is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Woning Spies
Deze vaststelling is geldig sinds
Sterk opengewerkte burgerwoning met artiestenstudio in nieuwe zakelijkheid, in 1935 gebouwd voor het echtpaar Spies naar een ontwerp van architect Eduard Van Steenbergen die ook instond voor de inrichting van de keuken (1936) en de meubilering van de woonkamer (1937). De Turnhoutse meubelmaker J. Hermans, met wie van Steenbergen regelmatig samenwerkte, leverde het maatmeubilair. Aan de oorspronkelijk slechts twee bouwlagen tellende woning liet eigenaar R. Dierckx in 1967 een verdieping toevoegen naar een ontwerp van de Deurnese architect Lode Wouters. Over de opdrachtgever H. Spies, tot dan wonende in de Cruyslei 6 in Borgerhout, is ons als (podium)kunstenaar niets bekend uit de beschikbare literatuur.
Sinds de uitbreiding van 1967 sluit de woning Spies qua opzet en schaal aan bij de andere rijwoningen in de gevelwand. Als één van slechts een handvol modernistische interbellumwoningen aan de Boekenberglei onderscheidt ze zich echter in het straatbeeld met haar functionele en krachtige architectuur.
Eduard Van Steenbergen (1889-1952) is één van de voornaamste Belgische modernistische architecten. Geschoold aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen en praktisch opgeleid op het architectenbureau van zijn jong overleden vader Martinus, startte Van Steenbergen in 1921 een eigen praktijk te Berchem. In zijn beginperiode als zelfstandig architect ontwierp hij vooral woningen in cottagestijl en art deco in de geest van de Engelse Arts and Crafts en refererend aan de Amsterdamse School, zoals bijvoorbeeld te zien in de woning Grauls te Berchem, zijn eerste zelfstandige opdracht, en in de Unitaswijk te Deurne, zijn eerste grote realisatie. Vrij snel evolueerden Van Steenbergens ontwerpen naar een versoberde baksteenarchitectuur, gekenmerkt door plastische accenten, houten schrijnwerk met veelkleurige glasramen, en eenvoudige functionele plattegronden en interieurs, vaak voorzien van door de architect ontworpen meubilair. Opvallende voorbeelden uit deze periode zijn de woning Koumans in Wilrijk en de woning Van den Berghe in Borgerhout. Omstreeks 1930 oriënteerde Van Steenbergen zich meer expliciet op het internationale functionalisme, met als hoogtepunt het Koninklijk Atheneum van Deurne. Van Steenbergens meest doorgedreven functionalistische privé-ontwerp is wellicht de compacte en uiterst eenvoudige woning met artiestenstudio voor het jonge en kinderloze echtpaar Spies.
Met een gevelbreedte van 5,80 meter en een bouwdiepte van net geen 8 meter, omvatte de nagenoeg volledig onderkelderde rijwoning oorspronkelijk twee bouwlagen onder een platte bedaking. Sinds 1967 telt de woning drie bouwlagen, opnieuw onder een plat dak. Van Steenbergens ontwerp bestaat uit betonnen dak- en vloerplaten tussen twee dragende zijgevels, voorzien van een sterk opengewerkte voor- en achtergevel. Uiteindelijk werden de overspanningen, op de vloerplaat tussen kelder en begane grond na, niet in beton maar met houten roosteringen gerealiseerd. Beide gevels kregen een drie traveeën brede en rechthoekig opgedeelde stalen raampartij die vanaf een lage borstwering reikt tot onder de dakrand. In de voorgevel zorgen geprononceerde stalen goten voor een horizontale geleding van de monumentale raampartij. Tegelijk verhullen deze goten de positie van de vloerplaat, waardoor de scheiding tussen de verdiepingen vervaagt. Het horizontaliserende effect van de goten wordt verder versterkt door hun aansluiting op de voegen van de witte natuurstenen bekleding die de raampartij aflijnt en links van de voordeur overgaat in een blind muurveld. Witte natuursteen is ook aangewend voor de verdiepte beplating van de vensterborstwering en voor de waterlijst met kwartrond geplooide uiteinden die de gevelbeëindiging vormt.
De uiterst sobere gevelcompositie legt de nadruk volledig op de hoge inkompartij. Deze beslaat exact twee derde van de toegangstravee, en omvat een verdiepte en verhoogde stalen voordeur onder een korte gestrekte luifel, een impostvenster, en een bekronend halfrond balkonnetje met borstwering in stalen strippen. De betonplaat, volgens het bouwplan uit 1935 voorzien in beton, werd mogelijk uitgevoerd in staal. Een blinde zijmuur, voorzien van pseudovoegen en een ingewerkte brievengleuf flankeert het geheel. Subtiele ingrepen als het doortrekken van de onderste deurtrede onder de vensterborstwering en het terugwijkend plaatsen van de lage plint met keldervenster, tillen de woning van de grond. Het ontwerp voorzag in de plaatsing, achter de natuurstenen daklijst, van een houten of stalen scherm met dezelfde hoogte als de vensterborstwering. Deze valse attiek liet, indien effectief uitgevoerd, de woning visueel aansluiten bij de hogere omliggende bebouwing en verleende de anders nagenoeg vierkante gevel een evenwichtiger compositieschema.
