Geografisch thema

Westdijk

ID
11505
URI
https://id.erfgoed.net/themas/11505

Beschrijving

Straat ten oosten van het centrum van Oostkamp, in het gehucht Moerbrugge. Geasfalteerde weg op de westelijke oever van de vaart Gent-Brugge, ten noordwesten en ten zuidoosten lopend van de brug van Moerbrugge en aan beide kanten eindigend als jaagpad. Tegenhanger van de Oostdijk. De benaming verwijst naar de ligging op de westelijke oever van het kanaal Gent-Brugge.

De geschiedenis van het kanaal Gent-Brugge gaat terug tot in de 13de eeuw en is daarmee één van de oudste kanalen van Vlaanderen. In de 11de-12de eeuw ligt op de plaats van het huidige kanaal Gent-Brugge een kronkelige beek, de Zuidleie, die via haar benedenloop (de "Reie") in de Zwingeul uitmondt. In oorsprong zijn de huidige Oost- en Westdijk trekwegen waarlangs paarden schuiten voorttrekken. Vanuit Brugge, dat in die tijd volop opkomt als havenstad, is er omwille van verschillende redenen meer dan een gewone belangstelling voor de Zuidleie. Bij hoog debiet gebruikt men de Zuidleie om de Reie, die doorheen de stad loopt, uit te schuren (het water wordt opgehouden en ineens in de Reie gelaten), in de zomer garandeert het voldoende diep vaarwater en tenslotte voorziet het de stad van vers drinkwater. Bovendien houdt de Zuidleie ook de verzanding in de voorhaven van Brugge tegen. Niettemin blijkt op het einde van de 13de eeuw de verzanding van het Zwin onafwendbaar. Reeds in 1290 bestaan vaste plannen om een betere vaarverbinding van Brugge naar Gent te realiseren. Hiervoor wil men de Zuidleie uitdiepen en uitgraven. In 1325 proberen de Bruggelingen een verbreding en uitdieping van de Zuidleie tussen het Lappersfort en Moerbrugge van graaf Louis de Crécy af te dwingen, maar hun pogingen mislukken. In 1330 verleent graaf de Crécy een charter voor de werken aan het kanaal Deinze-Brugge via Sint-Joris-ten-Distel (Beernem). Het kanaal wordt in het charter van 1330 de Nieuwe Leie genoemd. In 1332 is Brugge reeds bezig met het graven en het kanaliseren van de Zuidleie. De werken tussen het Lappersfort-Moerbrugge vorderen in 1335 echter slechts heel traag. Tussen 1335 en 1365 liggen de werken zelfs volledig stil; dit o.m. door de Honderdjarige Oorlog tussen Frankrijk en Engeland (1337-1453). Dat het kanaal ook de handelsbetrekkingen voor Brugge - ten nadele van Gent - zou verbeteren (zo zou door de verbinding van de Brugse met de Gentse Leie de graantoevoer van Artesië en Picardië naar Brugge in plaats van naar Gent kunnen komen), stoot echter op hevig verzet bij de Gentenaren en mondt op 3 mei 1382 uit in de Slag op het Beverhoutsveld.
Uiteindelijk zou het nog tot in de 17de eeuw duren vóór het kanaal Gent-Brugge wordt gegraven. Onder druk van de blokkade van de Westerschelde door de Nederlanders in het begin van de 17de eeuw wordt het idee voor een kanaal tussen Gent en Brugge hernomen. In 1613 geeft gouverneur Alexander Farneze de toestemming aan de Staten van Vlaanderen tot het graven van de vaart Brugge-Gent in de bedding van de Zuidleie. De Vlaamse steden Brugge, Gent en Oostende komen tot een eensgezindheid en het nodige land wordt onteigend en vergoed. De bestaande waterlopen - de Zuidleie of Brugse Reie tussen Brugge en Beernem, en de Hoge Kale tussen Sint-Joris-ten-Distel en Gent - worden met elkaar verbonden.
