Dit landschap omvat de restanten van de in 1490 gegraven Herentalse Vaart en een brugje waarvan de breedte overeenstemt met de oorspronkelijke voorschriften uit deze periode.
Het landschap, met een oppervlakte van circa 7,4 hectare, omvat de restanten van de in 1490 gegraven Herentalse Vaart. Het wordt in het noorden begrensd door het Provinciaal Domein Rivierenhof (doorsneden door het Groot Schijn), in het zuiden door de autosnelweg Antwerpen-Luik (E34-E313), in het westen door een zijstraat van de Sterckhofslei en in het oosten door de Ruggeveldlaan. De gemiddelde hoogte bedraagt 4 à 5 meter +TAW.
De Herentalse Vaart heeft een belangrijke esthetische waarde: de ‘vaart’ loopt door een vrij landelijk gebied dat te situeren valt tussen de parkaanleg van het Rivierenhof en een sterk verstedelijkt gebied.
Kalkrijk, glauconietrijk kleiig zand en zandige klei vormen het geologisch substraat van dit gebied. De tertiair-geologische kaart vermeldt de aanwezigheid van groen tot grijsbruin, fijn en glauconiethoudend zand met schelpen aan de basis (Formatie van Lillo). In recentere perioden werd deze laag plaatselijk overstoven met zandig materiaal van lokale herkomst. De verstuiving hangt nauw samen met het bestaan van vroegere en huidige valleien. Ten gevolge van de stijging van het grondwater werd in de valleien veen gevormd en alluvium afgezet.
In de vallei van het Schijn komt het alluvium zware zandleem voor, met lokaal veel vrije ijzeroxiden en -concentraties. Volgens de digitale bodemkaart zijn binnen het beschermde gebied van west naar oost volgende bodemtypes aanwezig: bodemtype Lep (natte zandleembodem zonder profiel), bodemtype w-Sep (natte lemig zandbodem zonder profiel) en bodemtype w-Zdm (matig natte zandbodem met dikke antropogene humus A horizont). Veen komt slechts voor in de ondergrond en vormt een aaneengesloten strook in de vallei van de Grote Schijn. Het veen bestaat uit sterk verteerde plantenresten van een bosbestand, heeft een hoog gehalte aan minerale stof en is mesotroof (pH 5-6), soms zelfs eutroof (kalkoudend).
De Herentalse Vaart wordt gevormd door uitsluitend stilstaand water. Verlanding treedt hier dan ook sterk op. Ten gevolge van de invloed van de autosnelweg die afwatert in het beschermde gebied kan een sterke vorm van eutrofiëring vermoed worden. Dit kwam echter niet zo direct tot uiting bij de uitgevoerde inventarisaties ten tijde van de bescherming (1982). Wel duiden planten als pitrus (Juncus effusus) en brandnetel (Urtica dioica) op sterke eutrofiëring. Aangezien deze bij de inventarisatie niet veel voorkwamen kan besloten worden dat het om matige eutrofiëring gaat.
Voor de vaart werd een inventarisatie opgesteld volgens de abundantie/bedekkingsschaal. Volgende soorten werden geïnvenariseerd: rietgras (Phalaris arundinacea), watermunt (Mentha aquatica), gele waterkers (Rorippa amphibia), grote lisdodde (Typha latifolia), oeverzegge (Carex riparia), pitrus (Juncus effusus), waterzuring (Rumex hydrolapatum), grote waterweegbree (Alisma plantago-aquatica), gewoon sterrenkroos (Callitriche platycarpa) en gewone waterranonkel (Ranunculus aquatilis).
Voor de braakliggende percelen en weiden gelegen tussen de Herentalse Vaart en de autosnelweg werden volgende belangrijkste planten opgenomen: dagkoekoeksbloem (Melandrium rubrum), zevenblad (Aegopodium podagraria), zomereik (Quercus robur), dotterbloem (Caltha palustris), valeriaan (Valeriana repens), moerasspirea (Filipendula ulmaria), look-zonder-look (Allaria petiolata), pinksterbloem (Cardamine pratensis), speenkruid (Ranunculus ficaria), gewoon knoopkruid (Centaurea pratensis), bosandoorn (Stachys sylvatica) en groot hoefblad (Petasites hybridus).
Anno 2014 bestaat het gebied uit akkers, grasland en een bosperceel in het westen van het beschermde landschap. De Biologische Waarderingskaart vermeldt de aanwezigheid van een omhaagde hoogstamboomgaard ten noorden van de Schranshoeve. De Herentalse Vaart en de veldweg ten westen van de hoeve wordt afgezoomd door een bomenrij.
In het landschap is het laatste stuk van de in 1490 gegraven Herentalse Vaart terug te vinden. De Herentalse Vaart werd oorspronkelijk aangelegd als verbinding voor de binnenschepen met Herentals en als waterbevoorrading voor de Antwerpse brouwerijen. In feite werd dit ‘kanaal’ slechts gegraven tot het spuihuis van Wommelgem. Vandaar liep het langs de zuidgrens in het Rivierenhof, via het Morkhovenhof, dwarste onder de Stenenbrug de Herentalse Steenweg, liep dan in het midden van de Plantin en Moretuslei langsheen het stadspark naar de Spaanse wallen, waarvan de gracht werd gekruist door middel van een stenen aquaduct om binnen de wallen als een stenen koker noordwaarts te lopen naar het ‘industrieterrein’ van de brouwerijen ten noorden van de stad (Adriaan Brouwersstraat).
