Appartementsgebouw in art-decostijl op de grens van Antwerpen en Borgerhout, naar een ontwerp door de architect Victor Gorlé uit 1931 (gevelinscriptie). Bouwheer Prosper Schalckens was zaakvoerder van het Werkhuis van Mechanische Bouwkunde P. Schalckens, later de nv Pr. Schalckens & C°. Het gereedschaps- en machinebouwbedrijf opgericht in 1906 was gespecialiseerd in de inrichting van fabrieken en diamantsnijmachines, en patenthouder van de "Veni Vidi Vici 120". Schalckens vestigde de toonzaal en het kantoor van zijn bedrijf op het gelijkvloers, en zijn privé-appartement in de rechter flank van de eerste verdieping, met een afzonderlijke inkom- en traphal. Het gebouw omvat verder negen appartementen van hogere standing.
Victor Gorlé startte zijn loopbaan als partner van architect Léon Stynen, met wie hij tussen 1923 en 1927 meerdere projecten tot stand bracht, waaronder een niet bekroond wedstrijdontwerp voor het Antwerpse Sportpaleis. De art-decostijl uit zijn vroege periode, waarvan het appartementsgebouw Schalckens een representatief voorbeeld is, evolueerde omstreeks 1935 naar een zakelijke modernisme. Gorlés belangrijkste flatgebouw uit het interbellum is de "Résidence Albert I" aan de Rubenslei. In deze periode liet hij zich evenzeer opmerken met de kledingzaken "Au Bon Coin" van de firma A. Van Osta & Co (Offerandestraat 1, Antwerpen en Bredabaan 446, Merksem), hoekpanden in een voor de handelsfunctie meer geëigende, expressief gestroomlijnde vormentaal. Actief tot de jaren 1960, is zijn belangrijkste realisatie uit de naoorlogse periode het traditionalistisch getinte Districtshuis van Merksem.
Met een gevelbreedte van vijf traveeën omvat het appartementsgebouw zes bouwlagen onder een plat dak. Het gevelfront onderscheidt zich in de bovenbouw door een parement uit overwegend witte natuursteen, in combinatie met geel baksteenmetselwerk van het type “Belvédère” in halfsteens verband met schaduwvoegen voor de zijpenanten en de gevelbekroning. In de opengewerkte pui is blauwe hardsteen gebruikt voor beide zijportalen en leisteen (in het gevelontwerp mozaïekbetegeling) voor de twee middenpijlers. Drieledig van opzet, is de opstand opgebouwd uit de winkelpui, de bovenbouw in kolossale orde en de als attiek opgevatte topgeleding. Verder beantwoordt de compositie aan een axiaal-symmetrisch schema, met de klemtoon op het drie traveeën brede en hoger opgetrokken middenrisaliet, centraal bekroond door een vlaggenmast. Belijnd door de puilijst, bestaat de begane grond uit drie brede vitrines met middenpijlers, geflankeerd door twee gespiegelde inkomportalen respectievelijk voor de appartementen en de privé-woning. Deze zijn gevat tussen vooruitspringende, afgeronde wangen, en een korte, gestrekte luifel waarop een bovenlicht. Oorspronkelijk droeg de puilijst het opschrift “P. SCHALKENS” in losse metalen letters. De bovenbouw wordt in het middenrisaliet gemarkeerd door driezijdige erkers met uitkragende dagkanten, die vanaf een cordonvormende lekdrempel oplopen over de eerste vier verdiepingen. Dit risaliet wordt in de zijtraveeën geflankeerd door eveneens oplopende halfronde bow-windows met vijfzijdige borstweringen, onderaan gevat tussen spuwers. Een gevelbreed balkon met smeedijzeren borstwering markeert de topgeleding. In het risaliet worden de driezijdige erkers van de onderliggende verdiepingen herhaald, geflankeerd door rechthoekige vensters met sluitsteen boven de bow-windows. Van de vlaggenmast is de halfronde, geribde basis bewaard. Het oorspronkelijk stalen vensterschrijnwerk is vernieuwd; van de houten privé-inkomdeuren bleef enkel de rechter behouden.
Volgens de bouwplannen neemt de winkel-toonzaal met vestiaire en kantoor de volledige begane grond in, geflankeerd door de zijdelings ingeplante inkom- en traphallen. De linker inkom- traphal van de appartementen, met achterliggende bergplaats, is uitgerust met een personenlift en een ‘monte charge’ of dienstlift. Per twee gegroepeerd op de bovenverdiepingen, hebben de appartementen een afwijkende plattegrond in de linker- en rechterflank van het gebouw. Beide omvatten een woonkamer, een hal met vestiaire annex wc, twee slaapkamers een keuken met bergplaats en stortkoker voor huisvuil, en een badkamer. Enkel de appartementen in de rechterflank beschikken aan de achterzijde over een terras. Het appartement van de bouwheer op de eerste verdieping is voornamer van opzet dan de standaardplattegrond op de hogere verdiepingen, met vooral een ruime suite van woon- en eetkamer, en een groter terras.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2019: Appartementsgebouw in art-decostijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313069 (geraadpleegd op ).
Gelegen op de grens met Borgerhout (Turnhoutsebaan). Meergezinswoning van zes bouwlagen tweede kwart 20ste eeuw. Sterk verticaal geritmeerd door halfronde erkers en de visueel per travee samenhorende, licht uitspringende plaatsing van de vensters. Horizontale afsluiting door middel van een balkonleuning voor de bovenverdieping. Begane grond met grote winkelramen en rechthoekige deuren in uiterste travee.
Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Kennes H. 1992: Appartementsgebouw in art-decostijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/11227 (geraadpleegd op ).