Burgerhuis in art-decostijl onder invloed van de Amsterdamse School, naar ontwerp door de architect Hendrik Adolf Wittocx uit 1922, uitgevoerd in 1923. Opdrachtgever was de bediende René Maclot.

Rijwoning in half open bebouwing, twee ongelijke traveeën breed en twee bouwlagen hoog onder een mansardedak (nok parallel aan straat, pannen). Sobere opstanden uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, de voorgevel geritmeerd door kolossale pilasters en gelede spaarvelden. Brede linker travee opgevat als een hoger opgetrokken risaliet, gemarkeerd door een oplopende, driezijdige houten erker en een dakkapel. Zowel het houtwerk van de erker als het metselwerk van de borstweringen in de rechter travee, onderscheiden zich door een discreet decoratief patroon ontleend aan de Amsterdamse School. De nagenoeg blinde zijgevel wordt uit de middenas geaccentueerd door het inkomportaal in een gelede omlijsting met gestrekte houten luifel en zijlichten; hogerop een tweelicht en een dakvenster tussen postamenten. Rechthoekige muuropeningen; bewaarde houten inkomdeur met siersmeedwerk.

Volgens het bouwplan wordt de plattegrond ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Gelijkvloers woonkamer aan straatzijde, keuken annex pomphuis aan tuinzijde. Op de bovenverdieping twee slaapkamers en badkamer; onder het dak mansardekamer en zolder.

Half vrijstaande eengezinswoning, baksteenbouw van twee bouwlagen, onder pannen mansardedak, art-decostijl aanleunend bij de Amsterdamse school, naar ontwerp van H. Wittocx van 1922. Functionele binneninrichting met ruime kamers.