Groepsbebouwing in de geest van de tuinwijkarchitectuur, waarvoor bouwaanvraag van 1929 naar ontwerp van Bouwbureau G. Wijn. Opdrachtgever was L. De Bie, eigenaar van de villa "Bloemenhof" in het nabije Villapark. Het ensemble ligt in het centrum van Ekeren, meteen ten zuiden van de parochiekerk en bepaalt het beeld van de dorpskern bij het binnen rijden van Ekeren vanuit het zuiden. Eengezinswoningen van twee bouwlagen onder schilddak, met ommuurde of omhaagde voortuintjes, opgericht als huurpanden op gronden van het voormalige "Hof ter Cuylen" of "Van de Put". In 1920 aangekocht door de beheerders van de koekjesfabriek De Beukelaer en verkaveld. Typisch voor de Hollandse stijl zijn de donkere baksteen (bruin, paars), de monumentale bedaking en benadrukte schoorstenen. De twee aan twee in spiegelbeeld gekoppelde woningen hebben quasi dezelfde plattegrond: gelijkvloers vestibule, traphal en salon aan straatzijde, woon-eetkamer en keuken aan tuinzijde, met het washuis in de aanbouw; op de verdieping twee slaapkamers, badkamer en 'kleerkamer' of berging.

De Beukelaerlaan 1-7: symmetrisch geheel van vier woningen onder doorlopende bedaking (pannen) met dakkapellen, afgewolfd en gemansardeerd in de hoekpanden. Deze worden nog verder benadrukt door de inspringende inkom met afgeschuind hoekvenster en luifel en het trappenhuis onder plat dak. Voorgevel geritmeerd door het in- en uitspringen van uitkragende schoorstenen, driezijdige erkers, inkomportalen met luifel en garagepoort met bovenlichten. De plattegrond van het middenpand op nummer 5 is ruimer van opzet (inpandige garage en twee extra slaapkamers), ten koste van het kleinere hoekpand op nummer 7.

De Beukelaerlaan 2-8: symmetrisch geheel van vier woningen onder doorlopende bedaking (pannen) met dakkapellen, afgewolfd en gemansardeerd boven het linker hoekpand. Voorgevel geritmeerd door getrapte schoorsteen geaccentueerd met baksteenmozaïek. Gevel geritmeerd door de strak geometrische verdeling van openingen en de afwisseling van erkers en inkomportalen onder gestrekte luifel met bovenlicht.

De Beukelaerlaan 10-18: symmetrisch geheel van vijf woningen onder doorlopende bedaking (pannen) met dakkapellen, afgewolfd en gemansardeerd boven de hoekpanden. Voorgevel geritmeerd door getrapte schoorstenen met baksteenmozaïek en steunberen die aan kerkarchitectuur refereren. Met tussenin ter hoogte van de verdieping strak geometrische verdeling van muuropeningen over de gevel. Gelijkvloers geritmeerd door afwisseling van driezijdige erkers en inkomportalen onder gestrekte luifel met bovenlicht.

De Beukelaerlaan 20: rijwoning in halfopen bebouwing onder schilddak (pannen) met dakkapel. Voorgevel gemarkeerd door oplopende driezijdige erkerpartij en rondboogdeur onder luifel. Parement met contrasterende banden paarse baksteen en tandlijsten. Strakke zijgevel uitlopend in getrapt dakvenster.

Frans Harrewijnlaan 8-10: tweewoonst onder schilddak. Nummer 8 met oplopende driezijdige erker en erboven een dakkapel. Inspringende inkom met zijlicht onder gestrekte luifel en bovenlicht. Hoekraam op de bovenverdieping. Zijgevel met gemansardeerde dakuitsprong. De schoorsteen van nummer 10 onderscheidt beide woningen. De voorgevel is geritmeerd door subtiel baksteenreliëf (pilaar in pseudo-bossage links van de inkom en verzonken muurvlak ter hoogte van de verdieping van nummer 10, overhoekse muizentand op erker van nummer 8).

Groepsbebouwing waarvoor bouwaanvraag van 1929 naar ontwerp van bouwbureau G. Wijn. Eengezinswoningen met ommuurde of omhaagde voortuintjes, opgericht op gronden van het voormalige "Hof ter Cuylen" of "Van de Put". In 1920 aangekocht door de beheerders van de koekjesfabriek De Beukelaer en verkaveld. Baksteenbouw van twee bouwlagen onder gevarieerde bedaking met dakkapelllen. Rechthoekige muuropeningen: venstertravee als driezijdig uitspringende erkers en overluifelde deuren. Schoorstenen gevat in de voorgevel.