Burgerwoning met een opvallende gevel in art-decostijl, in 1934 gebouwd voor rekening van de Merksemse "vleeshouwer" Karel Jan Willem Beckers – Gysen. Een architect is niet bekend. De woning maakt deel uit van een vrij homogene rij interbellumpanden die ondanks hun afwisselende stijlen toch een ensemble vormen op de Bredabaan.
De gronden tussen de Dokter Maurice Timmermanslaan en de Rustoordstraat waarop deze rij woningen in de jaren 1930 gebouwd werden, werden in 1932 verkaveld, waarna ze in een korte tijdsspanne allemaal werden bebouwd. Het bouwblok was in het begin van de 20ste eeuw nog in handen van Amedie Pieter Marie de Caters – de Bosschaert, wonende in Berchem op de Kardinaal Mercierlei 14. Omstreeks 1928 kwamen de gronden in handen van Jan Adriaan Van Dyck – De Mann, die ze in 1932 in kavels liet verdelen en als bouwgrond verkocht.
Burgerhuis in art-decostijl, deel uitmakend van een aaneengesloten rij burgerwoningen, Bredabaan 636 tot 664, die in de jaren 1930 kort na elkaar werden gebouwd en daarmee een uniek ensemble vormen op de Bredabaan. De eengezinswoning telt drie traveeën en drie bouwlagen onder een plat dak. Bikleurig parement uit rode en gesmoorde baksteen met gepleisterde asymmetrische decoratie. De vensteropeningen zijn allemaal rechthoekig met een horizontaliserende opbouw. Het schrijnwerk werd vervangen door platgeprofileerd hout.
De derde bouwlaag is het meest markante onderdeel van het ontwerp. Deze werd uitgewerkt als schermgevel die asymmetrisch werd gedecoreerd met een halfboog eindigend in gepleisterde ornamentiek. Het bekleden van de gevel met leien geeft de indruk van een mansardedak.
Licht verhoogde begane grond met aparte toegang tot de kelder. Opvallende linker deurtravee met oorspronkelijke voordeur en afgeronde loggia ter hoogte van de tweede bouwlaag. Smeedijzeren details sieren de voordeur en de loggia. De deur met oorspronkelijk glas-in-loodbovenlicht ligt dieper in het gevelvlak waardoor een luifel ontstaat die ondersteund wordt door een zuil. De kroonlijsten zijn omkast in hout.
Het grondplan is gebaseerd op het klassieke grondplan van een 19de-eeuws enkelhuis. Op de begane grond bevindt zich in enfilade het salon, de eetkamer en de veranda, geflankeerd door de zijdelings ingeplante inkom met traphal en de functionele kamers achteraan. Vanuit de keuken is doorgang voorzien naar zowel de veranda als de eetkamer. De eerste en tweede verdieping zijn volledig voorzien voor slaapkamers.
Het hele volume werd onderkelderd. Deze kelder is bereikbaar door een aparte inkom in de gevel alsook toegankelijk vanuit het trappenhuis in de hal en door trappen in de tuin. Centraal in de kelder werd een wasruimte voorzien, aan straatzijde kelders en ruimtes voor opslag van kolen.
Auteurs: Telen, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Telen H. 2017: Burgerhuis in art deco [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203981 (geraadpleegd op ).
Enkelhuis in art-decostijl, uit het tweede kwart van de 20ste eeuw. Licht verhoogde begane grond en keldergarage. Linker deurtravee met loggia op tweede verdieping. Voorts kenmerkende en ritmerende asymmetrische decoratie, bovenaan afgelijnd door kunstleien als gevelbekleding.
Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Steyaert R. 1992: Burgerhuis in art deco [online], https://id.erfgoed.net/teksten/11497 (geraadpleegd op ).