Op de hoek van de Onze-Lieve-Vrouwstraat en de Prinshoeveweg is “De Ooyvaer” gelegen, een woning in cottagestijl die in 1910 werd ontworpen door architect Michel De Braey voor Henri Van de Vin-De Roubaix, een nijveraar uit Ekeren. Door zijn ligging ten noorden van de Prinshoeveweg, tussen beide spoorwegbeddingen in, kijkt de woning ten zuiden uit over een groot stuk open akkergebied.

Historiek

De mutatieschetsen in het archief van het kadaster laten zien dat op dit hoekperceel van de Onze-Lieve-Vrouwstraat al in 1901 een groot rechthoekige volume werd gebouwd, in 1904 aangevuld met een tweede parallel volume. Dit zijn constructies die horen bij het tuinbouwbedrijf dat tuinbouwkundige Guillaume De Bosschere daar in de jaren 1890 had opgericht. In 1910 wordt het grote perceel opgedeeld en verkoopt De Bosschere zijn eigendommen aan verschillende eigenaars. Het meest zuidelijke deel van het grote perceel wordt gekocht door Van de Vin, die er een nieuw huis laat bouwen, met registratie in het kadaster in 1911. Wellicht gaat het hier om Hendrik Van de Vin, fabrikant in sigaren, geboren op 30 januari 1847 en overleden op 23 april 1916.

In het stadsarchief van Antwerpen wordt het bouwdossier bewaard dat Van de Vin in 1910 indient voor dit huis. Het dossier geeft weer dat het gaat om een “hovenierswoning”. Omdat Van de Vin tegelijk ook een gebouw van het aanpalende tuinbouwbedrijf bezit, is hier wellicht effectief een hovenier of tuinman gehuisvest.

Van de Vin koos als ontwerper voor deze woning Michel De Braey, een architect met een bloeiende praktijk in het Antwerpse vanaf de jaren 1880 tot 1925. Het cliënteel van De Braey bestond uit zeer bemiddelde personen uit de burgerij. Zijn oeuvre bestaat uit herenhuizen, landhuizen en openbare gebouwen in opvallende neostijlen of cottagestijl.

In 1917 registreert het kadaster de erfenis van de woning aan de erfgenamen Van de Vin. Twee jaar later wordt het verkocht aan diamantslijper Jan Decombes-Sels. In 1921 wordt de tuin rond de cottage uitgebreid naar het noorden en het westen, tot het huidige perceel. De volumes uit 1901 en 1904 zijn op dat moment al afgebroken.

Beschrijving

De originele hovenierswoning van 1910-1911 bevindt zich in de zuidwestelijke hoek van het perceel. Ten zuidoosten en ten noorden van dit basisvolume werden begin 21ste eeuw twee uitbreidingen gerealiseerd in een aansluitende bouwstijl. De cottage gelegen in een ruime, deels omhaagde ruime tuin, die een volledig moderne nieuwe aanleg kreeg.

De rode bakstenen woning telt één tot twee bouwlagen en heeft een rieten dak, net als de noordelijke en zuidoostelijke recente uitbreidingen. Het doortrekken van materiaalgebruik en bouwstijl naar deze nieuwe volumes zorgen voor een homogeen uitzicht van het geheel.

De woning is in een zuivere cottagestijl opgetrokken, waarbij het rieten dak, de helrode baksteen, de speelse onregelmatige volumes en het verzorgde, pittoreske houtwerk de belangrijkste kenmerken vormen. Onregelmatige plattegrond, met een rechthoekig centraal basisvolume van twee bouwlagen, dat links een lage aanbouw en rechts een aanbouw van twee bouwlagen, samen gevat onder één groot rieten dak. De voorgevel is gericht op de Onze-Lieve-Vrouwstraat en bestaat uit en puntgevel met overkragende dakrand. De gevel is doorbroken door drie brede rechthoekige vensteropeningen met houten roedeverdeling, nu beluikt, maar op het bouwplan uit 1910 niet van luiken voorzien. Rechts, in de hoek met het naar achter gelegen volume, de inkompartij onder een houten luifel op houten pijler, met het oorspronkelijke naambord “De Ooyvaer” en oorspronkelijke deur met sierlijk betraliede bovenlichten. Links, de lage gevel met rechthoekige vensteropening ter vervanging van de twee kleine oorspronkelijke vensters. Van de lage achtergevel is enkel het rechter gedeelte zichtbaar wegens de recente aanbouw. In het originele gedeelte een achterdeur met erkervormig zijlicht, samen onder een brede ontlastingsboog gevat en voorzien van zeer fraai uitgewerkt houtwerk en fijne roedeverdeling. Zijgevel rechts gewijzigd wegens uitbouw; zijgevel links bewaard, met betralied keldervenster, breed venster op de verhoogde begane grond en twee smalle zoldervensters.

Originele plattegrond met op het gelijkvloers vooraan de keuken en achteraan de wasruimte, links een zitkamer en rechts een slaapkamer in de opkamer. Op de verdieping drie slaapkamers. Van het interieur zijn een aantal authentieke elementen bewaard in het moderne interieur, onder meer de grote gemetselde keukenhaard , de smalle bakstenen schouw in de hoek van de achterkamer, de binnendeuren, de rode tegels en de hardstenen tredes in de kelder, de plankenvloer op de verdieping.

Hovenierswoning zogenaamd 'De Ooyvaer', met bouwtoelating uit 1910, in opdracht van Van de Vin en naar ontwerp van Michel De Braey. Aanknopend bij de lokale landelijke architectuur; M. De Braey bouwde verscheidene woningen in het Antwerpse, in een waaier aan neostijlen.

Woning in tuin, bestaande uit vier bakstenen bouwdelen van één bouwlaag onder rieten overkragende zadeldaken met daklijsten: een centraal bouwdeel met loodrechte aanbouwen in voor- en achtergevel, waarmee nog één vrijstaand bouwdeel verbonden is via passerelle(?). Beluifelde deur in de oksel. Gevels in zeer goede, gerestaureerde staat.

L-vormige villa, grosso modo aanknopend bij de lokale landelijke architectuur, waarvoor bouwaanvraag van 1910 naar ontwerp van M. De Braey; één bouwlaag onder manke zadeldaken (riet); overkragende daklijsten en overluifelde deur.