is aangeduid als beschermd monument Woning Bervoets
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Woning Bervoets
Deze vaststelling is geldig sinds
Modernistische eengezinswoning, in 1932 gebouwd voor het echtpaar Joannes Ludovicus Bervoets – Maria Dymphna Vermeiren, naar een ontwerp van Walter Van Den Broeck en Flor Laforce. Een hoeksteen en een vensterdorpel naast de voordeur dragen de namen van de bouwheer en de architecten. Minimalistisch van uitvoering onderscheidt de rijwoning zich in een gevelwand met hoofdzakelijk traditioneel geïnspireerde interbellumarchitectuur. De woning is sinds 1995 beschermd als monument.
Bouwheer Ludovicus 'Louis' Bervoets was personeelsdirecteur bij de Antwerpse vestiging van de Ford Motor Company en richtte in Deurne de wasserij S.V. Baso op. Het modernistische wasserijgebouw aan de Herentalsebaan 370, gebouwd in 1932, werd eveneens door Van Den Broeck en Laforce ontworpen.
Architect Walter Van Den Broeck (1905-1945) was het prototype van de gematigde baksteenmodernist. Zijn architectuur, die vooral bestaat uit privéwoningen, getuigt van een ingehouden modernistische vormentaal die een middenweg zoekt tussen zakelijkheid en expressionisme. Kenmerkend voor zijn werk is de aandacht voor ambachtelijkheid en de mogelijkheden van traditionele bouwmaterialen en technieken, die hij als geen ander wist te verzoenen met de modernistische principes van licht, lucht en ruimte. Dit vertaalde zich in realisaties met elementaire bakstenen volumes, expressief metselwerk, veelsoortige houten raampartijen, en, inwendig, open en functionele indelingen. Van Den Broeck studeerde aan de Koninklijke Academie en het Hoger Instituut voor Schone Kunsten van Antwerpen en werkte vervolgens als stagiair bij Jef Huygh. Als gematigd modernist behoorde Van Den Broeck tijdens de jaren 1930 tot de Antwerpse avant-garde. In onder meer het mee door hem gestichte tijdschrift Bouwkunde verdedigde hij een socialistische opvatting van architectuur en stedenbouw.
De woning Bervoets maakt deel uit van een reeks minimalistische gebouwen, die Van Den Broeck omstreeks 1930 in associatie met architect Florent 'Flor' Laforce (1902-1973) tot stand bracht vanuit zijn praktijk in de Thaliastraat in Berchem. Andere gezamenlijke realisaties zijn onder meer de woning Collet in Berchem (ca. 1929), de woning Van Haver in Berchem (1931), de woning Van Der Kelen in Hoboken (1931), en een appartementsgebouw met winkels op de hoek Lodewijk Van Berckenlaan-Edelgesteentestraat, eveneens in Berchem (1931). Ook Florent Laforce, wiens werk minder bekend is, behoorde tijdens het interbellum tot de progressieve avant-garde van Antwerpse modernisten. Na de Tweede Wereldoorlog realiseerde hij samen Renaat Braem en Geo Brosens in vroege naoorlogse moderne stijl de 'Nationale Werven' van Deurne en Borgerhout, als deel van het nationale bouwprogramma voor woningen voor oorlogsslachtoffers.
Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat de woning Bervoets een souterrain met garage en twee bouwlagen onder een plat dak. Van de woning zijn het parement en de keermuren van de inrit uitgevoerd in lichtgele Belvédère-baksteen. Gemetseld in kettingverband en afgewerkt met schuin verdiepte Dudokvoeg wordt het lineaire effect van de lange Belvédèresteen extra benadrukt. Het parement is spaarzaam verwerkt met witte natuursteen voor de geïntegreerde brievenbus met de naam van de bouwheer, voor de bovendeurdorpel en vensterdorpel met naam van de architecten, en mogelijk ook voor de machinaal gefrijnde bekleding van de erkervloerplaten. Blauwe hardsteen is slechts aangewend voor de drie portiektreden en de deurdorpel.
