Geografisch thema

Nieuwstraat

ID
12665
URI
https://id.erfgoed.net/themas/12665

Beschrijving

Rechte verbindingsstraat tussen de Statiestraat ten oosten en de Abeeldreef ten westen. De aanleg van de straat dateert van het einde van de 19de eeuw en gaat terug op het tracé van een smalle verbindingswegel, vermeld als "bachten broucke wegel" op een kaart in het landboek van 1654-1656, rechtgetrokken in de loop van de 18de eeuw en weergegeven op een kaart uit het leenboek van het leenhof Bosterhout van 1785 met in het verlengde de huidige Wetstraat.

Op de Atlas der Buurtwegen (1846) aangeduid als onderdeel van de "voetweg uyt de dreef genaemd Abeelendreef naer de Thieltstraet langs den hof Cornelis", ook omschreven als "Bagten Broucke", nog steeds zonder enige bebouwing. In het laatste kwart van de 19de eeuw - eerste helft 20ste eeuw worden in de straat enkele herbergen uitgebaat, onder meer "De Vincke", "De Vriendenkring", "Excelsior" op de hoek met de Statiestraat, later gekend als "Terminus", "Het Prinsenhof", "In den Tijger" en "De Nieuwe Arend"; de meeste uitbatingen zijn in de loop der tijd gesloten, onder meer na oorlogsschade. In 1896 sticht Honoré Carpentier in de Nieuwstraat de firma "Carpentier Broers en Zusters", een kuiperij met houthandel, waar in 1911 een eerste mechanische boomzaag wordt geplaatst. Vanaf 1925 vat men de productie van borstelhouten aan en vanaf 1938 van borstels; tijdelijk fabriceert men ook wasmachines en boterkarnen. In de jaren 1930 wordt de firma overgebracht naar de fabrieksgebouwen van de stopgezette weverij "Tissage et Dentelles Stroobant & Bogaert" in de Abeeldreef, waar tevens een woonhuis wordt opgericht (zie Abeeldreef nummer 15).

In 1905 wordt de "samenwerkende melkerij Sint-Godelieve" aan de zuidoostzijde van de straat opgericht. In 1910 brengt men tevens de kamslagerij van Victor Debruyne naar hier over, in 1865 opgericht in de Schoolstraat (huidige Karel van Manderstraat), vanaf circa 1900 door Jules Debruyne gevestigd in de Statiestraat en na associatie met zijn broer gekend als "Debruyne Gebroeders". Deze firma gaat zich meer op de productie van weefrieten toeleggen, waardoor dit uitgroeit tot een belangrijk gespecialiseerd bedrijf.

Omstreeks 1950 registreert men in de straat de thuiswever Jules Vandaele, die drie getouwen en een spoelmolen ter beschikking heeft. Tijdens de Tweede Wereldoorlog worden enkele huizen in de Nieuwstraat beschadigd of vernield. De Territoriale Burgerlijke Wacht vindt onderdak in de voormalige zagerij Carpentier, die versterkt en ingericht wordt met een hulppost voor gekwetsten en als schuilplaats voor de buurtbewoners dient.

Voornamelijk woonfunctie. Onderbroken rijbebouwing van voornamelijk 20ste-eeuwse woonhuizen van twee à drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldaken (nok evenwijdig met straat; mechanische pannen). Veelal doorsneewoonhuizen daterend uit het interbellum. Enkelhuizen met bakstenen lijstgevels, natuurstenen onderdorpels, segmentboogopeningen en gecementeerde plint, onder meer nummers 10, 12, 15-17, 19; nummers 10, 19 met geelbakstenen banden en strekken; nummers 15-17, enkelhuizen in spiegelbeeldschema met plint in imitatiebreuksteen; nummer 17 met haakse witgekalkte achterbouw onder pannen mansardedak. Nummers 21-23, achteruitspringende tweewoonst onder pannen mansardedak (nok loodrecht op straat) met voortuin omgeven door lage bakstenen ommuring; geelbakstenen banden, sierankers en muuropeningen onder I-profielen met rozetbouten; in top, beglaasde rondboognis waarin beeld van Heilig Hart. Nummer 45/ Abeeldreef, hoekpand met afgeschuinde deurtravee en muuropeningen onder gelijkaardige ijzeren I-profielen, waarboven gepleisterd boogveld en strek.

