Het Hogeschoolplein werd aangelegd tussen 1807 en 1812, in het midden van de ’s-Meiersstraat, die de Muntstraat verbond met de Naamsestraat. Tot dan was de ’s-Meiersstraat een zeer smalle straat, gedomineerd door de grote gebouwen van het Standonckcollege, de pedagogie 'Het Varcken' en het tegenoverliggende Paus Adrianus VI-college. De eerste ideeën voor de aanleg van een plein dateren van 1786, toen het Pauscollege omgevormd werd tot Seminarie-Generaal. Architect Louis-Joseph Montoyer (1749-1811), die toen de bouw van de oostelijke vleugel van het Pauscollege leidde, lanceerde het plan om het Standonckcollege, de pedagogie ‘Het Varcken’ en de huizen tussen de huidige Lakenweversstraat en de Standonckstraat af te breken om zo een grote openbare ruimte aan te leggen tussen het Pauscollege en de Lakenhalle aan de Naamsestraat. De plannen werden echter opgeborgen na felle reacties van de bevolking. Omwille van hun slechte staat en naar verluidt omdat ze bewoond werden door 'une quantité de femmes et filles de mauvaise vie' werden de gebouwen van 'Het Varcken' en het Standonckcollege in 1807 toch grotendeels afgebroken in opdracht van de stad. Stadsarchitect C(harles?)-François de Rare werd belast met het ontwerp van een nieuw plein dat de monumentale gevel van het Pauscollege meer tot zijn recht moest doen komen. De 'place Impériale', zoals het Hogeschoolplein toen heette, werd een stemmig rechthoekig plein met een typisch 19de-eeuwse aanleg: rondom gekasseid en in het midden voorzien van een rechthoekig (gras)veld dat in 1812 beplant werd met een omzomende, dubbele rij lindebomen. Het Pauscollege werd trekpleister van het plein en nam nagenoeg de volledige oostelijke pleinzijde in. De behouden 18de-eeuwse bebouwing - de resten van het Standonckcollege (Hogeschoolplein 6 en 7) en de panden Hogeschoolplein 5 en 15 – werden volgens de toenmalige mode in neoclassicistische stijl aangepast en voorzien van een gladde gevelbepleistering. De resterende percelen op het plein – de westzijde en een deel van de noordoostzijde - werden tussen 1840 en 1961 bebouwd met statige burgerhuizen van drie bouwlagen onder schild- en zadeldaken met neoclassicistische, wit bepleisterde lijstgevels, zoals de stedelijke voorschriften het wilden.
Vanaf 1838 werd op het plein markt gehouden: eerst in ijzerwaren en allerhande recipiënten, waardoor het plein in de volksmond de 'Pottekensmarkt' werd genoemd. Vanaf 1886 werd er wild verhandeld en rond de jaren 1920 pluimvee, waardoor het plein ook de naam 'Kiekenmarkt' kreeg.
