Woning Neuhuys ()

De modernistische woning Neuhuys, ontworpen in 1928, is een gaaf bewaard voorbeeld van de kwaliteitsvolle interbellumarchitectuur in het voorstedelijk gebied van Antwerpen waarmee bekende architecten zoals Léon Stynen zich binnen de heersende traditiegetrouwe particuliere woningbouw wisten te onderscheiden. Bouwheer was Paul Neuhuys (1897-1984), een sigarenfabrikant, vooral bekend als dadaïstisch dichter en criticus uit de Antwerpse literaire avant-garde.

Historiek

De woning Neuhuys behoort tot het vroege werk van Léon Stynen. Léon Stynen (1899-1990) was meer dan vijftig jaar beroepsmatig actief als architect, stedenbouwkundige, docent, schooldirecteur, onderwijshervormer, beleidsmedewerker en zelfs politicus. Hij realiseerde een omvangrijk en kwalitatief oeuvre waarvan het zwaartepunt in Antwerpen lag. In Antwerpen bleven zowel gebouwen uit zijn beginperiode als uit zijn latere oeuvre bewaard: een brede typologische waaier gaande van private woningen over appartementsgebouwen tot handelspanden, kantoren en cinema’s.

In de loop van de jaren 1920 evolueerde Stynen van een Berlagiaanse art deco naar een zakelijke, moderne baksteenarchitectuur. Cruciaal hierbij was zijn kennismaking met de Franse avant-garde tijdens de Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes (1925) in Parijs. Hij beschouwde dit als een eerste kennismaking met de moderne architectuur. Vooral aangetrokken door Le Corbusiers paviljoen ‘l’ Esprit Nouveau’, verdiepte hij zich in de ideeën en realisaties van het Nieuwe Bouwen en trachtte deze in de Belgische context te verwezenlijken.

Kenmerkend voor de woning Neuhuys is de uitwerking van de modernistisch opgevatte voorgevel waarachter een nog traditionele woning schuilgaat. De woning is oorspronkelijk ontworpen als een meergezinswoning met twee wooneenheden. Dit was een veralgemeende typologie in Antwerpen, zowel vóór de Eerste Wereldoorlog als tijdens het interbellum. Later werd de woning in gebruik genomen als een eengezinswoning en licht aangepast. Het huidig voorkomen, de gevelgeleding en de huidige planindeling van de woning stemmen sterk overeen met de oorspronkelijke situatie op de bewaarde bouwplannen. De gevelafwerking (bepleistering) van de achtergevel werd in de loop van de jaren vernieuwd. Beperkte ingrepen/wijzigingen zijn de gewijzigde invulling van de vertrekken op de eerste verdieping en het overwegend vervangen schrijnwerk in de achtergevel. In de plaats van de oorspronkelijke straatafsluiting van de voortuin – een muur met een ijzeren leuning en poort tussen hekpijlers- kwam een andere afsluiting. De koer van betontegels achteraan werd vervangen door een houten terras.

Beschrijving

De rijwoning ligt op een smal lang perceel en heeft een afgesloten voortuin en een achtertuin. De woning omvat drie bouwlagen en heeft een smalle aanbouw van twee bouwlagen, onder een plat dak.

De gaaf bewaarde voorgevel van de woning Neuhuys, opvallend in het straatbeeld met een eerder traditionele en art-decogetinte bebouwing, getuigt van Stynen’s experimenteren met een nieuwe architectuurtaal. Stynen maakt hier gebruik van de verworvenheden en formele eigenschappen van het nieuwe bouwen: de vlakke gevelafwerking met een similipleister, een weloverwogen gevelcompositie met een geometrisch spel van licht verspringende muurvlakken waaronder een uitgesproken inkompartij en het originele stalen deur- en vensterschrijnwerk waarbij de bandramen de horizontale lijn in de gevel benadrukken, scheppen een visueel sterk gevelbeeld dat refereert aan een Corbusiaans puristisch modernisme.