De asymmetrische gevel heeft een eigenzinnig compositieschema waarbij een kolossale rechthoekige erker, uitkragend boven de half ondergrondse garage en twee bouwlagen hoog opklimmend, de gevel opdeelt in een inkom- en venstertravee. Contrasterend met de monumentale plasticiteit van de erker, aan drie zijden volledig ingevuld met rechthoekig onderverdeelde ramen met witgelakte kozijnen en donker geschilderde vleugels, bestaat de inkompartij uit een verhoogd en dubbel verdiept portiek van eerder bescheiden afmetingen. Binnen het smalle portiek wordt de positie van de beglaasde houten voordeur, rechthoekig verdeeld door horizontale banden, nog verder gereduceerd door de uitbouw van het gastentoilet. Twee identieke smalle bovenlichten met forse, overstekende dorpels verlichten de vestibule en het toilet. Een kort liggend venster, aansluitend op de topgeleding van de erker, markeert in de toegangstravee de eerste verdieping. De bovenverdieping wordt geaccentueerd door een bijna gevelbreed vijfledig bandraam in een subtiel verdiept muurveld.
De achtergevel, volgens het bouwplan eveneens in Belvédèresteen, is eenvoudiger en regelmatiger van opzet: op de verdiepingen identieke vensterregisters van telkens twee drieledige ramen, en op de begane grond een lage smalle aanbouw met opnieuw een zelfde drieledig raam, geflankeerd door een veranda en overdekt terras.
In de voorgevel zijn uit de ramen van de begane grond en eerste verdieping de bonte glaspanelen van willekeurig geschikte rechthoekige ruitjes verwijderd. Het deur- en vensterschrijnwerk bleef verder gaaf bewaard, inclusief de vier horizontale bandijzers die als valbeveiliging de onderste twee erkergeledingen omgeven. De garagepoort met twee vleugels en een eenvoudige rechte handlijst is origineel of het betreft een getrouwe kopie. Het houten bandraam van de bovenverdieping is vervangen door een exemplaar in kunststof (?), met behoud van de oorspronkelijke raamverdeling. Van de voortuinafsluiting zijn van de inrit en het tuinpad de lage smeedijzeren draaipoorten met laddervormige spijlen verdwenen.
De plattegrond van de woning is in tegenstelling tot de gevelcompositie eerder traditioneel. Ze wijkt af van de klassieke enkelhuisindeling voor rijwoningen die tot ver in de 20ste eeuw doorleefde, maar vertoont niet de open planopbouw die de meeste ontwerpen van Van Den Broeck en Laforce kenmerkt. Volgens het bouwplan verleent de verhoogde voordeur toegang tot een vestibule die aansluit op een centraal ingeplante hal met trappenhuis tegen de linker scheimuur. De vestibule is gevat tussen rechts een gastentoilet en vestiaire, en links een ruime 'ontvangstkamer' die uitkijkt op de voortuin en het portiek. Achter de hal ligt een perceelsbrede woonkamer met aansluitend, in het verlengde van de inkomhal, een keuken in een smalle en lage aanbouw. Een veranda en overdekt terras liggen naast de keuken en geven uit op de tuin vijf treden lager. Van de twee verdiepingen is de indeling nagenoeg identiek: aan de straatzijde één grote slaapkamer, aan de tuinzijde twee kleinere kamers, en op het middenplan de traphal en een badkamer (eerste verdieping) of bergplaats (tweede verdieping). Het souterrain omvat onder de venstertravee een garage, bergplaats en wijnkelder, en onder de toegangstravee twee kolenkelders, een tweede bergkelder en een wasplaats met toegang tot de tuin.
Auteurs: Bisschops, Tim
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Muggenberglei
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Woning Bervoets [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/11311 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.