Geografisch thema

Kapellestraat

ID
12637
URI
https://id.erfgoed.net/themas/12637

Beschrijving

Straat deels gelegen in het dorpscentrum, vanaf de zuidwestzijde van de Markt met gebogen verloop zuidwestwaarts tot aan de Steenstraat; met een voetwegel verbonden met de Krekelstraat ten westen. Zogenaamd naar de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand, die aan het zuideinde van de straat gelegen is.

Op een kaart bij het landboek van 1654-1656 wordt het noordelijke deel van de straat - samen met de Kerkstraat - weergegeven als onderdeel van de "Kerckwegh", voor het eerst vermeld in 1551; het zuidelijke deel vanaf de huidige Astridlaan is de "voetwegh naer Inghelmunster" die doorloopt tot aan de huidige Krekelstraat. Aan de noordzijde wordt de straat doorkruist door de Lapperbeek, met de nabijgelegen Kerkemeersen en het omwalde "Leen ter Deeve".

In 1715 laat baron Nicolas de Beer, heer van Meulebeke, een oud Mariakapelletje vervangen door een nieuwe kasteelkapel op een open plek in de "Steenbossen" aan de zuidzijde van zijn kasteeldomein Ter Borcht, zogenaamd "Kapel van Schreiboom", ook gekend als "'t Kapelletje van de Dreeve", "Kapel Ten Troost" of "Kapel van Zeven Weeën". In 1756 wordt deze kapel in opdracht van Filips-Alexander de Beer herbouwd tot kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand. Broer kanunnik Jean Joseph Ghislain Ernest de Beer laat in 1772 de kapel met een voorportaaltje uitbreiden voor het groeiende aantal bedevaarders; de inwijding volgt op 25 maart 1777.

In de loop van de 18de eeuw wordt op een domein dat zich uitstrekt tot aan de Holdestraat en de Markt het "Kasteel Bossuyt" (zie Holdestraat, Markt) opgetrokken met - thans verdwenen - hoge bakstenen tuinmuur langsheen de noordoostzijde van de Kapellestraat.

De Ferrariskaart (1770-1778) toont de kapel van "Notre Dame de Bon Secours" aan de zuidzijde van de beboomde dreven die de verbinding maken met het dubbel omwalde domein van het kasteel Ter Borcht. Het primitief kadasterplan (circa 1830) geeft de kleine kapel weer naast de Devebeek, met beboomde dreef en bos aan noordzijde en het zogenaamd kapelhuis met tuin aan de oostzijde.

Het huidige tracé van de Kapellestraat met zuidwaartse afbuiging naar de Steenstraat, smalle voetwegel naar de Krekelstraat en toegenomen kleinschalige bebouwing wordt weergegeven op de Atlas der Buurtwegen (1846); in 1858 krijgt de weg een kasseibestrating.

In 1886 laten de toenmalige kasteelbewoners dokter Leo Thienpont en Barbara Loncke de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand herbouwen tot de huidige kapel in neogotische stijl met uitspringend voorportaal en recht koor. Nabij de kapel heeft de handbooggilde "Guillaume Tell" eertijds haar wip staan.

In de Kapellestraat worden in de 19de en de 20ste eeuw talrijke herbergen uitgebaat. Gekende 19de-eeuwse herbergen zijn onder meer "Den Engel", "Het Kapelhuus", "De Kapelle", "De Klok", "Den Posthoorn/Le Cornet", "Sint-Hubert" en "In Transvaal"; op de kaart van P. Vander Maelen (circa 1850) wordt tevens aan de zuidzijde "Cabaret Het Wit Paard" gesitueerd. Enkele 20ste-eeuwse herbergen zijn "In de Drij Grachten", "De Keizer", "De Kroone" later gekend als "De Nieuwe Steenbakkerij", "Lugano", "'t Sas", "Plaza" met feestzaal, later gekend als "Germinal", "Sint-Anna", "Sint-Severin", "Spoednik", "De Stad Iseghem", "De Steenbakkerij" later gekend als "In 't Huis van Commercie", "De Supporter", "De Werkmanskring" en "De Miere", laatstgenoemde gelegen langs de voetwegel naar de Krekelstraat. De meeste uitbatingen zijn in de loop der tijd stopgezet of herbestemd en al dan niet gesloopt.

