Deze opvallende meergezinswoning in art deco werd in 1928 ontworpen en uitgevoerd voor eigen rekening door de Borgerhoutse beeldhouwer en uitvoerder van kunstversieringen Alfons De Rydt. Een jaar eerder realiseerde hij al de vier rechts aansluitende burgerhuizen in neogotische stijl. Voor beide projecten tekende hij zelf de plannen. Vanuit zijn praktijk als beeldhouwer is de rijkelijke, verzorgde versiering van de natuurstenen gevels te verklaren.

Het pand telt vier bouwlagen op een keldergarage onder platte bedaking. De natuurstenen lijstgevel is gedomineerd door een kolossale gevelbrede erker met balkon. De sterk verticaliserende tussenstijlen en -ribben tussen de zes smalle rechthoekige vensters die per bouwlaag de erker verlichten, monden uit in sculpturen ter hoogte van het gesloten balkon, waarvan de centrale sculptuur is verdwenen. De begane grond, op hoge hardstenen plint, wordt overschaduwd door de erker en door een overluifeld deurportaal. Vier treden leiden naar de verhoogde toegang; het schrijnwerk en het art-decotraliewerk van de vier benedenvensters is bewaard. Bovenverdieping met zes smalle vensters met afgeschuinde bovenhoeken en een brede overkragende daklijst als luifel boven het balkon. De lange voortuin werd oorspronkelijk afgesloten door een fraai ijzeren hek tussen hardstenen pijlers; elementen die nu verdwenen zijn.

In de kelder is behalve een hele grote garage, ook kelderruimte voorzien voor elke verdieping. Op de begane grond de klassieke enkelhuisindeling, met een gang in de smalle deurtravee en een enfilade van salon en eetkamer in de brede venstertravee. Achteraan de woning, aan tuinzijde, een gevelbrede woonkamer uitgevend op het terras en op de keuken die samen met de kleine badkamer in de smallere achterbouw is gesitueerd. Op de verdiepingen eenzelfde indeling, met de aanduiding van de voorkamers als slaapkamer. De zolder biedt ruimte aan een viertal zolderkamers.