De woning De Belder is gelegen in een residentiële wijk die deel uitmaakt van de wijk Elsdonck. De start van de verkaveling van deze gronden werd kort voor de Eerste Wereldoorlog gegeven toen de nv Garden City du Nouveau Parc d'Anvers de vergunning verkreeg tot het aanleggen van straten en het bouwen van burgerwoningen met tuinen. De verkaveling gebeurde in diverse golven, eind jaren 1970 is het de nv Extensa die de gronden aan de Kwikstaartlaan op de markt brengt. In het naoorlogse deel van de wijk is een typische villa-architectuur te vinden, met onder meer ontwerpen van Jules De Roover aan de Blauwmeeslaan nummer 3 (1969) en aan de Eekhoornlaan nummer 11 (1964).
Architect Renaat Braem ontwerpt deze woning voor Alfons De Belder, de vaste fotograaf met wie hij samenwerkt voor foto's van zijn oeuvre. In de woning zijn dan ook een ruim fotoatelier en een doka ondergebracht. Al op de eerste schetsen zien we een hoog en asymmetrisch opgevat dak. Toch leunt de algemene sfeer van het ontwerp nog meer aan bij die van een bungalow. Geleidelijk aan verhoogt het volume en verscherpt de helling van de dakvlakken. Het kenmerkende driehoekige raam in het rechtse deel van de voorgevel komt uiteindelijk in verschillende varianten terug: de plaats en de vormgeving van het atelier zijn gevonden. Braem schrijft op de schets: "heel groot atelier van voor tot achter voor allerlei doeleinden: foto, schilderen, en zo meer. Toegang langs hal is kort voor klanten en voor verhuis van toestellen van auto naar atelier." Het grote raam geeft uit op het oosten.
In april 1977 worden de definitieve plannen uitgetekend, in juni 1977 worden de eerste aannemers aangeschreven met de vraag om een offerte. Dit blijkt geen evidente zaak, maar uiteindelijk starten de werken in december van dat jaar door aannemer Jos Breugelmans uit Westerlo.
De woning heeft een compact volume in baksteen van twee bouwlagen onder een asymmetrisch zadeldak, bedekt met dakpannen. Ramen en deuren zijn in hout uitgevoerd. Markant is de verspringing van de gevel bij zowel de rechterzijmuur als bij de voorgevel. In het gehele ontwerp komt de schuine lijn terug: in de gevelaflijning, in de schuine terrasmuur achteraan, in de bekroning van de schouw en in de vorm van de houten hekken en hun bakstenen hekpijlers. In contrast daarmee brengt Braem in een verdere fase van het ontwerp (1978) een ellipsvormig venster aan in de zijmuur waarachter de leefruimte is gelegen. Een mooi detail is de grote brievenbus in de straatgevel, in een vormgeving die herinnert aan Braems eigen brievenbus en die door de opdrachtgever specifiek gevraagd was om grote poststukken te kunnen bevatten.
De gelijkvloerse verdieping omvat rechts een ruime garage, waarachter aan de tuinzijde de keuken is gelegen. De ramen van de garage zijn ingevuld met glasdallen. De ingang met traphal bevindt zich vooraan, centraal in het volume. Links ervan, aan de straatzijde, zijn een bureau en ontvangstruimte voor klanten gelegen. De traphal vormt de centrale spil van de woning. Hij zorgt voor een verdeling van de circulatie naar de privé- en de beroepsruimten, en wordt verlicht door een rond bovenlicht. De zijwanden van de hal hebben een bekleding met geprofileerde planken.
Het linkse deel van de benedenverdieping wordt verder ingenomen door een zeer ruime woonkamer. Hiervoor ontwerpt Braem een indrukwekkende, vrijstaande haard in baksteen. De woonkamer geeft met deurvensters uit op de tuin en heeft daarnaast een zeer opmerkelijk glas-in-loodraam. Braem ontwerpt dit op verzoek van de opdrachtgever. Het heeft een ellipsvorm en de invulling toont een touw of een liaan, die vertrekt vanuit een gele bol en die zich van daaruit in een logaritmische spiraal verder ontwikkelt.
Op de verdieping wordt het rechterdeel van de woning volledig ingenomen door het atelier, dat als duplex is uitgewerkt. Links zijn twee slaapkamers en een badkamer gesitueerd.
Het linkerdeel van de woning is onderkelderd en omvat een ruime opslagruimte en een doka.
Uit de briefwisseling met de bouwheer blijkt een begrijpelijke zorg om een droge kelder, vrij van "putjesgeur".
Bron: Braeken J. (ed.) 2010: Renaat Braem 1910-2001. Architect, Relicta Monografieën 6. Archeologie, Monumenten en Landschapsonderzoek in Vlaanderen, Brussel.
Auteurs: Meganck, Leen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Meganck L. 2010: Woning De Belder [online], https://id.erfgoed.net/teksten/134324 (geraadpleegd op ).
Villa van 1977-1978, naar ontwerp van Renaat Braem van 1977. Aan straatzijde opmerkelijke, manke puntgevel gemarkeerd door een grote driehoekige glaspartij van het foto- en schilderatelier.
Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Steyaert, Rita; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Steyaert R. & Kennes H. 1992: Woning De Belder [online], https://id.erfgoed.net/teksten/11611 (geraadpleegd op ).