Tevens één van de straten waar vanaf de tweede helft van de 19de eeuw de eerste textielfabrieken in Meulebeke ontstaan. In 1862 wordt de weverij Schaetsaert opgericht door Emiel Bossuyt uit Oostrozebeke en Schaetsaert uit Gent. Dit is één van de grootste weverijen van Meulebeke, met in de bloeiperiode 521 getouwen en een tewerkstelling van 400 mensen. In 1897 wordt er een mechanische stoomververij aan toegevoegd en in 1901 een blekerij. Tijdens de Eerste Wereldoorlog richten de Duitsers er een paardenlazaret in. Na de oorlog is de weverij gekend als "Tissage de Meulebeke" en in 1937 wordt ze gekocht door Byttebier uit Kortrijk. Eind jaren 1930 wordt de productie stopgezet en na de Tweede Wereldoorlog wordt in de gebouwen de in 1926 opgerichte pelswarenfabriek Bouckaert ondergebracht.

In 1908 laat Germain Bossuyt, bediende in de fabriek van Schaetsaert, nabij de hoek met de huidige Astridlaan een mechanische linnen- en katoenspinnerij en -weverij bouwen met 90 getouwen en een tewerkstelling van 56 mensen.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt de fabriek bezet door het Duitse leger en ingericht als "Ortskino" of cinemazaal voor soldaten. In 1919 wordt ze gekocht door de firma "Parmentier & Co" uit Brussel, later gekend als "Fabriek Venet". Eind jaren 1960 wordt het bedrijf gesloten, waarna sloop volgt.
Tenslotte richt Joseph Van den Neste in 1958 een gespecialiseerd bedrijf op dat geneeskundige weefsels uit katoen en fibrane vervaardigt die in een confectieatelier in Beersel tot verband worden verwerkt; het bedrijf telt 36 automatische getouwen en stelt 15 personen tewerk.

In 1932 wordt het zuidelijke deel van de straat heraangelegd vanaf de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand tot aan de Steenstraat.
Edgard Van Baveghem (Dendermonde, 1880 - Meulebeke, 1952), oud-burgemeester, amateuraannemer, kunstschilder en laatste bewoner van het kasteel Ter Borcht, voorziet in 1934 de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand van het huidige, grotere voorportaal met balustrade. Vanaf 1935 verfraait hij het interieur van de kapel met grote muurschilderingen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt de kapel tijdelijk bezet door de Duitsers. Tevens wordt een militaire slachterij ingericht in de leegstaande fabriek "Flaxloom". Nadat de achterzijde van de mouterij Goethals in de Hoogstraat in 1943 wordt gebombardeerd, wordt de er in 1926 opgerichte weverij van Henri en Albert Vanherle overgebracht naar de Kapellestraat.

Opdat de bedevaarders een behoorlijke rustplaats zouden hebben, laat Van Baveghem in 1950 het plein voor de kapel aanleggen, de Devebeek overwelven, een omheiningsmuur bouwen en het kaarshuis oprichten (zie zonder nummer).

In de jaren 1970 wordt op de weiden ten zuiden van het kasteeldomein Ter Borcht het speelplein "'t Ravotterke" ingericht. In 1984 koopt het gemeentebestuur de nabijgelegen herberg "De Miere" aan en laat dit vernieuwen en samen met enkele nieuwe paviljoenen omvormen tot bivakplaats en jeugdverblijfcentrum "De Miere" (zie nummer 116).

In de jaren 1980-1990 gebeuren er restauratiewerken aan zowel in- als exterieur van de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand en worden er parkeerplaatsen aangelegd. In de jaren 2000 worden aan het pleintje enkele Italiaanse populieren door lindebomen vervangen en gebeuren er nogmaals onderhouds- en restauratiewerken aan de kapel.