Door de evolutie is van deze laatmiddeleeuwse prefiguratie van waterbevoorrading (confer het toevoerkanaal langsheen de Nete tussen het Albertkanaal en het station van de AWW te Rumst) weinig of niets overgebleven: de eerste schending gebeurde in de 19de eeuw door de aanleg van een schans buiten de Spaanse vestingen (nu stadspark), een tweede schending kwam er met de dichting van de vestingen zelf (de huidige leien), een derde schending werd veroorzaakt door de aanleg van de Brialmontfortengordel rondom Antwerpen/Zurenborg ingemetst als riool onder de Plantin en Moretuslei, later volgde de inbuizing het stuk tussen de Brialmontgordel en de Stenenbrug. Tijdens de jaren 70 van de 20ste eeuw verdween op dezelfde wijze het stuk langsheen Morkhoven met totale verdwijning van de Stenenbrug. Op het grondgebied Wommelgem werd het kanaal door bulldozers dichtgegooid, door de aanleg van de autosnelweg Antwerpen-Luik werd een ander deel opgeheven of verlegd.
Toch bleef nog een sectie van deze ‘vaart’ aan de zuidgrens van het Rivierenhof bewaard. Deze ‘gracht’ heeft een belangrijke cultuurhistorische waarde als overblijfsel van een waterbouwkundig werk uit het einde van de 15de eeuw, een uniek voorbeeld van industriële archeologie, dat destijds van grote economische betekenis is geweest voor de internationale handelsmetropool.
Het bewaarde stenen bruggetje nabij de Ruggeveldlaan dateert uit het derde kwart van de 19de eeuw. De breedte stemt nog overeen met de originele voorschriften uit 1490.
In het oosten van het landschap bevindt zich de Schranshoeve, een oorspronkelijk omgrachte hoeve met losse bestanddelen die bij het Boterlaarhof (ten zuidoosten van het beschermde landschap) hoorde. Het Boterlaarhof was oorspronkelijk een 16de-eeuwse hofstede in het bezit van Cornelis van Ekeren. Later werd het een brouwerij, nadien een omwaterd lusthof waarvan de grachten begin 18de eeuw in verbinding werden gesteld met de Herentalse Vaart. De hoeve bestaat uit een woning met stal onder hetzelfde dak uit de tweede helft van de 19de eeuw (mogelijk met oudere kern) waarvan de nok loodrecht op de Vaartweg staat, een oostelijke langsschuur uit het vierde kwart van de 19de eeuw of het eerste kwart van de 20ste eeuw en een tot duiventil omgevormd westelijk bakhuis waarvan de nok evenwijdig met de Vaartweg loopt. De verankerde, rechthoekige gebouwen zijn opgetrokken in bakstenen en bevinden zich onder zadeldaken van pannen en golfplaten. De (meestal originele) muuropeningen zijn rechthoekig en hebben arduinen dorpels. De woonhuisvensters zijn getralied.
De kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) geeft de Herentalse Vaart weer als een kronkelend ‘kanaal’ afgezoomd door een enkele of dubbele bomenrij. Ten zuiden ervan bevindt zich een omgrachte hoeve met losse bestanddelen, ten oosten van deze hoeve bevindt zich het goed “Boterlaer”, waarvan de omgrachting is aangesloten op de Herentalse Vaart. Een dreef scheidt beide hoeven van elkaar. Op verschillende plaatsen zijn op de Herentalse Vaart bruggen aangegeven. Volgens de kaart van Vandermaelen (1846-1854) wordt de Herentalse Vaart omgeven door akkers en grasland. Volgens deze kaart is het “Boterlaer Hof” niet meer verbonden met de vaart.
Auteurs: Wijnant, Jo; Plomteux, Greet; Cox, Lise; De Borgher, Marc
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Wijnant J. & Plomteux G. & Cox L. & De Borgher M. 2016: Herentalse Vaart met brug [online], https://id.erfgoed.net/teksten/432540 (geraadpleegd op ).
Aan de zuidzijde tussen Ruggeveldlaan en Sterckshoflei, rest van Herentalsevaart, laat-middeleeuwse prefiguratie van watervoorziening, opklimmend tot 1490; de als verbindingskanaal naar de Kempen bedoelde waterloop werd slechts gegraven tot het spuihuis te Wommelgem; vandaar liep het water langs de zuidgrens van het Rivierenhof, via Morckhoven onder de Stenenbrug door, en zo langs de huidige Plantin en Moretuslei en het Stadspark naar de Spaanse wallen; binnen de wallen liep het door een stenen koker naar het noorden van de stad waar het onder meer de vele brouwerijen bevoorraadde.
Van dit middeleeuws waterbouwkundig werk bleef alleen deze kleine sectie bewaard samen met het stenen bruggetje nabij de Ruggeveldlaan: de breedte van dit 19de-eeuws (derde kwart) bruggetje stemt nog overeen met de originele voorschriften van 1490.
Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. 1992: Herentalse Vaart met brug [online], https://id.erfgoed.net/teksten/11340 (geraadpleegd op ).