Kronkelende landweg tussen het gehucht "Panhuis" aan de Bruggesteenweg tot aan de grens met Schuiferskapelle (zie Tielt), daar verder gezet als de Biermanstraat leidend naar de dorpskern van Schuiferskapelle. Vanaf de Bruggesteenweg komen uit noordelijke en oostelijke richting twee korte straatdelen samen ter hoogte van nummer 2 waar de weg verder westwaarts loopt. De oorsprong van de naam (abeel = een witte populier) is niet gekend.
De straat zou volgens De Flou al in 1456 zijn vermeld. Op de "Grenskaart tussen de kasselrijen Kortrijk en de Oudburg" van 1627, geschilderd door landmeter Lodewijk de Bersacques aangeduid als "d' abeel Strate". Op de Atlas der Buurtwegen (1842) beschreven als "Chemin du Panhuys au hameau Schuyfferskappelle par le hameau 't Zwijntje" of "Abeel Straet".
Het gehucht "'t Zwijntje" situeert zich rond het kruispunt met de Waterwalstraat en de Schoutskruisestraat. Daar bevindt zich de oude herberg z.g. "'t Zwijntje" (ter hoogte van nummer 24). Plaats en herberg volgens De Flou reeds vermeld in 1620 als "Een behuusde erfve up de houck van de straete ghenaempt t zwyn / ende es de herberghe ghenaempt t zwyn". Staat afgebeeld op de Grenskaart. De herberg zou volgens een landboek van 1662 eigendom zijn van de weduwe van brouwer Jan Vanden Hende (zie A. Rodenbachstraat nummer 2).
Nummer 17 was de vroegere herberg "'T ROZEKE" zie opschrift, "'t Rozeke", tevens gehucht aan het kruispunt met de Kruiswegestraat met dezelfde naam. De herberg wordt genoemd in een document van 1569. Volgens De Flou vermeld in 1623 als "tlant… dat ghenaempt es de roose onder thalewijnsche". De huidige woning met nieuw uitzicht, bewaart nog enkele oudere resten.Op de grens met Schuiferskapelle komt het toponiem "De Bilken" (bilk of bulk = hoger gelegen weide) voor, volgens De Flou in 1846 vermeld als "de Bilken, land".
Van oudsher landelijke bebouwing. Het "Groot Goed ter Vlaagt", in oorsprong een tempeliershoeve opklimmend tot de 13de eeuw (zie nummer 37). Op de Grenskaart staat ter hoogte van nummer 22 bebouwing afgebeeld.
Nummer 45 is een achterin gelegen hoeve, staat op de Ferrariskaart (1770-1778), waarvan het woonhuis volgens het kadaster circa 1875 wordt vergroot en opgesplitst, het linkerhuis zou rond 1919 dienst doen als smidse.
Voorts enkele vrijstaande huizen uit het interbellum zie nummer 9 en nummer 29 volgens kadaster opgetrokken circa 1933.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Ruiselede, 1875/28, 1919/12, 1933/25.
- BRAET M., Brouwerij Jan Vanden Hende († 1649) x De Temmerman en families Van Hulle en De Roo, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 20, nummer 4, 2003, p. 148.
- BRAET M., Tempeliershoeve ter Vlaegt en de Orde van Malta te Ruiselede, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 21, nummer 4, 2004, p. 167.
- BRAET M., Verklaring van de Ruiseleedse straatnamen, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 23, nummer 1, 2006, p. 6.
- DE BACKER R., Een pachtovername honderd jaar geleden, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 6, nummer 4, 1989, p. 177-180.
- DEGUFFROY G., DEPREDOMME J., Ruiseleedse plaatsnamen, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 10, nummer 4, 1993, p. 169, p. 185, p. 194-195.
- DEPREDOMME J., Ruiseleedse gebouwen en plaatsnamen op de Grenskaart van 1627, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 2, nummer 2, 1985, p. 87-92.
- VAN WONTERGHEM E., Inventaris van de Ruiseleedse herbergen, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 19, nummer 2, 2002, p. 54.
- VAN WONTERGHEM E., Over cafés gesproken: onze Ruiseleedse herbergen, in Oud Ruysselede. Heemkundig Tijdschrift Doomkerke, Kruiskerke, Ruiselede, jg. 19, nummer 1, 2002, p. 13.