Tevens recente heraanplanting van het "Kapellebos" achter het jeugdverblijfcentrum "De Miere", waarvan recent het slaappaviljoen tot speelpaviljoen is omgebouwd met bouw van een nieuw slaappaviljoen in 2008.

Voornamelijk woonfunctie. Tegen het dorpscentrum aan, aaneengesloten bebouwing in het noordelijke deel van de straat, met ten noordoosten het gemeentehuis (zie Markt nummer 1) en het gemeenteparkje met parking (zie 't Park). Ten noordwesten zijn de Kerkemeersen gelegen, een onbebouwd gebied van circa 3 hectare. dat bestaat uit laaggelegen natte beekvalleigronden met verveend kleiig materiaal als bovengrond (plaatselijk tot 1,5 meter dik) en een zandige ondergrond met wortels van een vroeger moerasbos. Deze gronden behoren, samen met de vroegere beekloop van de Oude Devebeek tot een fossiel beekdalsysteem van de (Oude) Devebeek. In de loop van de middeleeuwen wordt het moerasgebied rond de (Oude) Devebeek en de Lapperbeek geleidelijk drooggelegd door het omleiden van waterlopen en het delven van bijkomende afwateringsgrachten, waardoor onder meer de Kerkemeersen ontstaan.

Frequente restanten van eind 19de- en begin 20ste-eeuwse eenlaagsbebouwing onder pannen zadeldaken (nok evenwijdig met straat). Nummer 24/ Astridlaan, resterend rechterdeel van tweewoonst waar de Meulebeekse nijveraar Germain Bossuyt, tevens eigenaar van de nabijgelegen mechanische textielweverij, in 1910 een smidse laat bijbouwen, later nog uitgebreid. Witgeschilderde, deels beraapte baksteenbouw met gecementeerde en zwartgeschilderde plint; woonhuis met recentere schuiframen voorzien van gedeelde bovenlichten; uitbreiding van voormalige smidse met dubbele baksteenfries. Nummers 63-65-67, werkmanswoningen met verankerd en gecementeerd parement; nummer 67, dubbelhuis met imitatiebanden en zwaar uitgewerkte sluitstenen; nummer 63 met gewijzigde muuropeningen. Veelal gerenoveerd of herbouwd, onder meer nummer 28, restant van voormalige driewoonst met voortuintje en nummers 53-55-57-59; nummer 55 voorzien van cementering met schijnvoegwerk. Nummers 121-123, gelegen langsheen haaks steegje dat doorloopt tot aan de Steenstraat; nummer 121 met gecementeerd parement; nummer 123 met nieuw parement en gewijzigde muuropeningen.

Tevens eenlaagsbebouwing onder pannen mansardedak (nok evenwijdig met straat). Nummer 31/ Vuilputstraat, restant van vier werkmanswoningen gebouwd in 1867 door de Meulebeekse fabrikant Constantinus Tack, vanaf 1919 ingericht als herberg. Hoekpand met afgeschuinde en doorgetrokken hoektravee onder getrapte belijning, gecementeerd en verankerd parement met schijnvoegen en sieromlijstingen; schuiframen met rolluiken; dak- en zoldervenster met kleine roedeverdeling in bovenlichten (gekleurd glas). Nummer 81 met witgeschilderde siercementering en getoogde muuropeningen. Nummer 35 met nieuwe dakkapellen en vernieuwd parement, behouden schuiframen en deels beglaasde deur met ijzeren hekjes. Nummers 43-45-47, restant van vijf werkmanshuizen gebouwd door Emiel Bossuyt-Tack uit Oostrozebeke, die in de straat een weverij heeft opgericht, thans met gewijzigde muuropeningen; nummer 41 met getrapte baksteenfries en later geïncorporeerde autobergplaats.

Enkele eenlaagswoningen zijn verhoogd en verbouwd in het tweede en derde kwart van de 20ste eeuw. Nummer 9, enkelhuis met gecementeerde lijstgevel voorzien van onder meer imitatiebanden, sieromlijstingen met zwaar uitgewerkte sluitstenen op de begane grond en vergroot benedenvenster. Soms voorzien van typerende roodbakstenen lijstgevel en gebruik van natuursteen of simili voor onder meer plint, onderdorpels, sluit- of gevelstenen; onder meer nummer 23, voormalig café-feestzaal "Plaza", thans "Germinal", met beglaasde deur tussen grote herbergramen, en nummer 61, herbouwd en verhoogd in 1962 door de plaatselijke borstelfabrikant Gerardus Mestdagh.

