De neogotische Heilige-Familie- en Sint-Corneliuskerk werd als één complex in 1906-1910 opgetrokken samen met de devotiekapel, de kerkmeestershuis en de pastorie. De gebouwen werden ontworpen door architect Frans Mertens. De Franse hooggotiek gold als voorbeeld.

Het geheel bestaande uit de kerk met devotiekapel, kerkmeestershuis en pastorie is ingeschreven in een trapeziumvormig perceel, gelegen op de hoek van Sterlingerstraat/Koxplein aan noord- en Betogingstraat aan oostzijde. De totale lengte van de kerk buitenwaarts gemeten, bedraagt circa 65 meter, de breedte 37 meter.

Voor het in neogotische stijl gebouwde kerkmeestershuis, alsook voor de in dezelfde stijl gebouwde pastorie zijn dezelfde gevelmaterialen gebruikt als voor de kerk.

Het kerkmeestershuis telt vijf traveeën en één bouwlaag + kelderverdieping onder zadeldak (nok evenwijdig aan de straat); spitse dakvensters en een polygonale, drieledige hoektoren onder ingesnoerde spits, doorbeken de lijstgevel.

De pastorie, in gevelsteen gedateerd 1910, is een dubbelhuis van vier traveeën en twee bouwlagen + kelderverdieping onder zadeldak (nok evenwijdig aan de straat); de voorgevel combineert een punt- en lijstgevel. De gevelordonnantie van beide huizen is uitgewerkt met Brugse traveeën, opgehoogd met blind maaswerk en een bas-reliëf met Onze-Lieve-Vrouw + Kind + flankerende engelen boven de ingang van de pastorie. Beide huizen vertonen pseudo-kruiskozijnen onder boogveld met neogotisch maaswerk, betralied ter hoogte van het kerkmeestershuis, en spiegelboogdeuren.

Interieur kerkmeestershuis:

Vergaderzaal met houten plafond op gesculpteerde consooltjes en lambriseringen, in de maak gegeven op 5 juli 1914 en gedurende de oorlog afgewerkt. Zelfde afwerking met kasten in sacristie. Glas-in-loodramen met paneeltjes, waarin onderaan heiligenfiguren, bovenaan heiligenmonogrammen zijn uitgebeeld. Neogotische natuurstenen schoorsteenmantel met dito bepleisterde boezem.

Mobilair:

Beglaasde kast met gekleed beeld van Onze-Lieve-Vrouw van de Vruchtbare Wijnstok (schenking), 1859, en witstenen beeld van Onze-Lieve-Vrouw met Kind + appel en duif, XIV. Neogotische kroonluchters in messing.

Interieur pastorie:

Klassiek opgebouwd grondplan met op de begane grond twee dooreenlopende woonplaatsen en een veranda links van de gang, een voormalige spreekkamer, een haaks ingebrachte trapzaal en dienstruimten rechts. De bovenverdieping vertoont een gelijkaardige indeling met twee grote kamers links, het sanitair (deels boven de gang), de trapzaal en een kleinere kamer rechts. In het dak bevinden zich de mansardekamers en een ruime zolder.

Sobere interieurafwerking met tegelvloeren in gang (zwarte en witte tegels met ruitvormige patronen en sierbanden) en veranda (gestileerde bladmotieven in groene en ivoorkleurige tinten), voorts houten vloeren die in de woonkamers deels in parket zijn uitgevoerd. Bepleisterde en beschilderde binnenmuren en plafonds met eenvoudig lijstwerk. Binnendeuren met paneelwerk. Woonkamers met bewaarde zwartmarmeren schoorsteenmantels. Houten bordestrap met stijlenleuning.

De voormalige dienstruimten (keuken, wasplaats) + een deel van de gang werden omgevormd tot hedendaagse woonkeuken, er werd een nieuwe sanitaire ruimte ingebracht en in het dakvlak aan de tuinzijde werden de oorspronkelijke steekvensters vervangen door veluxramen. De structurele wijzigingen bleven beperkt en de aanpassingen werden smaakvol en met respect voor het oorspronkelijke concept uitgevoerd.