Bepalend in het gevelbeeld is de verhouding en indeling van de ramen: het onderste rechthoekige gedeelte van het bandvenster op het gelijkvloers komt terug op de eerste verdieping en het onderste register van de vensters op de eerste verdieping herhaalt zich op de tweede verdieping. Ook de in een verspringend gevelvlak geïntegreerde plantenbak is een vindingrijk detail dat de strenge en strakke gevelgeleding enigszins doorbreekt.

Achter dit gevelbeeld gaat een traditioneel woonconcept schuil: de plattegrond toont een bescheiden versie van het 19de-eeuwse enkelhuissysteem met een bewaarde planindeling van aansluitende vertrekken (living en eetplaats) die ontsloten worden door een zijdelingse smalle gang met inkomhal en trap. De binnenafwerking, gekenmerkt door sober en strak uitgevoerde interieurelementen en tegelvloeren met specifieke patronen, sluit meer aan bij het zakelijk karakter van de gevel. Vermeldenswaardige interieurelementen uit de bouwperiode zijn de houten trap met een leuning van panelen in limbahout, de wit-zwarte tegelvloeren met dambordpatroon en klein ruitmotief, het houten binnenschrijnwerk, de marmeren schouwmantel en de typische kooflijst die in de meeste vertrekken voorkomt.

  • Architectuurarchief Vlaanderen, Inventarisarchief Léon Stynen, dossier 3.1.170, woning Neuhuys, plannen en detailtekeningen.
  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwaanvragen, dossier 329#4269.
  • AVERMAETE T., BERTELS I., DE CAIGNY S., DECROOS B., FLORE F., GOSSEYE J., GRAFE C., LAUREYS D., NOTTEBOOM B., TRITSMANS B., VAN DE VOORDE S., VAN HERCK K., VAN IMPE E., VERPOEST L. & VOET C. 2018: Léon Stynen. A Life of Architecture 1899-1990, Antwerpen.
  • BEKAERT G. 1990: Léon Stynen, Een architect, Antwerpen, 1899-1990, Antwerpen.
  • BONTRIDDER A. 1979: Gevecht met de rede, Léon Stynen, Leven en werk, Antwerpen.
  • BRAEM R., VAN LOOY L.T. & KEMPS F. e.a. 1965: Leon Stynen. Architekt, s.l.
  • DAELMAN E., DONCKERS G. & MICHIELSEN I. e.a. 2018: Stynen en omgeving. Open monumentendag. Programma Antwerpen, Antwerpen.
  • DAELMAN E., JANSEN D. & AERTS R., e.a. 2017: Open Monumentendag. Programma Antwerpen, Antwerpen.
  • JAENEN M., 2015: Léon Stynen: interieurontwerpen tijdens de jaren 1930 in Antwerpen, In: Monumenten en Landschappen, 34/2, 4-19.
  • LAUREYS D. 2004: Léon Stynen (1899-1990) in: LAUREYS, D. (red.), Bouwen in beeld: de collectie van het Architectuurarchief van de Provincie Antwerpen, Turnhout, 262-271.
  • S.N. 2018: Architect Léon Stynen en zijn tijdgenoten. Tentoonstellingsgids Vlaams Architectuurinstituut i.s.m. Delen Private Bank en FIBAC, Antwerpen.
  • STRAUVEN F. e.a. 2008: Modernisme. Van het zwart huis tot de boekentoren. De Standaard architectuurbibliotheek. 1000 jaar architectuur in België, 4, Tielt.

Bron: Beschermingsdossier 4.001/11002/144.1
Auteurs:  De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Woning Neuhuys [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298695 (geraadpleegd op ).


Woning Neuhuis ()

Meergezinswoning ontworpen eind 1928 door Léon Stynen in opdracht van Paul Neuhuys, die toen in de Rudolfstraat 13 in Antwerpen woonde. De opdrachtgever Paul Neuhuys (1897-1984) was een Antwerps dichter, die Franstalige poëzie schreef in de stijl van de dada-beweging. Stynen zal een jaar later een tweede woning ontwerpen voor de dichter in Groenendael.

