Meergezinswoning met art-deco-inslag uit 1939, ontworpen en gesigneerd door G. Traets in opdracht van E. Verdurmen, die op dat moment in Leiden (Nederland) woonde. Vanuit het buitenland gaf Verdurmen de architect "machtiging in zijn plaats op te treden voor alles wat zijn te bouwen huis betreft." Traets realiseerde in de jaren 1930 meerdere burgerwoningen in en rond Antwerpen met sobere modernistische bouwvolumes. Het pand valt door zijn soberheid op in het straatbeeld, grenzend aan de Unitaswijk die gekenmerkt wordt door een kleurrijk, pittoresk regionalisme.

De woning telt drie traveeën en twee bouwlagen onder een plat dak. Vooraan een voortuin met een straatafsluiting in dezelfde gele baksteen als de voorgevel. Het burgerhuis heeft een parement van gele baksteen met houten ramen in rechthoekige, horizontale muuropeningen in natuurstenen omlijsting. Op de uitkragende verdieping wordt de gevel geponeerd door één groot bandraam, waar vier ramen worden afgewisseld met muurdammen bekleed met zwarte keramiektegels. Opvallend zijn de twee houten voordeuren met ijzeren smeedwerk, die via aparte hallen toegang geven tot elk van de twee appartementen. Een derde deur op niveau van het souterrain, leidt met een trap rechtstreeks naar de kelder. Deze ontdubbelde toegangen, met een duidelijke opdeling van onder- en bovenhuis, zijn een concept dat in Nederland zeer courant is, maar in Vlaanderen nauwelijks wordt toegepast. Wellicht is het een rechtstreekse inbreng van de Nederlandse bouwheer. Alle houten voordeuren kregen een beglaasd venster met modernistisch traliewerk. Op het gelijkvloers verder centraal een rechthoekige vensteropeningen, en in de linkertraveeën driezijdige natuurstenen erker met bloembakken aan weerszijden. De twee bouwlagen worden gescheiden door een houten puilijst, die de twee bovenlichten van de voordeuren integreert.

De achtergevel wordt geopend door grote, brede rechthoekige ramen op beide bouwlagen. Beide terrassen en de bijkeuken zijn voorzien van bloembakken. De tuin wordt afgeschermd door een reeds bestaande haag.

De indeling in drie ongelijke traveeën van de voorgevel, weerspiegelt de interne organisatie. In de smalle deurtravee zijn de twee smalle inkomhallen. De linkse inkomdeur geeft toegang tot het gelijkvloers. De rechter deur leidt met een steektrap naar de verdieping. Elk appartement heeft op het middenplan een hal waarrond alle kamers zijn geschikt. In de brede linkertravee twee grote rechthoekige kamers: de woonkamer aan straatzijde, een slaapkamer tegen de tuin. De centrale travee herbergt vooraan een kleine woonkamer, en achter de centrale hal een keuken. Op het gelijkvloers geeft de keuken uit op een kleine bijkeuken in een annex. In het verlengde van de hal en het trappenhuis, in de smalle rechter travee, zit achteraan de badkamer.