Teksten van Woning Janssens

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/11344

Woning Janssens ()

De opdracht voor de woning van August Janssens, "un travailleur intellectuel" uit Borgerhout, komt er vermoedelijk in 1936 dankzij de jaarlijkse tentoonstelling van het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten in Antwerpen, waar Braem kort voordien zijn opleiding heeft voltooid. Hij neemt het project aan in samenwerking met Marcel Segers, zijn studiegenoot met wie hij stage heeft gelopen in het bureau van architect Arthur Smet en met wie hij zich tot het einde van de jaren 1930 associeert. De bouwaanvraag wordt goedgekeurd in juni 1937. De woning ligt in de Van Erstenstraat in Deurne-Zuid in de buurt van het Te Boelaerpark. Gelijktijdig met deze opdracht loopt Braem stage bij Le Corbusier in Parijs, waar hij ondergedompeld wordt in de theorie van het modern functioneel wonen.

Met deze woning ontwerpen Braem en Segers dan ook een schoolvoorbeeld van een machine à habiter voor een gezin van vier. De beschikbare oppervlakte bedraagt een schamele 40 vierkante meter, met een gevelbreedte van 5,50 meter en een diepte van 7,30 meter (de minimum toegestane diepte volgens het gemeentelijk reglement). Een centrale ingang geeft links toegang tot een vestiaire en een toilet en rechts tot de keuken. Braem gebruikt hier voor het eerst een halfronde wenteltrap, die later nog vaak zal voorkomen. De ruimte achterin wordt over de volledige breedte ingenomen door de woonkamer. Die heeft een cosy corner met een afwerking in hout, op een van de schetsen met organische lijnen en "boomschijven" op de vloer, die doen denken aan Alvar Aalto. Erboven is plaats voor wanddecoratie met vlinders, vogels en sterren. De eethoek ligt in het verlengde van de keuken en wordt bediend via een doorgeefluik. Braem maakt in 1938 nog schetsen voor een ovale tafel met uitschuifbaar blad. Het grote raam naar de tuin, gericht op het zuidwesten, geeft maximale lichtinval en voorziet in plaats voor planten. Het terras en de tuin met slingerpaadje zijn meer dan dubbel zo diep als het huis zelf. In een voorontwerp stelde Braem een meer conventionele indeling van de woning voor, met rechts vooraan een ontvangstvertrek, waardoor in de leefruimte nog geen sprake was van een cosy corner. In het verlengde van de keuken lag een wintertuin of "tuinkamer" in breuksteen, waar de eigenlijke tuin onmiddellijk op volgde. De hal werd grotendeels ingenomen door een breed uitgevallen bordestrap.

De overwegend gesloten voorgevel van de woning wordt deels opengewerkt door vierkante glasstenen die de ingang markeren, een vertrouwd element in de eerste woningen van Braem. Het verspringend ritme van het slaapkamerraam naar het smalle raam van de douchecel doet denken aan het gevelschema van de woning Van den Bergh. Ook hier weer lichten de kelderramen in de sokkel het gebouw op van de grond. De bakstenen muren zijn bekleed met een witte Dura-glaskorrelbezetting, geleverd door de firma Kempische Betonwerken en een handelsmerk van Braem. De vloerplaten zijn in beton en de binnenmuren van gewapende gipsplaten van het merk Lugino. De gestandaardiseerde binnendeuren komen van de Nederlandse firma Bruynzeel.

In 1938 behalen Braem en Segers de Prijs Van de Ven met de woning Janssens. De jury, met onder meer Louis Herman De Koninck, door wie Braem zich laat inspireren, is vooral onder de indruk van de savoir-faire waarmee de architecten het principe van de minimumwoning in de praktijk hebben gebracht. Ze heeft lof voor de eerlijke gevel waarin de functies van de achterliggende vertrekken zich duidelijk aftekenen. De schikking van de ruimtes in de kelderverdieping (een kolenkelder, een houtkelder, een voorraadkelder en een grote waskelder) en de vertaling ervan in de sokkel van de gevel vindt ze minder geslaagd. De andere laureaten van de wedstrijd zijn Marcel Leborgne met een modernistisch appartementsgebouw in Charleroi en Charles Van Nueten met zijn eigen minimumwoning in Sint-Pieters-Leeuw. Verder worden nog twee villa's in Ukkel bekroond, respectievelijk van Adrien en Yvan Blomme en Jean De Ligne.

In 1941 wordt de plattegrond van de woning Janssens opgenomen in Das Grundrisswerk van Otto Völckers, een ruim verspreid en vaak herdrukt Duits handboek voor architecten met typeplattegronden voor alle soorten gebouwen. In 1954 doet architect Jul De Roover aanpassingen aan de deuromlijsting en de glasstenen in de voorgevel. Eind jaren 1990 wordt achteraan een veranda toegevoegd en ook binnenin gebeuren verbouwingen. Vandaag is het stalen schrijnwerk in de voorgevel deels vervangen en is ook de indeling van de ramen aangepast.

  • Archives d'Architecture Moderne, Archief Renaat Braem, Dossiernummer 7 en 17.
  • Districtsarchief Deurne, Bouwdossier 4186.
  • Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, Archief Renaat Braem, 325.
  • DE KONINCK L.H. 1938: Jaarlijkse Prijskamp Van De Ven (11e jaar), in KMBA 9.3, 57-67.
  • DE KONINCK L.H. 1938: Le Prix d'Architecture annuel Van De Ven. Rapport du jury présenté par L.-H. De Koninck, Architecte S.C.A.B., in L'Epoque 5.2, 23-27.
  • DE KONINCK L.H. 1938: Prix Van de Ven d'architecture 1938 (onzième année), in L'Emulation 58.3, 47-52.
  • FLOUQUET P.-L. 1938: Importance des Prix d'Architecture. A propos du Prix Van de Ven et de son influence, in Bâtir 7.65, 176-178.
  • S.N. 1939: Deux maisons près d'Anvers, in L'Architecture d'Aujourd'hui 10.2, 8.
  • VÖLCKERS O. 1941: Das Grundrisswerk. 1400 Grundrisse ausgeführter Bauten jeder Art mit Erläuterungen, Schnitten und Schaubildern, Stuttgart.

Bron: Braeken J. (ed.) 2010: Renaat Braem 1910-2001. Architect, Relicta Monografieën 6. Archeologie, Monumenten en Landschapsonderzoek in Vlaanderen, Brussel.
Auteurs:  Van Regenmortel, Eva
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Van Regenmortel E. 2010: Woning Janssens [online], https://id.erfgoed.net/teksten/134328 (geraadpleegd op ).


Woning Janssens ()

Woning van 1936, naar ontwerp van Renaat Braem en Marcel Segers, bekroond met Van de Venprijs in 1938. Minimumwoning voor vier personen met accent op kostenbesparend bouwen: geringe oppervlakte (slechts 40,25 vierkante meter), gestandaardiseerde massaproductie, nieuwe materialen (cementbezetting, stalen ramen, glastegels); de indeling van de ramen en de oorspronkelijke materialen werden later gewijzigd.

  • Gemeente-archief Deurne, Bouwaanvragen, dossier 4186.
  • EYCKERMAN T., Gids voor Antwerpen. Moderne Architektuur, Turnhout, 143.
  • S.N., Importance des Prix d'Architecture, in Bâtir, nr. 65, april 1938, 176-178.

Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. 1992: Woning Janssens [online], https://id.erfgoed.net/teksten/11344 (geraadpleegd op ).