Burgerhuis in art-nouveaustijl gebouwd in opdracht van Eduard Van Biesen, naar een ontwerp door architect Guillaume Peeters uit 1912. Het pand is representatief voor het burgerhuis van het rijkere type, gebouwd vóór de Eerste Wereldoorlog, dat in dit gedeelte van de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt" het straatbeeld bepaalt. Gelijkaardige voorbeelden zijn te vinden in de Eglantierlaan.
Aannemer Van Biesen, die in 1911 op het aangrenzende perceel zijn kantoren en ateliers had gevestigd, was vóór de Eerste Wereldoorlog als bouwpromotor bijzonder actief in deze wijk. Behalve meerdere burgerhuizen in de Kruishofstraat, de Berkenlaan en de Eglantierlaan, bouwde hij nog twee beeldbepalende horecagelegenheden met een strategische hoekinplanting. Voor het ontwerp van zijn bouwprojecten deed hij zowel beroep op Peeters als op de architect Edmond Lauwens.
Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, telt de rijwoning drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde. De lijstgevel onderscheidt zich door een fraai parement in witte Silezische brikken, contrastrijk verwerkt met groene geglazuurde baksteen voor speklagen en ontlastingsbogen. Waterlijsten, consoles, topstukken, dorpels en sluitstenen zijn uitgevoerd in natuursteen, de plint in arduin. De asymmetrische compositie legt de klemtoon op het brede zijrisaliet, dat uitmondt in een tuitgevel met top- en schouderstukken. Het art-nouveaukarakter berust vooral op het brede drielicht in hoefijzerboogvorm met een balkon dat de eerste verdieping markeert, en de detaillering van de natuurstenen onderdelen. De sgraffitopanelen met rankwerk in grisaille, die oorspronkelijk de boogzwikken en de fries sierden, zijn nagenoeg volledig vervaagd. Deze zijn toe te schrijven aan de Brusselse sgraffitokunstenaar Paul Cauchie. Ook andere sierelementen verdwenen zoals het vaasornament van het balkon en de bekronende smeedijzeren windwijzer; de twee benedenvensters werden verbouwd tot vitrine. Voorts is het houten schrijnwerk van de deur en bovenvensters met typische roedeverdeling en beglazing bewaard, evenals het smeedijzer van de balkonbalustrade.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een voorbouw en een smalle achterbouw bestaat. Volgens de bouwplannen wordt op de begane grond de gebruikelijke suite van salon, eetkamer en veranda, geflankeerd door de vestibule, het trappenhuis en de keuken met pomphuis. Op de eerste verdieping neemt de grote slaapkamer aan de straatzijde de volledige breedte van de woning in. Hierbij sluiten een tweede slaapkamer en een veranda met bovenlicht en balkon aan, en in de achterbouw het 'cabinet de toilette' en de badkamer. De tweede verdieping omvat twee overige slaapkamers en een 'cabinet de toilette', het dakniveau twee mansardekamers en een zolder.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 238#488.