Elektriciteitscabine in beaux-artsstijl op de hoek van Cederlaan en Laarstraat, volgens het opschrift gebouwd in opdracht van de Société d'Electricité de l'Escaut, en daterend van kort vóór de Eerste Wereldoorlog of uit de vroege jaren 1920. Een bouwdossier werd niet teruggevonden: het exacte bouwjaar, de ontwerper noch aannemer zijn gekend. De Société d'Electricité de l'Escaut werd in 1905 opgericht met als belangrijkste aandeelhouders de Generale Maatschappij van België, de Compagnie Electrique Anversoise, de Compagnie Générale des Tramways en de Compagnie Mutuelle des Tramways. Met de elektriciteitsproductie en -distributie in de Antwerpse agglomeratie als doel, werd in 1906-1908 een elektriciteitscentrale opgericht te Merksem. In 1956 ging de maatschappij op in de nv Verenigde Energiebedrijven van het Scheldeland, alias Ebes. De monumentale allure van elektriciteitscabine of transformatorpost aan de Cederlaan, kwam tegemoet aan de voorname status van de Nieuw-Parkwijk “Den Brandt” als villapark voor de hogere burgerij. De bouwstijl is ontleend aan de oudste generatie villa’s, die hier tussen 1911 en 1914 werd opgetrokken.

Het gebouwtje met waaiervormige plattegrond is vrijstaand ingeplant op een hoekperceel met beplanting, afgesloten door een smeedijzeren hek. De gebogen voorgevel is bekleed met een cementbepleistering in imitatienatuursteen op een plint uit blauwe hardsteen. Opgevat als een laat-classicistische portico, is de opstand symmetrisch opgebouwd uit een drie traveeën breed middenrisaliet met flankerende hoekpostamenten. Het risaliet wordt gemarkeerd door rondboogarcade met Toscaanse halfzuilen, imposten en geprofileerde waterlijsten, en bekroond door een klassiek entablement en een geajoureerde attiek, met als opschrift "SOCIETE D'ELECTRICITE DE L'ESCAUT". De postamenten onderscheiden zich door een korfbogige blindnis met imposten, een entablement en een geknikt, piramidaal topstuk. Het houten schrijnwerk van de deuren is bewaard.

Monumentale elektriciteitscabine in neoclassicistische stijl, uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Gebogen lijstgevel van vijf traveeën en één bouwlaag, opgetrokken uit imitatie-natuursteen. Centrale arcade met attiek en rondboogdeuren. Flankerende torenvormige travee met blinde steekboognis.