In 1922 werd het Hogeschoolplein heraangelegd naar aanleiding van de inhuldiging van het standbeeld voor André Dumont: de lindebomen werden gerooid, het middenveld werd omzoomd met kastanjebomen met rustbanken ertussen, en aan de zuidoostzijde van het (gras)veld werd een ovaal plantsoen aangelegd voor het standbeeld van André Dumont, afgeboord met een geprofileerde kalkzandstenen plint waarop een smeedijzeren hekje. André Dumont (1847-1920) was geoloog, mijnbouwkundige en hoogleraar aan de Katholieke Universiteit van Leuven toen hij in 1901 steenkool ontdekte in Limburg. Naar aanleiding van zijn overlijden in 1920 en omwille van zijn nationale verdienste gaf de door hem opgerichte Vereniging van Mijnbouwingenieurs van de K.U. Leuven aan beeldhouwer Paul Van de Kerckhove (1876-?) de opdracht een standbeeld te maken. Emile Goethals, ingenieur-architect en eveneens hoogleraar aan de Leuvense Universiteit, ontwierp de sokkel en allicht ook de afscheiding met smeedijzeren balustrade. Het geheel werd plechtig ingehuldigd op 12 november 1922. In 1938 werden in de noordoostelijke hoek van het Hogeschoolplein twee panden gesloopt om plaats te maken voor de modernistische woning, Hogeschoolplein 1, gelegen op de hoek met de ’s-Meiersstraat. De woning verving een minstens tot de 17de eeuw opklimmend breedhuis met centraal getrapt dakvenster en een hoekhuis dat allicht ook een oudere kern had. Het nieuwe pand naar ontwerp van de Leuvense architect Léon Dierickx, werd ingeplant op de in 1843 goedgekeurde rooilijn die de oudere bebouwing links van het Pauscollege trof. Even later, in 1956, werd ten noordoosten van het Pauscollege, op de plaats van het voormalige College de Bay en de gelijknamige kazerne, een nieuw stedelijk zwembad opgetrokken naar ontwerp van de Brusselse architect Maxime Brunfaut (1909-2003). De toegang tot het zwembad bevond zich tussen het Pauscollege en de modernistische hoekwoning.
De bebouwing rond het Hogeschoolplein werd voltooid in de jaren 1960, met de bouw van het burgerhuis (1961), uiterst links in de noordoostelijke pleinwand, en het woningenblok (1963) op de hoek met de Standonckstraat. Beide vervingen oudere, minstens tot de 18de eeuw opklimmende woningen die ingeplant waren op de oude rooilijn en voorafgegaan werden door een spievormige voortuin die de nieuwe rooilijn markeerde. Vermoedelijk in dezelfde periode werd het centrale grasperk omzoomd met blauwe hardsteen en een lage taxushaag die, tot enkele decennia geleden, achter het standbeeld van André Dumont een halve boog vormde.
In 2006 moest het zwembad plaats ruimen voor meergezinswoningen en werd de noordelijke zijgevel van het Pauscollege opnieuw vrijgemaakt waardoor een doorgang ontstond naar het Jan Cobbaertplein, vernoemd naar de Leuvense kunstenaar wiens monumentale muurschildering "Strand, zon, zee,..." (1960) eertijds de hal van het stedelijk zwembad sierde.
Aanvankelijk haast uitsluitend gekenmerkt door gebouwen met een woonfunctie, wordt die bestemming heden gemengd met horeca.
Rechthoekig plein met 19de-eeuwse, typisch neoclassicistische aanleg, gedomineerd door het monumentale Paus Adrianus VI-college en getypeerd door het centrale, met kastanjebomen omzoomde grasveld waarin het standbeeld van André Dumont te midden een plantsoen prijkt.
De omliggende bebouwing wordt gekenmerkt door 18de-eeuwse panden die dateren van voor de aanleg van het plein in 1807 en burgerhuizen in neoclassicistische stijl uit de 19de en 20ste eeuw.
Standoncstraat nummer 8 is een in 1964 naar ontwerp van architect Louis Mispelter opgetrokken woningenblok van vier bouwlagen onder een plat dak, met drie traveeën aan het Hogeschoolplein, één afgeschuinde hoektravee en vier traveeën aan de Standonckstraat; het werd gebouwd ter vervanging van een minstens 18de-eeuws L-vormig complex, een restant van het voormalig Standonckcollege. Het betreft een door rechthoekige vensters strak geritmeerd geheel, opgetrokken uit baksteen met schaarse verwerking van witte natuursteen voor de hoekblokken van de vensters en blauwe hardsteen voor plint en lekdrempels.
De oudere bestrating van regelmatige porfierkasseien, heden bedekt met een laag asfalt, is nog zichtbaar in de goten en op de plaatsen waar het asfalt beschadigd is.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/24062/115.1, Hogeschoolplein Leuven (VERLOOVE C., 2016)
Auteurs: Verloove, Claartje; De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Verloove C. & De Sadeleer S. 2016: Hogeschoolplein [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194473 (geraadpleegd op ).
