Gebouwd naar ontwerp van Léon Stynen van 1931, bouwtoelating van 1933, voltooid in 1934, eerste vermelding Prijs Van de Ven 1936. Opdrachtgevers de van oorsprong Nederlandse broers Gerard Bogaers (°Tilburg, 1893) uit Elsene en Maurice Bogaers (Tilburg, 1895-Knokke, 1964) uit Mortsel, zonen van de Tilburgse wolfabrikant Josephus Bogaers (Tilburg, 1869-Antwerpen, 1930). Flatgebouw met luxe-appartementen voorzien van winkels en restaurant op de benedenverdieping, in navolging van Le Corbusier opgericht als een kleinschalige wooneenheid in een groene omgeving op betrekkelijk korte afstand van de stad.

Staalskelet met fundamenten en vloeren van beton bekleed met baksteen. Opmerkelijk gevelritme aan de voorgevel voornamelijk benadrukt door de verticaliserende beglaasde trapkokers en de ronde balkons (keukens). Voorts sober bouwvolume met doorlopende vensterregisters, achtergevel met zonneterrassen. De ruime en lichte trapzalen - eveneens voorzien van liften - bedienen per verdieping telkens twee volledig uitgeruste flats met een ruime woonkamer, twee of drie (hoekappartementen) slaapkamers, een keuken en een badkamer elk uitgevend op een gang met bergkasten. Dienstbodenkamers en twee badkamers boven de kleinste appartementen in het middengedeelte van de zesde bouwlaag.

Gelijkvloerse verdieping met twee inkomhallen, bergplaatsen voor fietsen en portiersloges, verder winkels en restaurant, laatstgenoemde aan linkerzijde uitspringend onder een terras met metalen trap aan achterzijde. Installatie van de centrale verwarming in de kelder.

Koninklijke Maatschappij der Bouwmeesters van Antwerpen (KMBA)