Verder doorsneewoonhuizen uit het interbellum van veelal twee traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldaken (nok evenwijdig met straat). Nummers 34-36 met voortuintje gescheiden door open betonnen afsluiting met draad; nummer 34 met gecementeerd parement voorzien van imitatiebanden, gewijzigde benedenvensters en getoogde bovenvensters. Nummers 87-89-91-93-95-97, eenheidsbebouwing met verankerde roodbakstenen lijstgevels opgetrokken in 1929 door de "N.V. Tissage de Meulebeke"; nummer 91 met overhoekse fries en geelbakstenen banden; nummer 93 met helrode bakstenen banden; nummer 97 met gecementeerde en geschilderde lijstgevel met imitatiebanden; segmentboogopeningen, deels gewijzigd bij nummer 87; nummer 89 met schuifraam en deur met bovenlicht; nummers 91 en 95 met openingen onder respectievelijk betonnen en granito latei. Nummer 133, vrijstaand woonhuis met roodbakstenen parement, plint met siercementering en geelbakstenen banden en strekstenen. Enkele woonhuizen met witgeschilderd, al dan niet gecementeerd parement; nummer 60 met muizentandfries, segmentboogopeningen en beglaasde deur met gestileerd ijzeren hekwerk; nummers 83-85 met respectievelijk segmentboogopeningen en openingen met afgeschuinde hoeken.

Enkele met typerende interbellumkenmerken als verzorgd geelbruin bakstenen parement en muuropeningen onder granito of betonnen lateien. Nummer 26/ Astridlaan, hoekpand met art-decogetinte ornamentiek (liseenmotief) en getrapte baksteenfries; bewaard schuifraam; inkom in afgeschuinde hoektravee onder afgesnuite gevel; lage annex onder pannen mansardedak langs de Astridlaan. Nummers 38-40-42, ensemble enkelhuizen in spiegelbeeldschema met onder meer aflijnende getrapte baksteenfries, liseenmotieven, muuropeningen met afgeschuinde hoeken op begane grond en segmentbogige bovenvensters; nummer 40 met schuifraam; nummers 40-42 met deels beglaasde deur met ijzeren hekjes. Nummer 62, interbellumwoonhuis met recenter zwart-wit tegelparement.

Al dan niet gekoppelde en/of van voortuintjes voorziene woningen, daterend uit het derde kwart van de 20ste eeuw met typerende roodbakstenen lijstgevel en gebruik van natuursteen of simili voor onder meer plint en omlijstingen, onder meer nummers 73-75, 103-105, 107-109. Nummer 30, breedhuis gebouwd in 1947 naar ontwerp van architect Léon Verthé (Ingelmunster) met beglaasde rondboogdeur met glas-in-loodinvulling en geïncorporeerde poort. Nummer 49, dubbelhuis met beglaasde deur met geometrisch ijzeren hekwerk onder rechte luifel. Nummers 48-58, eenheidsbebouwing van eenvoudige woonhuizen in spiegelbeeldschema met smalle deurtraveeën en geïncorporeerde autobergplaatsen, opgericht in 1972-1973 door projectontwikkelaar N.V. Zuid-Afrikaans Handelshuis. Nummers 68-70, ensemble woonhuizen in spiegelbeeldschema met muuropeningen onder latei, doorgetrokken in centrale deurtraveeën. Nummers 99-101, woonhuizen met deuren gevat onder een groot driehoekig fronton met simili-omlijsting.

