Geheel van twee gekoppelde appartementsgebouwen in art-decostijl naar een ontwerp door ingenieur-architect Rob Schenck uit 1925. Opdrachtgever was Jan Frederik Karel (Fred) Schenck (°Antwerpen, 1870), één van de zeven kinderen van de Duitse zeeman en later herbergier Friedrich Theodor Schenck (°Elmshorn, 1838), die in 1865 te Antwerpen was gehuwd met de kleermaakster Jeanne Verhaegen (°Antwerpen, 1844). Fred Schenck huwde in 1896 te Antwerpen met de Duitse Louise Karoline Spahr (°Beilstein, 1873), die sinds 1891 als nanny inwoonde bij de verzekeringsagent Joseph Charles Lüth. Zelf betrok hij een cottagevilla aan de Della Faillelaan, naar een ontwerp door de architect Guillaume Peeters uit 1922. Tussen 1927 en 1931 liet Fred Schenck een geheel van drie naar type gelijkaardige appartementsgebouwen optrekken aan de Vijverlaan, mogelijk eveneens naar ontwerp van Rob Schenck. Deze bouwde in 1925 op het links aanpalende perceel een burgerhuis in opdracht van Thomas David Leeson en zijn echtgenote Jeanne Barbe Schenck, de dochter van Fred Schenck. Rob Schenck is mogelijk de zoon van Fred en de broer van Jeanne Barbe Schenk.
Het complex dat in totaal acht flats omvat, wordt gekenmerkt door een expressieve baksteenarchitectuur met decoratieve metselverbanden en opvallende dakstructuur, die wijzen op een directe de invloed van de architectuur van de Amsterdamse School. Opgetrokken in half open bebouwing met voortuin, en een gevelbreedte van vijf bij zes traveeën, omvat het geheel drie bouwlagen onder een mansardedak met dakvensters en klimmende dakkapellen. Het complex is volledig opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, afgewisseld met rollagen die de risalieten en venstertimpanen accentueren. Baksteenornamenten, tandlijsten en -friezen in reliëf - ondersteund door rood voegwerk - verlevendigen verder het gevelvlak, waarvan de plint wordt belijnd door platte banden. Voor de dakbedekking is gebruik gemaakt van zwarte geglazuurde pannen van een ongebruikelijk gegroefd type, voor de lekdrempels van een dubbele rij tegels. Een typisch detail is de keitjes-in-cementbekleding van de lateien op de begane grond. Asymmetrisch van opzet wordt de opstand van voor- en zijgevel geritmeerd door middenrisalieten, die het inkomportaal en trappenhuis van beide woonentiteiten herbergen. Afgezien van de hoekpartij, uitgewerkt als oplopende driezijdige erker, beantwoordt de ordonnantie aan een regelmatig schema, met registers van brede rechthoekige vensteropeningen. Een opvallend kenmerk van deze architectuur is de breed overstekende dakconstructie, ritmisch onderbroken door een opeenvolging van rechte of trapezoïdale dakvensters, die worden geaccentueerd door de omlopende, bewerkte kroonlijst.Van het houten schrijnwerk lijken enkel de inkomdeuren en de vensters van de traphal nog oorspronkelijk. De voortuinafsluiting, een eenvoudig bakstenen muurtje, is bewaard.
De plattegrond van van beide appartementsgebouwen omvat telkens één flat per verdieping, ontsloten door een inkom- en traphal respectievelijk met een zijdelingse en centrale inplanting. Het bouwdossier bevat enkel de plattegronden van het rechter appartementsgebouw. Deze flats bestaan uit een enfilade van salon, eetkamer en veranda in de brede rechter travee, geflankeerd door de inkomhal, de keuken annex wc, de badkamer en twee slaapkamers in de linker travee, en beschikken aan de achterzijde over een L-vormig terras. Vermoedelijk heeft het linker appartementsgebouw een gelijkaardige indeling, met een gevelbreed terras aan de achtergevel.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2014: Geheel van gekoppelde appartementsgebouwen in art-decostijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/166837 (geraadpleegd op ).
Art-decogetinte meergezinswoning van drie traveeën en drie bouwlagen onder pseudo-mansardedak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen), van 1925. Halfopen bebouwing met bakstenen lijstgevel. K
enmerkend zijn de verspringende gevellijn, de decoratief verwerkte baksteenmotieven en de sobere rechthoekige muuropeningen. Omlopende, uitgewerkte houten kroonlijst, verspringend ter hoogte van de dakvensters.
Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Steyaert, Rita; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Steyaert R. & Kennes H. 1992: Geheel van gekoppelde appartementsgebouwen in art-decostijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/11564 (geraadpleegd op ).