In 1621 wordt de vaart Brugge-Gent geopend: de dijken tussen de verschillende stroken of onderaannemingen van het delven van de vaart, worden doorgestoken. Daardoor wordt de vaart op zijn volle lengte bevaarbaar tussen Brugge en Gent en komt er een einde aan de 300-jarige strijd tussen Brugge en Gent om een deel van het water van de Leie naar Brugge te mogen afleiden om het zeekanaal van Brugge te kunnen bevoorraden. Het kanaal was zeer kronkelend, vooral tussen Brugge en Aalter. Voor het graven van het kanaal moesten hoge zandruggen doorgraven worden, waardoor het kanaal nu diep in het landschap verzonken ligt. Vanaf 1623 wordt een trekschuit (de zogenaamde barge), getrokken door paarden op de jaagpaden, ingelegd als verbindingsdienst tussen Brugge en Gent.
Een groot gevolg voor Oostkamp was dat het gehucht Moerbrugge bijna volledig van Oostkamp wordt afgesneden. In het begin van de 19de eeuw zijn ten noorden van de brug van Moerbrugge enkele kleine huizen afgebeeld (Oostdijk en Kattestraat) op een kaart uit het fonds Mestdagh bewaard in het Rijksarchief te Brugge.
De dijken van de vaart Gent-Brugge, de zogenaamde Leiebermen, worden lange tijd vanaf het Brugse Minnewater tot de wijk Gevaerts in Beernem door de stad Brugge verpacht; de cijnsrechten blijven vaak gedurende eeuwen ongewijzigd. Tot in het begin van de 19de eeuw was het kanaal de belangrijkste transportweg tussen Gent en Brugge voor zowel passagiers als goederen. In 1913 verkoopt de stad Brugge de Leiebermen aan de staat, hoewel ze niettemin belasting blijft innen en het nog enige tijd zou duren vooraleer het cijnsstelsel definitief wordt opgedoekt. In de loop der jaren onderging het kanaal nog heel wat veranderingen, zoals rechttrekkingen en kalibrering. Tot op heden zijn de hoge zandruggen, die moesten doorgraven worden en waardoor het kanaal daar nu diep verzonken ligt in het landschap, karakteristiek. In 1904 wordt langs het kanaal een oude variëteit cultuurpopulieren aangeplant, die op sommige plaatsen verschillende kogelgaten vertonen naar aanleiding van de gevechten langs de vaart tijdens de Tweede Wereldoorlog (Slag om Moerbrugge, 8-12 september 1944). In 1982 zijn de Leiemeersen een natuurreservaat geworden. De benaming wordt ontleend aan de rivier, de Zuidleie, waaruit de meerslanden zijn voortgekomen. De Leiemeersen vormen een groot moeras- en hooilandrelict, temidden van een overwegend weidenlandschap met bloemenrijke graslanden met meer dan 250 plantensoorten. Mogelijk zijn de Leiemeersen ontstaan na het afsnijden van één van de meanders van de Zuidleie, bij het graven van het kanaal tussen Brugge en Gent in het begin van de 17de eeuw (eerste vermelding bij De Flou in 1654). Aanvankelijk vormen de Leiemeersen nog een open water, nadien zijn ze echter dichtgegroeid met veenvorming als resultaat. Een andere ontstaansverklaring is dat de vochtige depressie (5 à 8 meter hoogte) met een permanent moeras- en veengebied, die aanwezig was langs de Zuidleie, enkel bewaard gebleven is in de Leiemeersen, elders is het gebied na de kanalisatie van de Zuidleie in cultuur gebracht.
Het meest zuidoostelijke stuk van de dijk is opgenomen als ankerplaats "Leiemeersen - Kanaal Brugge-Gent" cf. landschapsatlas.