Aanvullende, vrijstaande of gekoppelde eengezinswoningen daterend uit de tweede helft van de 20ste eeuw, voornamelijk in centraal en zuidelijk deel van de straat. Nummer 135, "Were Di", witgeschilderde villa in landelijke stijl met omhaagde tuin. Nummers 149 en 151, respectievelijk eengezinswoning en woonwinkelpand, gebouwd in respectievelijk 1995 en 1997 naar ontwerp van Architectenbureau G. Callens (Meulebeke); spel van witgeschilderde volumes onder platte of hellende bedaking; brede oprit naar dito geïncorporeerde autobergplaatsen.

Recente sociale woningbouw en appartementsgebouwen van twee à drie bouwlagen onder pannen zadeldak.

Ten zuidwesten van de Kapellestraat strekt zich het domein uit van het Sport- en Recreatiecentrum Ter Borcht en van het Vrij Instituut voor Lichamelijke Opvoeding (V.I.L.O.), ingericht op het kasteeldomein Ter Borcht met hoofdtoegang vanaf de Baronielaan en tweede toegang vanaf de Ingelmunstersteenweg (zie Baronielaan nummers 27-29). Ten zuiden, aangelegd pleintje met bomenrijen, deels overwelfde Devebeek en parking aan de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand (zie zonder nummer) met kaars- (zie zonder nummer) en kapelhuis (zie nummer 171).

  • Gemeentearchief Meulebeke, Bouwaanvragen, 1946/Gustaaf Tuytens, 1994/43, 1994/214.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207 : Mutatieschetsen, Meulebeke, Afdeling 1, 1867/25, 1886/44, 1893/13, 1898/13, 1903/100, 1905/20, 1907/128, 1911/20, 1919/28, 1922/48, 1927/167, 1929/167, 1932/32, 1932/34, 1932/35, 1933/44, 1950/63/2, 1950/64, 1950/65, 1962/74, 1972/136, 1981/31, 1995/37, 1997/27.
  • BAERT G., Tentoonstelling Meulebeke textielgemeente, brochure, Meulebeke, 1989, p. 39-40, 46.
  • BAERT G., Van aubergien, lantsherberghskens en brandewijnhuysen te Meulebeke, in De Roede van Tielt, jg. 18, nummer 4, 1987, p. 76-78, 86-88, 90, 91-93, 97, 100, 102-106, 111.
  • BOUCKHUYT L., De kapellekensbaan, een inventaris van de Meulebeekse veldkapellen, Meulebeke, 1994, p. 120-136.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van Westelyk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel VII, Brugge, 1927, kolom 111, 173, 179.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van Westelyk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel XIV, Brugge, 1933, kolom 418.
  • DEMARREZ I., Meulebeke, wel en wee tot 1850, Tielt, 2002, p. 28.
  • DENDOOVEN L., Dit is West-Vlaanderen. Steden, gemeenten, bevolking, 1960, p. 1107, 1109.
  • DEVELTERE F., De Devebeek - Oude Devebeek te Meulebeke, Een verkenning, brochure n.a.v. de Wereldwaterdag, een initiatief van De Torenvalk VZW - Bond Beter Leefmilieu - Werkgroep Heemkunde & Erfgoed Mulenbeca, 30 maart 2008, s.p.
  • GERMONPREZ R., Het boek van Meulebeke, Meulebeke, 1982, p. 102, 110-111, 116, 134-135, 170-172, 174, 181-182, 225.
  • TANGHE G., Parochieboek van Ruiselede en Meulebeke, Handzame, 1975, p. 101-103.
  • VANNESTE H., Het andere Meulebeke, Een getekende terugblik, Meulebeke, 2007, p. 41-45.
  • VANNESTE H., Meulebeke, in HOLLEVOET F. e.a., Als straten gaan… praten. De roede van Tielt, Tielt, 2005, p. 86, 91, 93.
  • Gemeente Meulebeke

Bron: CALLAERT G. met medewerking van BOONE B. & MOEYKENS S. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Meulebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL38, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Bivakhuis De Miere

  • Omvat
    Burgerhuis

  • Omvat
    Kaarshuis

  • Omvat
    Kapelhuis met winkel en café

  • Omvat
    Onze-Lieve-Vrouw-van-Bijstandkapel

  • Is deel van
    Meulebeke


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kapellestraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/12637 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.