Afdeling van het Sint-Agnesinstituut. Alleenstaand landhuis in een sobere eclectische stijl, uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, omringende tuin. Grosso modo rechthoekig gebouw van twee bouwlagen onder zadeldak (nok loodrecht op de straat) met uitspringende vierkante toren van drie bouwlagen onder ingesnoerde naaldspits aan oostgevel; verhoogde begane grond.
Bakstenen lijst- en puntgevels met hoekpilasters en -lisenen (toren), kordons, tegelpanelen (borstwering), tegelfriezen en decoratieve baksteenfriezen; deels licht uitspringende deurtravee met aan zuidgevel balkon met smeedijzeren leuning; overkragende daklijst op consoles, aan noordgevel met houten windborden. Steekboogvensters op kordonvormende onderdorpels; dito deuren met bovenlicht. Lager aanbouwsel en luifel aan noordzijde.
Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout. Auteurs: Steyaert, Rita Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)