Lange geasfalteerde weg, door de brug van Moerbrugge als het ware in twee verdeeld. Het meest noordwestelijke deel is geprangd tussen de vaart en het Zuidervaartje, die het grootste deel van het afvalwater van Oostkamp en de buurgemeenten afvoert. De eerste dijkhelft wordt quasi halverwege doorkruist door de Listebeek, een voormalige zijwaterloop van de Rivierbeek, en net vóór de Brug van Moerbrugge door de Rivierbeek zelf. Deze laatste beek, die ontspringt op een heuvel tussen Zwevezele (Wingene) en Egem (Pittem), heeft een stroomgebied tot Tielt en Lichtervelde. Vóór het graven van het kanaal Gent-Brugge in de eerste helft van de 17de eeuw, vormen het Zuidervaartje en de Rivierbeek eenzelfde waterloop, met name de Zuidleie. De oevers van de benedenloop van de beek werden in de jaren 1960 tot dijk gemaakt. Door de permanent hoge waterstand in het kanaal kan de beek niet rechtstreeks uitmonden in het kanaal, vandaar de stuw die op de monding is geplaatst.
Het meest zuidelijke stuk van de Westdijk wordt onderbroken door de Bornebeek, die vanop het grondgebied Beernem komt, en de Merlebeek, die de grens vormt tussen Oostkamp en Beernem. De regio tussen de vaart en de Gevaartsestraat wordt van oudsher het Geuzengat genoemd; de dreef die als het ware leidt naar hoeve "'t Schotsgoed" (cf. Gevaartsestraat nr. 130), is zogenaamd de Geuzen(gat)dreef.
Langs de Westdijk bevinden zich restanten van enkele bunkers van de Atlantikwall (cf. infra). Voorts schaars bebouwd met enkele kleine, 19de-eeuwse hoeves.

AROHM, Monumenten en Landschappen, Landschapsatlas, 2001, OC GIS-Vlaanderen.
RIJKSARCHIEF BRUGGE, Kaarten en plannen Mestdagh, nr. 1095: Plannen van eigendommen, eigendom van de weduwe J. van den Wouwere geboren Isabelle Beaucourt en Jeanette Beaucourt, 19de eeuw.
STADSARCHIEF BRUGGE, Verzameling kaarten en plannen, nr. 41: Kaart van de Zuidleie of Gentse vaart, van Brugge tot Knesselare, door Antoon Willays en Octaviaan van Mayssien, beëdigde landmeters, 1640-1642.
STADSARCHIEF BRUGGE, Verzameling kaarten en plannen, nr. 23: Kaart van de vaart van Brugge naar Gent, tussen Steenbrugge en de Gevaerts, met opgave van de aanpalende cijnsgronden, ongedateerd (eind 19de eeuw).
STADSARCHIEF BRUGGE, Verzameling kaarten en plannen, nr. 70: Kaart van de Oostkampse rivier of Moere en de Leiselebeek, te Oostkamp, door L. Heems, beëdigd landmeter, 1760.
CLAEYS G., De gemeente Oostkamp, Brugge, 1953, p. 149.
COORNAERT M., De Leiemeersen en de Zuid- of Brugse Leie, in Het Brugs Ommeland, vol. 25, 1985, p. 171-178.
DECLEER K., Leiemeersen-Noord (Oostkamp), in De Spille, vol. 2, 2005, nr. 2, p. 20-21.
DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Brugge, 1929, deel IX, kolom 516-517.
DESOETE S., GERVOYSE P., VANDEN BERGHE P., Oostkamp, Beeld in beweging, Oostkamp, 2000, p. 94-95.
KEIRSEBILCK P., Het vroegere Oostkampse landschap (slot), in De Merel, jg. 17, nr. 1, 1987, p. 20.
VAN CLEVEN J., Het verdwenen huis Jooris-Borre te Oostkamp-Steenbrugge, in De Woonstede door de eeuwen heen, nr. 138, 2003, p. 8, 11.


Bron: VANWALLEGHEM A. met medewerking van CREYF S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostkamp, Deel I: Deelgemeente Oostkamp, Deel II: Deelgemeenten Hertsberge, Ruddervoorde en Waardamme, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL30, onuitgegeven werkdocumenten.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Boswachterwoning

  • Omvat
    Bunkers

  • Omvat
    Hoeve De Coupure

  • Omvat
    Hoeve Ter Laere

  • Omvat
    Vaarthuis


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Westdijk [online], https://id.erfgoed.net/themas/11505 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.