In 1944 of 1945 liep de gevel oorlogsschade op. De natuurstenen gevelbekleding werd kort nadien hersteld en later volledig overpleisterd en geschilderd. In 1967 werd de huidige bovenverdieping toegevoegd. Het betreft een volledig houten constructie die om ruimte te winnen achteraan boven het terras werd uitgebouwd. Naar analogie met de bestaande gevel werkte Lode Wouters de nieuwe verdieping volledig open met grote raampartijen. Het schrijnwerk echter, werd uitgevoerd in hout in plaats van staal, en met twee registers van rechthoekige ramen gescheiden door een band van liggende raampjes.
In 2017-2018 werd de voorgevel grondig gerenoveerd. Hierbij werd van de begane grond en eerste verdieping het stalen buitenschrijnwerk integraal vervangen door stalen schrijnwerk dat qua profilering en raamverdeling het origineel benadert. De koperen handgreep van de originele voordeur werd gerecupereerd. Het balkonnetje werd volledig vervangen door een identieke stalen constructie en is om veiligheidsredenen niet meer begaanbaar. De achter bepleistering verborgen, beschadigde natuurstenen gevelbekleding werd door bepleisterde isolatiepanelen vervangen, en met herneming van de horizontale pseudovoegen opnieuw bepleisterd. De raampartij van de bovenverdieping is een kopie van een modern aluminium raam dat het door Lode Wouters ontworpen houten schrijnwerk verving. De eenvoudige rechthoekige raamverdeling met uniforme profielbreedte correspondeert niet met het fijner verdeelde schrijnwerk uit 1967. In de achtergevel bleef het stalen schrijnwerk van de begane grond en eerste verdieping voorlopig bewaard.
De oorspronkelijke plattegrond van de woning was uiterst eenvoudig en werd gedefinieerd door een centraal maar uit de as geplaatste cilindrische trapkoker. Voor daglichttoetreding in de koker zorgden een ovaal venster naar de hal en vier rijen glazen bouwstenen tegen het studioplafond op de verdieping. Volgens het bouwplan omvat de begane grond een kleine hal met opengewerkte vestiaire, rechts toegang verlenend tot de woonkamer die over de volledige bouwdiepte de brede venstertravee inneemt, en achteraan, via een sas met trapkoker, aansluitend op een compacte keuken. Via de keuken zijn het perceelbrede terras in betontegels en de kleine ommuurde stadstuin bereikbaar. Een bergkast voor tuinmateriaal dient als een hoge borstwering voor het keukenvenster. Voor de woonkamer ontwerpt Van Steenbergen in 1937 een L-vormige combinatie van een kamerbreed bankstel, geplaatst tegen de vensterborstwering, en een lage buffetkast die bijna de volledige lengte van de scheimuur beslaat. Op de eerste verdieping brengt Van Steenbergen in één grote L-vormige ruimte een artiestenstudio en een slaaphoek onder. Een vouwscherm fungeert als mobiele scheidingswand. Naast de slaaphoek en boven de keuken wordt de badkamer gepositioneerd.
Bij de uitbreiding van de woning in 1967 ging het open planconcept van de eerste verdieping verloren. Lode Wouters deelde de slaapkamer-studio met vaste wanden op in werkkamer aan de tuinzijde, en een slaapkamer en kleine bergplaats aan de straat. Op de nieuwe bovenverdieping, toegankelijk via de doorgetrokken trapkoker, voorzag Wouters vooraan een perceelbreed uitgewerkte kinderkamer, achteraan twee kleine kinderkamers, en op het middenplan een hal en badcel. Ruimtebesparende inbouwkasten werden aan alle kamers op de eerste en tweede verdieping toegevoegd.
Van het door Van Steenbergen ontworpen interieur bleven op de begane grond een aantal binnendeuren bewaard, evenals het visgraatparket en de schouwmantel in travertijn in de gelijkvloerse leefruimte. De zwaar beschadigde vloer van inkomhal en keuken uit bruinrode Winckelmanstegels werd bij de renovatie van 2017-2018 identiek vernieuwd. De door Lode Wouters op de eerste verdieping aan de straat voorziene slaapkamer en kleine bergplaats werden bij deze renovatie teruggebracht tot één ruimte zoals in het oorspronkelijke plan van Van Steenbergen. De werkkamer aan de tuinzijde bleef behouden, inclusief meubelwerk naar ontwerp van Lode Wouters. Ook de spiltrap, ingewerkte kasten tussen de slaapkamers en houten plafonds met ingewerkte lichtgoten voor indirecte verlichting behorend tot de uitbreiding van 1967 zijn bewaard.
Auteurs: Bisschops, Tim
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Boekenberglei
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Woning Spies [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/11251 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.