Burgerhuis in eclectische stijl gebouwd in 1907, naar een ontwerp door de architect Jan De Vroey. Opdrachtgever was Théophile (Joannes Josephus Theophilus) Van Haesendonck (Aarschot, 1849-Berchem, 1913), van beroep schrijver en journalist voor “De Koophandel”, “De Scheldegalm” en onder het pseudoniem T. Darscoth voor “Le Matin”.
De iconografie van het geveldecor brengt hulde aan de componist Peter Benoit (Harelbeke, 1834-Antwerpen, 1901), met wie de bouwheer bevriend was. Het portretmedaillon van Peter Benoit is van de hand van de beeldhouwer Louis Dupuis. Het topstuk in de vorm van een lier, dat oorspronkelijk werd bekroond door een genius met bazuin en lauwerkroon, is het werk van de beeldhouwer Pier Oeyen. In de gesmeed ijzeren balkonborstwering van de hand van J. Detiège-Janssens, zijn de eerste acht maten van het lied “Strijdkreet” uit 1897 verwerkt. De polychrome mozaïek met voorstelling van een vrouw die de beiaard bespeelt en de inscriptie “Dan zal de beiaard spelen” verwijst naar het “Beiaardlied” uit de Rubenscantate gecomponeerd in 1877.
De gevelopstand is naar type sterk verwant met de woning Cosaert, een ontwerp van Jan De Vroey uit 1900, in de Lange Leemstraat 355 te Antwerpen. Beide behoren tot het vroege oeuvre van de architect die midden jaren 1890 zijn loopbaan aanvatte.
- S.N. 1907: Benoit verheerlijkt, Het Handelsblad 27 augustus 1907.
- S.N. 1907: Hulde aan Peter Benoit, Het Laatste Nieuws 24 augustus 1907.
- Informatie verkregen van Marcel Windey (3 juni 2023).