een houten kroonlijst. In de oorspronkelijke indeling had de begane grond naast de poort twee rechthoekige vensters. De poort verleende toegang tot de koer met stallen, maar ook tot een inkomhal met trappenhuis die zich tussen voor- en achterkamer bevond, parallel met de straat.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 956 # 868, 1275 # 5556.