Enkele woonhuizen met muuropeningen onder rechte lateien. Nummers 4-6, samenstel van twee enkelhuizen in repeterend schema, gebouwd in opdracht van fabrikant Jules Debruyne, opvolger bij de kamslagerij "Debruyne Gebroeders", met geelbakstenen lijstgevels, hoge natuurstenen plint, beglaasde deuren met geometrisch ijzeren hekwerk en bovenlicht, en natuurstenen trap (twee treden). Nummer 8, half vrijstaand woonhuis met geschilderde bakstenen lijstgevel, verspringende hoeklisenen, schuiframen op begane grond, deur met beglazing en natuurstenen trap (twee treden). Achterbouwen onder plat en mansardedak met muuropeningen onder witgeschilderde lateien. Rechts, geschilderde bakstenen afscheidingsmuur aan de straat.

Nummer 27, in oorsprong een interbellumwoning, in het derde kwart van de 20ste eeuw met onder meer magazijn uitgebreid en aangepast; lijstgevel in gele siersteen, donkere siersteen voor plint en deuromlijsting, geglazuurde betegelde onderdorpels, rechthoekige muuropeningen in licht verdiepte, gepleisterde omlijstingen, onder meer driedelig met afgeronde penanten.

Tevens wederopbouwarchitectuur gekenmerkt door lijst- of puntgevels in rode siersteen en gebruik van natuursteen of simili voor onder meer plint, dorpels en omlijstingen. Nummers 30-32, enkelhuizen in spiegelbeeldschema met deuren onder rechte luifel met bovenlicht. Nummers 35, 37, 39, 41, in kern oudere woonhuizen zie deels bewaarde, witgeschilderde houten kroonlijst op consoles en zadeldak met Vlaamse pannen; nummers 35 en 37 met schuiframen op begane grond; nummer 35 met beglaasde deur voorzien van ijzeren hekwerk; deur van nummer 37 met medaillonvormige beglazing; nummers 39-41 met deels beglaasde deur voorzien van geometrisch hekwerk waarin initialen "VD" verwerkt zijn, en bovenlicht met glas-in-loodinvulling. Nummer 36, woonhuis in oorsprong gebouwd in 1939, aangepast in 1959 en uitgebreid met naastliggend bijgebouw in 1990; getypeerd door dakkapellen met driehoekig fronton, roodbakstenen parement met veelvuldig gebruik van simili, achteruitspringende inkom met toegang in klassieke bouwtrant gemarkeerd door driehoekig fronton op Ionische zuilen; naastliggende praktijk.

Aan scheidingslijn van de gevels van nummers 29-31, gepleisterde muurkapel in natuurstenen omlijsting waarin beeldje van H. Theresia van Lisieux. Zonder nummer/ links van nummer 14, rechthoekig gevelreliëf waarop voorstelling van bouwwerf.

  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207 : Mutatieschetsen, Meulebeke, Afdeling 1, 1929/28, 1929/33, 1929/34, 1931/22, 1937/5, 1937/6, 1939/9, 1959/22, 1973/24, 1990/26.
  • Rijksarchief Kortrijk, Aanwinsten VI, nummer 2794 : Leenboek van het Leenhof Bosterhout, Heerlijkheid ten Ackeren, 1785.
  • BAERT G., Tentoonstelling Meulebeke textielgemeente, brochure, Meulebeke, 1989, p. 30-32, 46-47.
  • BAERT G., Van aubergien, lantsherberghskens en brandewijnhuysen te Meulebeke, in De Roede van Tielt, jg. 18, nummer 4, 1987, p. 73, 92, 97, 105-107, 110.
  • BOUCKHUYT L., De kapellekensbaan, een inventaris van de Meulebeekse veldkapellen, Meulebeke, 1994, p. 161.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van Westelyk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het Land van den Hoek, de graafschappen Guînes en Boulogne en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, deel XI, Brugge, 1930, kolom 454.
  • GERMONPREZ R., Het boek van Meulebeke, Meulebeke, 1982, p. 112, 126, 171.
  • VANNESTE H., Meulebeke, in HOLLEVOET F. e.a., Als straten gaan… praten. De roede van Tielt, Tielt, 2005, p. 96.

Bron: CALLAERT G. met medewerking van BOONE B. & MOEYKENS S. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Meulebeke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL38, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Burgerhuis

  • Omvat
    Burgerhuis La Roserie

  • Omvat
    Burgerhuis met aanpalend bedrijfsgebouw

  • Omvat
    Neogotische kapel van Sint-Antonius van Padua

  • Is deel van
    Meulebeke


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Nieuwstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/12665 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.