Het Hogeschoolplein, in de Franse Periode "place Impériale" en "place des Invalides" genoemd, ontstond tussen 1807 en 1812 in het midden van de toenmalige 's-Meiersstraat, op de plaats van de voormalige pedagogie "Het Varken" (Muntstraat 20-22, Standonckstraat 4) en het Standonckcollege (Hogeschoolplein 6, Standockstraat 4). De pedagogie "Het Varken" werd gesticht in 1430 door Henricus van Loen en groeide uit tot de grootste Leuvense pedagogie met een indrukwekkend gebouwencomplex dat omstreeks 1800 bestond uit een kapel, traditionele diephuizen, een poorttravee in classiciserende barokstijl en studentenwoningen in bak- en zandsteenstijl (Muntstraat 20-22). Deze gebouwen situeerden zich in het midden van de ’s-Meiersstraat - die toen nog tot aan de Naamsestraat liep - en werden in december 1807 in opdracht van de stad grotendeels afgebroken omwille van hun slechte staat. Stadsarchitect C.-F. de Rare werd belast met het ontwerp van een nieuw plein dat de monumentale gevel van het Pauscollege meer tot zijn recht moest doen komen. Het werd een stemmig rechthoekig plein met een typisch 19de-eeuwse aanleg: gekasseid en in 1812 beplant met lindebomen op rij in een grasveld. In de volgende jaren zou het plein bijna volledig omzoomd worden met classicistisch burgerhuizen met uniforme, oorspronkelijk wit bepleisterde lijstgevels van drie bouwlagen. Naar aanleiding van de inhuldiging van het standbeeld voor André Dumont in 1922, werd het plein volledig heraangelegd als plantsoen: de buitenste lindebomen werden vervangen door kastanjebomen, de rest van de lindebomen werd gerooid en het grasperk werd met borders aangelegd en afgezet met boordstenen in blauwe hardsteen. Recent werden de trottoirs verhoogd en de kasseibestrating geasfalteerd.
Homogeen straatbeeld, gedomineerd door het Paus- en het Maria-Theresiacollege aan de zuidoostzijde en classicistische burgerhuizen ertegenover. De noordoostelijke pleinwand, nummers 14-15, wordt gevormd door een grootschalig ensemble van drie meermaals gewijzigde breedhuizen die, sinds hun bestemming als horeca-zaak met feestzalen, tussen 1958 en 1973 naar het model van de oudste kern nummer 15 geüniformeerd en uitgebreid werden naar de ’s Meiers- en de Muntstraat. Achterin gelegen, in de hoek aan de ’s-Meiersstraat, het stedelijk zwembad (1956, M. Brunfaut) naast de sterk beeldbepalende modernistische hoekwoning (zie ’s-Meiersstraat 11).
Als plein lange tijd gebruikt als handelsplaats, namelijk "pottekensmarkt" en "kiekenmarkt". Voorheen hoofdzakelijk woonfunctie, heden gemengd met horeca.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Verloove C. & Mondelaers L. 2009: Hogeschoolplein [online], https://id.erfgoed.net/teksten/128206 (geraadpleegd op ).
Stemmig, rechthoekig plein met bomen en grasperk, in 1807-1812 aangelegd na afbraak van "het Varken" en het Standonckcollege. In de volgende jaren, tegenover het Pauscollege, afgezet met oorspronkelijk wit beschilderde burgerhuizen.
Bron: GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.
Auteurs: Genicot, Luc; Van Aerschot, Suzanne; de Crombrugghe, Anne; Sansen, Hadewych; Vanhove, Jacqueline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Genicot L. & Van Aerschot S. & de Crombrugghe A. & Sansen H. & Vanhove J. 1971: Hogeschoolplein [online], https://id.erfgoed.net/teksten/114526 (geraadpleegd op ).