Léon Stynen geldt als een van de vaders van het modernisme in België met een heel omvangrijk oeuvre. Naast verscheidene grote opdrachten, ontwierp Stynen ook burgerwoningen. Dezelfde modernistische vormentaal van het ‘nieuwe bouwen’ komt steeds terug in zijn realisaties. Hij zal veel aandacht schenken aan de materiaalkeuze en uitvoeringstechniek. Zowel coloriet als textuur is van belang en de uitvoering wordt onderworpen aan wiskundige schema’s. Deze woning stamt uit zijn vroegere periode, waarin hij een reeks burgerwoningen met monumentale trekken ontwerpt.

Het woonhuis heeft twee traveeën en drie bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel is bepleisterd en heeft uitgesproken raamconstructies. De gevel bevat drie horizontale bandramen, waarvan het metalen schrijnwerk contrasteert met de witte bepleistering. De vensters worden omgeven door een waterlijst bovenaan en een stenen dorpel. De verhouding van de vensters en de indeling van de ramen is sterk uitgedacht, waardoor een ritmisch patroon ontstaat. De rechthoekige vorm van het raam op het gelijkvloers wordt geïntegreerd in het raam op de eerste verdieping en het vierkante raam van de eerste verdieping komt ook weer terug in het raam van de tweede verdieping. De voordeur is in een gesloten vlak zonder vensters geplaatst, waardoor het een monumentaal karakter krijgt. Het gerasterd ijzerwerk aan de voordeur vermindert de massiviteit van de voorgevel. Een plantenbak aan de voorzijde geeft het idee van een voorhof en bevat een brievenbusgleuf.

De achtergevel wordt geopend door eenvoudige rechthoekige vensteropeningen op de verdiepingen, een keukendeur en driedelige vensterdeuren aan het terras.

De woning is gelegen op een smal, langwerpig perceel in Deurne-Zuid. De plattegrond van het huis is geconcipieerd als meergezinswoning, met twee wooneenheden. Gelijkvloers en tweede verdieping vormen een appartement, op de eerste verdieping werd een tweede, kleine flat voorzien. De indeling van het interieur is conventioneel ingepland, volgens het enkelhuissysteem dat sinds de 19de eeuw gangbaar is voor de stedelijke rijwoning. Op de benedenverdieping bevindt zich in de smalle deurtravee rechts een lange inkomhal met trappenhuis, die uitkomt op de keuken die in een smalle achterbouw gelegen is. De hal geeft toegang tot een enfilade van en eetkamer in de brede venstertravee. Aan de achterzijde van het huis werd een koer of terras aangelegd. De twee slaapkamers van het gelijkvloerse appartement bevinden zich op de tweede verdieping. Op de tweede bouwlaag is een tweede appartement voorzien, bestaande uit een slaapkamer aan straatzijde, eetkamer aan tuinzijde en keuken op de tussenverdieping van de achterbouw.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329#4269.
  • BEKAERT G. 1990: Léon Stynen, Een architect, Antwerpen, 1899-1990, Antwerpen, 81.
  • BONTRIDDER A. 1979: Gevecht met de rede, Léon Stynen, Leven en werk, Antwerpen.
  • LAUREYS D. 2004: Léon Stynen (1899-1990) in: LAUREYS, D. (red.), Bouwen in beeld: de collectie van het Architectuurarchief van de Provincie Antwerpen, Turnhout, 262-271.
  • SPITAELS E. et al. 1996: Modern bouwen in Deurne 1920-1940, Zellik, 38-41.

Auteurs:  Delannoye, Charlotte
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Woning Neuhuys [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195266 (geraadpleegd op ).


Huis met twee woningen ()

Enkelhuis met twee woningen, nieuwe zakelijkheid van 1928, naar ontwerp van Léon Stynen. Gecementeerde lijstgevel met variërende vensterregisters; oorspronkelijk metalen schrijnwerk. Traditionele indeling.

  • BEKAERT G., Léon Stynen, een architect, Antwerpen, 1899-1990, Tentoonstellingscatalogus, Antwerpen, 1990, 81.

Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Woning Neuhuys [online], https://id.erfgoed.net/teksten/11262 (geraadpleegd op ).